21 oktober, 2009

Exit Iran, Enter Pakistan






Met mijn visum voor Pakistan op zak vertrok ik uit Teheran. Ik had besloten direct door te reizen naar Yazd vanwaar ik het grootste deel richting de grens zou fietsen.

In Yazd kwam ik Marco tegen de Zwitserse ligfietser met wie ik afgesproken had om door Pakistan te fietsen. We besloten het laatste gedeelte van Iran ook samen te fietsen. Het was wel prettig om even aan elkaar te wennen voor dat we een heel nieuw land binnen te gaan.

Eerst hielden we een dagje rust in Yazd, een woestijnstad met een oud centrum van talloze kleine steegjes tussen kleihuisjes. Yazd is, zeker als je net uit Teheran komt, een ware oase van rust.

Ik nam mijn intrek in het beroemde Silk road hostel.  Een  hostel met een grote binnentuin  waar veel banken in oosterse stijl staan en waar je heerlijk kan bijkomen van de drukte van Iran. Doordat het hostel zo bekend is, voornamelijk dankzij de Lonley Planet, zijn de medewerkers een beetje ongeïnteresseerd geworden en de prijzen wat hoog maar al met al is het een fijn hostel.

In het Silk road hostel waren een heleboel reizigers aanwezig. De groep die ik in Esfahan had ontmoet was er, een Duitse automonteur met een in Australië aangeschafte Toyota landcruiser, een Zwitsers gepensioneerd stel dat de wereld rond fietst en ook met Marco en mij de grens over zou gaan, een Duits stel die met een grote gele vierwiel aangedreven bestelbus en nog een paar backpackers. Iedereen was al een paar maanden onderweg en verhalen en informatie werden gretig uitgewisseld.



Zoals altijd werd het weer tijd om in te pakken en weg te fietsen. Marco en ik besloten niet over de grote weg te fietsen maar een kleine omweg te nemen langs Bafq wat meer in de woestijn ligt. En woestijn kregen we, na de tweede dag verlieten we de hoofdweg en hadden we de weg voor ons alleen en om ons heen niets dan zand en rotsen.


Rond zonsondergang, fietsten we langs een vervallen karavaan standplaats waar we besloten te overnachten. Achter de muren uit het zicht van de weg zette we de tenten op en maakte we een grote maaltijd met rijst groente en sojavlees (erg populair in Iran, en gezond). Als toetje hadden we de lekkerste dadels mogelijk, vers en alleen voor de liefde gemaakt.

Die middag nadat we net onze lunch van brood met salade gegeten hadden werden we namelijk uitgenodigd door een dadelboer om thee te komen drinken. De dadelboer was gepensioneerd en had zijn boerderij niet om geld te verdienen maar omdat hij zo van dadels hield, 'Not for the money, only for love' zoals hij aangaf. Bij de thee werd een grote schaal verse dadels geserveerd, dadels zo zoet en sappig als ik ze nog nooit had geproefd. Bij het weggaan kregen we allebij een doos van een kilo mee, goede energie om op te fietsen en erg lekker. Uiteindelijk aten we bijna een doos per dag want als je eenmaal begint met eten is het moeilijk stoppen.

We fietsten vier dagen door de woestijn. In de woestijn verandert het uitzicht ongeveer per twee uur en zelfs dan maar een beetje. De stilte en leegte in de woestijn was erg indrukwekkend. Ook de meeste mensen waren erg vriendelijk. We kregen onderweg fruit en brood cadeau en mochten  overnachten bij een pistachboer. Het was de eerste keer dat ik verse pistach noten at,  die zijn veel zachter en sappiger dan de gedroogde exemplaren uit de winkel. We kregen ook vaak één of meerdere granaatappels aangereikt, een merkwaardige vrucht maar als je eenmaal weet hoe hem te eten een zeer goede bron van vitamine C.

Niet iedereen is aangenaam in Iran, overal heb je jonge mannen op 50cc motoren die ronduit vervelend zijn. Ze hebben geen baan en niets te doen. Als er dan een buitenlander langskomt zetten ze de achtervolging in. Veel te dicht naast je proberen ze dan van alles te vragen. Dit gaat niet omdat ze allleen Farsi spreken. Ze hebben ook allemaal mobiele telefoons waarmee ze ongegeneerd foto's van je maken.

