13 september, 2009

Oost Turkije

Cappadocië verlaten viel me zwaar. Niet dat ik zo gehecht was aan de rotstuinen en de toeristen maar Cappadocië ligt in een grote kloof. Daar moet je uit klimmen en met temperaturen rond de 30 graden valt dat niet mee.

Het was verbluffend om boven aan de rand van de kloof te komen. Ineens een eindeloos uitzicht op hoge bergen en kale vlakten. Mijn Ipod zette ik uit en ik genoot van doodse stilte. Achter mij de grote scheur in de aarde waar ik net uit gekomen was, voor mij kale woestenij en bergen. Dat is het echte fietsen!

De woestenij waar ik toen door moest overleefde ik zonder kleerscheuren en aan het eind van de dag sloot ik mij aan bij een groep mannen die wat zat te niksen in hun dorp. Het is ramadan en dan wordt er niet veel gedaan. Deze mannen namen dat heel serieus en ik was welkom om mee te doen. Sommige hadden in Nederland gewerkt, al dan niet legaal. Één had in Nederland heroïne gedeald en was daarvoor het land uit gezet. Ze spraken Nederlands dus kon ik redelijk met ze kletsen. Voor de zon onder was waren ze echter allemaal verdwenen. Nu zat ik opeens alleen te niksen!

Dit soort momenten duren in Turkije nooit lang. Al snel kwam Mahmut mij, in bijna vloeiend Nederlands, vragen of ik zin had om mee te eten op de boerderij van zijn vader. Mahmut had 15 jaar geleden als kapper in Nederland gewerkt. Hij had toen erg zijn best gedaan Nederlands te leren en Nederlandse vrienden te maken. Nu was hij blij dat ik er was om weer wat Nederlands met hem te spreken. We aten een fantastisch ramadan maal samen met de familie keken wat tv en maakten wat familie kiekjes. Om de ramadan echt mee te maken stond ik de volgende ochtend om 3 uur op om te ontbijten. Fantastisch om half 4 's morgens Turkse kaaspannenkoeken :-)

Na een aantal dagen fietsen was ik  toe aan een rustdag. Campings zijn er in Oost Turkije niet dus vroeg ik in een klein dorpje of ik mijn tent ergens kon opzetten. Een groepje jongeren, één sprak wat Engels, wees mij een boomgaard met een waterpomp, daar kon ik wel staan. Dat deed ik, en de volgende dag ook. Heerlijk een hele dag niets doen in de schaduw van een appelboom.

Die dag kwamen de dorpelingen één voor één even kijken hoe het met me ging en er werd er honderduit in het Turks tegen mij gebabbeld. 'S avonds kwamen jongens, gestuurd door de moeders, mij eten brengen en late thee zetten en mais roosteren op een kampvuur. Ik geloof dat ze allemaal verliefd op mij waren want de stoere jongens zeiden regelmatig 'I love you' en 'You are beautiful' (of zou het een gebrek aan woordenschat zijn?)

Niet lang na mijn rustdag fietste ik een verkeerde weg in (fout van de kaart, natuurlijk) Volgens een behulpzame man kon ik onmogelijk verder op de fiets, maar hij kon me met de auto wel een stukje op weg helpen. Dus laadde ik mijn fiets en tassen in de auto en ging ik gemotoriseerd verder.
Op de juiste weg aangekomen werden al mijn spullen uitgeladen en ging hij weer terug. Al mijn spullen?!? AHH!! waar was mijn linker voortas!!!! (Klaarblijkelijk nog in de achterbak van de auto). Er ging van alles door mij heen. 'Dit was opzet!' 'Hij komt zo terug, als hij het doorheeft'. 'Hij heeft dit pas over 3 dagen door'. 'AAARCH!!' en 'Ach het is alleen mijn eten en brandertje maar, dat lost zich wel op'. Die laatste gedachte was niet zo overtuigend.

Na nog een aantal paniek momenten arriveerde een Turkse man uit Duitsland. Hem legde ik uit wat er aan de hand was en hij vertaalde mijn probleem aan de aanwezige dorpelingen. Ik kreeg een biertje van ze en zij gingen aan de slag.