Vooral Marco heeft hier veel last van omdat ze nog nooit een ligfiets gezien hebben, daarnaast ben je met een ligfiets ook wat kwetsbaarder dan met een normale fiets omdat je met je benen in de lucht niet zoveel mogelijkheden hebt je te verweren mocht dat nodig zijn. Als hij stopt in een dorpje heeft hij al snel een hele groep opdringerige Iraniers om hem heen staan.  Zo ook in één van de dorpjes waar we even stopten om wat eten te kopen. Terwijl ik kaas kocht vormde er een groep om hem heen.


Marco had langs de grens van Irak wat vervelende ervaringen gehad met dit soort groepen. Hij is ondermeer bekogeld met stenen en  tomaten en kreeg één keer zelfs een klap in zijn gezicht met een stuk hout. Nu kreeg hij het ook weer benauwd. Hij ging uit zijn dak tegen de groep jongeren die met mobieltjes in de hand dingen tegen hem schreeuwden en om hem lachten en we moesten daarna zo ongeveer het dorp uitvluchten. Ik had mijn bidon al tevoorschijn gehaald om de meest opdringerige motorijder op afstand te kunnen houden met een ferme straal water. De gedachte ontging mijn niet dat deze techniek ook gebruikt wordt om agressieve honden te verjagen. Gelukkig lieten ze ons alleen toen we een eindje het dorp uit waren. Ik me na een maand in Iran goed voorstellen waarom  pop en filmsterren bodyguards bij zich hebben en in geblindeerde auto's rijden.

In de buurt van Kerman werden we aangehouden door de politie. We moesten paspoorten afgeven en wachten. Onderweg heb ik geleerd dat het afpakken van een paspoort een schending is van het internationaal recht, zoals ik al eerder meegemaakt had bij een militaire basis was dit dus weer een directe ervaring met de schending van mensenrechten. Iran is hier erg goed in en mijn ervaring stelt helaas niets voor bij de andere schendingen van de mensenrechten die ze begaan tegenover de eigen bevolking. We kregen onze paspoorten deze keer snel terug maar zonder escorte mochten we niet verder fietsen.

De escorte bestond uit een agent en een militair die achter ons aanreden tot dat hun werkgebied ophield. Daarmee was het weer wachten tot de volgende escorte achter ons aan zou komen rijden. De tweede escorte was echter al snel verveeld door ons slakkengangetje en liet ons verder alleen fietsen. Het hele idee van escortes is ook maar en grote Iranese poppenkast want echt gevaarlijk is het er naar mijn mening niet.

Die avond was het moeilijk een slaapplaats te vinden. We besloten ons geluk te wagen bij een moskee langs de weg. Ik had namelijk gehoord dat het mogelijk is om in een moskee te overnachten of je tent ernaast op te zetten. Helaas was deze moskee gesloten. Iets verderop lag een dorpje met ook een moskee en we besloten het daar te proberen.


Ik was even vergeten dat afstanden bedrieglijk kunnen zijn in de woestijn en het dorpje bleek een aantal kilometer verder te zijn dan verwacht en ook nog eens een eind klimmen en dat terwijl het al donker geworden was. Gelukkig mochten we inderdaad in de moskee overnachten. We kookten een reusachtige pastamaaltijd voor de deur van de moskee en rolden onze slaapmatten uit onder de strenge blik van Allah. Ik moet zeggen dat je in het huis van God heerlijk kan slapen. De volgende dag fietsen we met goede energie in een halve dag naar de stad Kerman waar we een rustdag namen.

Kerman stelde weinig voor. Gewoon weer een drukke stad en nog een dure ook want de mensen zijn er rijker vanwege de opbrengsten van de vele pistach boerderijen. Voor twee dollar per persoon  konden we kamperen op de parkeerplaats van hotel Akhavan, dat scheelde weer. Op de parkeerplaats ontmoette we Jochem een gepensioneerde Duitser die, met zijn hond Lilly, in een Toyota landcruiser op weg was naar India. Jochem is een doorgewinterde reiziger die overal is geweest. Het was erg leuk om zijn ervaringen te horen, en als ik later groot ben wil ik ook een Toyota landcruiser en een hond. Doordat Jochem zijn dak omhoog kan klappen heeft hij in minuten een kamp gemaakt en met een grote hond in je auto voel je je altijd veilig. Maar reizen met de auto doe ik wel wanner ik gepensioneerd ben, nu is de fiets nog het beste vervoersmiddel.

Op weg naar Bam werden we ingehaald door Jochem, hij was onder de indruk van onze snelheid. Niet zo gek want we reden die ochtend met een gemiddelde van 32 kilometer per uur de berg af om half twee hadden we er al 120 kilometer op zitten en kwamen we aan in het Akbar tourist guesthouse in Bam.

Bam is in 2005 volledig verwoest door een 12 seconden durende aardbeving. De aardbeving begon om half zes in de ochtend en omdat zoveel mensen thuis waren op dit tijdstip kwamen 40.000 van de 100.000 mensen in de stad om. Nu zie je nog veel winkels in containers en hals opgebouwde huizen. Er is duidelijk weinig geld voor de wederopbouw Ook van de bekende citadel van Bam is weinig over de renovatie zal waarschijnlijk over een jaar of twintig geheel voltooid zijn, dit ook alleen dankzij het geld van UNESCO.

Ook het Akbar hotel ontkwam niet aan de aardbeving. In de Lonely planet staat een heel stuk over hoe de eigenaar een groot deel van zijn familie verloor en het hotel verwoest werd in de aardbeving. Dit stuk is een geweldige promotie geweest voor het hostel en bijna elke reiziger komt er naartoe. Er zijn ook maar weinig andere overnachtingsgelegenheden in de stad en de politie die je escorteert brengt je er regelrecht heen. Helaas heeft de populariteit het hostel weinig goed gedaan en  is het al snel duidelijk dat het de eigenaren alleen om geld te doen is.

Ik had er wel een hele goede tijd want Uedi en Frennie (het zwitserse fietste met wie we de grens over zouden gaan) waren al aangekomen en ook Jochem had zijn landcruiser er geparkeerd. Gezamenlijk aten we een grote pasta maaltijd en dronken we liters maltlimonade, het surrogaat voor bier in Iran.


De nacht voor we vertrokken kwam er ook nog een Duits gezin aan. Zij waren al bijna vier jaar op reis met een VW bus en waren vertrokken toe hun dochter zeven maanden was. In India werd hun zoon geboren. Nu na Noord en Zuid Amerika, Azië en het Middenoosten doorkruist te hebben, zijn ze op weg naar Hamburg. Het geld is op en Maya hun dochter heeft bijna de leeftijd om naar school te gaan. Ondanks dat Maya vloeiend twee talen spreekt en meer gezien heeft van de wereld dan de meeste Duitse schoolmeesters denk ik dat ze het nog moeilijk gaat krijgen in Duitsland. Ik was zeer onder de indruk van het gezin dat met een overvolle VW transporter de wereld rond reisde en als ik later groot ben en een Toyota landcruiser heb, neem ik ook een gezin mee in de auto. :-)

Wegkomen uit Bam was nog niet zo makelijk. Er vertrokken geen bussen uit Bam naar Zahedan maar we moesten opstappen op een bus die vanuit Kerman naar Bam reed. De eerste bus die langskwam lade onze tassen onderin en onze fietsen in de passagiersruimte, vervolgens werd ons een prijs voorgehouden die drie keer hoger was dan ons eerder op het busstation was verteld. Het bleek dat we voor onze fietsen meer betalen dan voor onszelf. Natuurlijk gingen we hier niet mee akkoord. Omdat het voor de bus maar een tussenstop was leverde onze discussie over de prijs hen  alleen maar vertraging op en na enige momenten werden onze fietsen en tassen ruw de bus uit gegooid, hierbij brak de bevestiging van mijn fietspomp. Uedi die er een beetje de pest in had vond dat daar voor betaald moest worden ik had ook wel zin in een verzetje. We blokkeerden de deur van de bus en voordat er betaald was lieten we de jongen die onze spullen zo ruw uit de bus had gegooid er niet in in. Hij probeerde drie keer de bus in te stappen en elke keer dat ik hem tegenhield werd hij bozer. Zonder de aanwezige politiemacht was hij mij zeker te lijf gegaan. Zover kwam het gelukkig niet, uiteindelijk werd de vergoeding voor de schade betaald en kon de bus weer verder rijden. Het was een beetje flauw van ons maar ik was wel een beetje trots dat we niet met onze lieten sollen. De volgende bus rekende ons een normale prijs en we konden op weg naar het beruchte Zahedan.