Het volgende kan werkelijk alleen in Turkije:

In de auto had de man mij met gebaren duidelijk gemaakt dat hij als bewaker bij de bank in de nabijgelegen stad werkte. Aan de hand van deze informatie begonnen de dorpelingen rond te bellen. Uiteindelijk vonden ze iemand die het nummer had van iemand die de bewaker van de desbetreffende bank kende. Deze had geen mobiel nummer maar zou wel even langs zijn huis lopen om te vertellen dat mijn tas in zijn achterbak lag. Een uur later belde hij terug met de boodschap dat hij eraan kwam. Hij was wel erg benieuwd hoe we hem te pakken hadden gekregen.


Het was ondertussen al laat en ik besloot te kamperen op het voetbalveld in het dorp. Die avond was er een bruiloft in het dorp waar mensen uit alle omliggende dorpen op af kwamen. Omdat  het nog zomer was waren er ook nog veel Turken uit Europa aanwezig. Een jongen uit Londen was blij dat hij weer wat Engels kon spreken, en die avond werd er volop gedanst gegeten en gepraat. Een mooi einde van een wat rampzalige dag.

Op weg naar het oosten deed ik nog een toeristische trekpleister aan. Nemrut Dagi een berg met allerlei oude beelden op de top. Ik wilde er op de fiets naartoe, een tour kostte 40 euro. In het hotel bleef men echter aandringen dat ik met de tour mee zou gaan, voor 25 euro, Nee ik ga liever fietsen, 20 euro dan, nee ik vind het leuk om op de fiets e gaan, 17,50, neeeeee, 15 euro, nou oke omdat er ook andere reizigers meegaan. Uiteindelijk was het heel gezellig al was 15 euro zelfs nog veel voor wat de tour inhield.

Het was in het oosten warm, zeg maar heet en dat maakte het fietsen bijzonder pittig. Ik was dus blij toen ik de volgende dag de pont miste en twee uur moest wachten. Dit bood een goede kans om even af te koelen in het meer. Al snel volgde een aantal anderen mijn goede voorbeeld. Het water was heerlijk koel en je zag overal kleine visjes zwemmen. Het was een zeer aangename pauze en ik nam mij voor vaker een duik te nemen wanneer die mogelijkheid zich aanbood. Helaas zijn die gelegenheden wat schaars in het droge landschap.

Oost Turkije is wel interessant, het landschap is ruig en de mensen zijn kleurrijk. Het is soms eentonig en erg droog. Er zijn ook steeds meer militaire controleposten die het conflict met de Koerden pijnlijk duidelijk maken. De Koerden zelf zijn zeer trots dat ze Koerd zijn. Vaak is dat het eerste dat ze duidelijk maken, 'wij zijn Koerden, geen Turken'. Er is een tijd geweest dat het verboden was om te zeggen dat je Koerd was en nog steeds worden de Koerden erg achtergesteld,  is een baan moeilijk te krijgen als Koerd en een plek in het parlement vooralsnog niet denkbaar. Momenteel voert de PKK een guerrilla om gelijke behandeling van de Koerden, onafhankelijk Koerdistan wordt al niet meer nagestreefd. De aanslagen die de PKK hiervoor op militairen doelen pleegt zal waarschijnlijk niet het gewenste effect hebben. De Militaire controleposten met tanks en pantserwagens die volop aanwezig zijn geven het gebied een grimmige indruk. 

Toch zijn ook de militairen niet onaardig. Ik krijg thee van ze en mocht zelfs een keer op het dak van een kleine controlepost slapen en mee eten. De kalasjnikovs die voortdurend aanwezig zijn maken het wel een beetje vreemd. Dit was nog wel buiten het gebied waar de onrusten zijn.

De gastvrijheid is hier heel speciaal, bijna elke nacht heb ik bij een Koerdische familie overnacht. Meestal sliep ik samen met de mannelijke familieleden in één kamer of tent. Omdat het nog steeds ramadan is wordt er in de avond heel uitgebreid gegeten. Ze zijn trots om een gast een plekje aan tafel te laten nemen. Vaak word ik aangespoord om zoveel te eten dat ik er buikpijn van heb, en dan komt er nog fruit en thee :-)

Het mooiste plekje vond ik nog het tentenkamp van een groep geitenhoeder. In de zomer trekken ze de bergen in om hun vee daar te laten grazen. Ze leven dan met een aantal families in grote tenten en hutten van takken, bladeren en doeken. Toen ik langsfietste dacht ik dat mijn tent daar ook wel mooi bij zou staan. Natuurlijk lieten ze me mijn tent niet opzetten en kreeg ik een plekje bij de mannen in de hut. Het was een heerlijke plek, in de bergen, met alle dieren en verschillende familieleden bij elkaar. Mijn Koerdisch was niet goed genoeg om te kunnen vragen hoe de familie in elkaar zat maar al snel begreep ik dat de mannen meerdere vrouwen hadden. Bij wie alle kinderen  hoorden bleef me echter een raadsel. 