Het was al donker toen we in Zahedan aankwamen en werden opgewacht door een politieagent. Natuurlijk wilde hij ons eerst naar het dure hotel van zijn keuze escorteren (sommige hotels maken deals met de politie) maar wij hielden voet bij stuk en uiteindelijk konden we naar het hotel dat wij op het oog hadden. Het duurde even om er te komen want de politie gaf alleen escort in het eigen district en elke keer als we een districtgrens over hingen moest er van escort gewisseld worden. De politie begon vermoeiend te worden.

Het Hotel was prima goedkoop vies en lawaaierig, precies zoals je een hotel in Zahedan zou verwachten. Zahedan is de laatste stad voor de grens met pakistan en wordt volgens zeggen beheerst door smokkelaars en bondieten. De kans om ontvoerd te worden is volgens de politie heel erg groot en zonder escort mag je de deur van het hotel dan ook niet uit. Omdat wij een treinkaartje naar Pakistan wilde regelen en geld moesten wisselen werd er de volgende dag weer een escorte opgeroepen. Eerst wilde ze ons in een taxi zetten maar toen we aangaven liever te lopen moesten we maar meerijden in de Toyota pick-up van de politie. Met de eerste escorte haalde we net het einde van de straat, daar hield zijn district op en moesten we wachten op de volgende escorte, de volgende escorte had vervolgens wat moeite om het station te vinden. Het station wordt maar twee keer in de maand gebruikt dus echt gek was dat niet. Op het station aangekomen kregen we te horen dat we de volgende dag terug moesten komen, er was altijd plaats want niemand gebruikte de trein. Meerdere bussen vertrekken elke dag uit Zahedan en leggen het traject veel sneller af.


Wat nog restte was geld wisselen. Het was vrijdag dus de banken waren gesloten maar na even aandringen was de politie bereid ons naar de zwarthandelaren te brengen die ons aan Pakistaanse roepie konden helpen. Erg grappig om in een politieauto naar zwarthandelaren te zoeken, volgens mij is de zwarte handel in geld in Iran toch echt verboden. De politie en de handelaren hadden er beide weinig moeite mee en het leek alsof ze elkaar goed kende. Tegen een zeer slechte koers wisselde we genoeg dollars om de trein te kunne betalen en lieten we ons terug brengen naar het hotel. Uiteindelijk had de politie ons een gratis tour door de stad gegeven en als een prima taxi gefungeerd, we waren wel een beetje teleurgesteld dat de sirene niet aanmocht.

De trein Zahedan- Quetta

De ochtend van vertrek waren we al vroeg wakker, de trein zou om acht uur vertrekken en we moesten er natuurlijk door een politieescorte heen gebracht worden, vertraging gegarandeerd.

Op het station konden we onze fietsen in de goederenwagon inladen en onze tassen meenemen in de passagierswagon. De wagon deelde we met drie iraniers die familie in Pakistan gingen bezoeken. Het reisde tweede klas (de hoogste klas). Tweede klas houdt in dat het heel stoffig is maar dat de banken niet van hout zijn maar maar met zachte voering zijn bedekt. De meeste vensters hadden ramen en die konden nog eens dicht. Gelukkig is slapen geen probleem in een oude trein, in een mum van tijd wordt je in slaap gewiegd om alleen wakker te worden wanneer de trein stopt. Helaas gebeurde dit regelmatig.

Het koste een halve dag om bij de grens te komen. Bij de grens moesten we over een hek klimmen, prikkeldraad omzeilen en een stuk lopen om onze exit stempel te krijgen. De douaniers waren zo verbaast dat we met de trein aangekomen waren dat we direct geholpen werden. Ook de Pakistaanse grens gaf geen problemen, al moesten we een eind lopen om van het station bij de douane te komen.