Bij een couchsurfingadresje kon ik mijn benen even rust geven. Volkan is een net afgestudeerde ats/microbioloog en moet nu van de overheid anderhalf a twee jaar in een onderontwikkeld gebied van Turkije werken, in zijn geval Mus. Dat heeft ook voordelen  want hij verdiend hier twee keer zoveel als in Ankara en hij heeft een appartement van 170 m2 voor 250 euro. Hij is nu aan het sparen om nog een postdoc in Europa te doen. Helaas moet hij zijn vijfkamerappartement dan inruilen voor een studentenkamer, ik heb hem gewaarschuwd voor de huurprijzen in Amsterdam.

Ik vind het jammer dat ik niet meer Turken zoals Volkan heb ontmoet want met hem kon ik echt praten over Turkije. Met de Gemiddelde Turk die ik tegenkom valt vanwege de taalbarrière geen gesprek te voeren. Het is vermoeiend dat ze het wel blijven proberen en zelf na drie keer 'Yok Turkish' blijven ze in volzinnen tegen je aan ouwehoeren en je vreemd aankijken als je niet in vloeiend Turks antwoord. Mijn methode om hier mee om te gaan is om uitgebreid in het Nederlands terug te praten. Na enige tijd denken ze dan dat je gek bent en houden ze op met praten. Ik heb daar zelfs wel een beetje plezier in.

Nu ben ik bijna in Iran (als je dit leest ben ik er al). Aan het eind van de tweede fietsdag richting de grens kon
ik geen kampeerplekje vinden en stuitte ik op een grote  controlepost. Hier moest ik een formulier invullen en mijn paspoort laten zien voor ik verder mocht. De weg die volgde liep door een kloof met aan beide zijde steile hellingen, niet echt een plek om te kamperen. Moe van het klimmen en de straffe tegenwind die dag ging ik terug naar de controlepost om te vragen of ik daar kon kamperen. Dat mocht niet, een aantal dagen terug had de PKK twee militairen opgeblazen en het was allemaal veel te gevaarlijk. Er werd dus een busje geregeld en ik kon mee liften naar Yukskova, de stad naar waarnaar ik op weg was. Zodoende gaat het allemaal erg snel en ben ik zo goed als in Iran. Wel jammer dat ik niet zoals de dag daarvoor op een berg kon kamperen want daar rust ik toch het meest van uit. Meer dan van een goedkope hotelkamer in een lawaaierige stad waar ik nu zit.

De vraag waarom ik dit allemaal doe blijft af en toe bij me opkomen, vooral in hotelkamers en als dingen niet helemaal gaan zoals gehoopt. Hoe verder je naar het oosten gaat hoe vaker dingen niet gaan zoals je hoopt merk ik. Ook mis ik het gemakkelijke Amsterdamse leventje zo nu en dan. Met Google-Earth wandelde ik, samen met mijn couchsurfing gastheer, van de Oudeschans naar de AH. Dat steekt dan wel een beetje. De meeste momenten heb ik het goed naar mijn zin hoor, in mijn tentje op 2500 meter, couchsurfing, al die ontmoetingen en prachtige natuur. Ook slapen is leuk, je moest eens weten wat voor dromen ik allemaal heb. ;-) Ik ben ook weer met meditatie begonnen, met al die indrukken van buiten is het fijn even naar binnen te kijken.

Ik vind het een beetje eng om de grens over te gaan en ik heb ook een beetje spijt dat ik de Lonely Planet van Iran niet heb gekocht toen ik hem in Istanbul zag liggen. Het onbekende tegemoet treden is misschien altijd wel eng maar omdat er nu een tijdslimiet van 15 dagen en een streng Islamitisch regime bij komt is het het extra spannend. Daar komt nog bij dat ik al drie maanden van iedereen hoor dat ik zeker vermoord ga worden als ik naar Iran ga. Gelukkig heb ik ook een Iranier ontmoet en die dacht dat ik het prachtig zou gaan vinden.

Ik zal wel zien, en hou jullie op de hoogte.

Liefs,
Kristiaan