Toen begon de echte rit door Baluchistan, de beruchte woestijn grenzend aan Afganistan waar het te gevaarlijk wordt geacht om doorheen te fietsen. Het is ook maar een paar honderd kilometer van het gebied vandaan waar de Nederlandse troepen gevechten leveren met de Taliban.


Ondanks de slechte naam van Baluchistan heeft het een prachtig woestijnlandschap. Zandduinen worden afgewisseld door rotswoestijn en regelmatig zagen we wilde dromedarissen door de woestijn sjokken. De kleine uit klei opgetrokken dorpjes leken de afgelopen eeuwen niets veranderd te zijn. Onderweg waren de mensen zeer vriendelijk en zelfs de kinderen waren erg beleefd en leuk. We hadden veel tijd om foto's te nemen en de stationnetjes langs het traject te bezichtigen. De reis duurde uiteindelijk drie volle dagen.

De locomotief ging in de eerste nacht kapot en er moest een vervangende komen uit Quetta. Het was een onspannen ochtend, de kinderen uit de omgeving speelden cricket naast de trein en kwamen zo nu en dan kijken wat wij deden, ook de volwassen hingen er wat rond. We maakte wat soep voor de lunch en aten witbrood met dadels. Meer dan dat hadden we niet en na de derde dag hadden we alle vier darmklachten, je moest eens weten wat voor scheten je van witbrood en dadels gaat laten :-)

Die middag arriveerde de nieuwe locomotief en konden we weer verder. Helaas niet voor lang want bij het laatste station voor het bergebied dat tussen ons en het einddoel lag hielden we weer halt. De conducteur gaf aan dat het te gevaarlijk was om 's nachts door het gebied te reizen maar de volgende ochtend hoorde we dat ook deze locomotief het begeven had. Een derde locomotief werd opgeroepen. Deze locomotief haalde het ook niet door de bergen en tenslotte besloot men de zware goederen wagons los te koppelen en alleen met de passagiers en hun baggage door te reizen.

We kwamen om tien uur 's avonds aan in Quetta, de reis had ongeveer 60 uur geduurd. De bus doet er in het algemeen tien uur over maar gelukkig hadden wij hadden de tijd. De treinreis was een mooie ervaring geweest met prachtige uitzichten en interesante dorpjes. Te zonde om daar met een nachtbus voorbij te rijden.

We zette die nacht onze tenten op in de tuin van het Bloomstar hotel, en de volgende ochtend planden ons vertrek op de fiets. Jammer genoeg kregen we te horen dat, om te fietsen, we toestemming moesten krijgen van het 'Home department' van Baluchistan. En om dat aan te vragen waren we al te laat die dag. Koppig als we zijn gingen we het toch proberen. We werden ondanks onze late entree goed geholpen, en ondanks dat we ongeveer vijf verschillende kamers ingeleid werden en vijf keer ons verhaal moesten doen bereikte we de kamer van de hoogste baas. Er was ondertussen een officieel verzoek geschreven en onze paspoorten en visa waren gekopieerd. Van de hoogste bas kregen we een: 'komt u morgen terug en insjallah krijgt u dan de toestemming'. 
De volgende dag kregen we geen toestemming, er zou contact opgenomen worden met de politie en die zou aangeven of het veilig genoeg was om te fietsen. Komt u morgen terug was de boodschap. Leven de bureaucratie in Pakistan.

Al met al schiet het dus niet op in Pakistan maar gelukkig is het er wel vermakelijk. Pakistan is één grote chaos met gekleurde ricksaws, vriendelijke mensen een bruisende bazaar en overal eten op straat. Het is er ook spotgoedkoop. Op de bazaar kochten Marco en ik een setje Pakistaanse kledij. De shaluar kamis wordt door iedereen in Pakistan gedragen en met een normale broek en T-shirt val je erg uit de toon. De shaluar kamis zit het ook nog eens erg lekker, alsof je de hele dag in je pyjama loop. Hopenlijk kunnen we overmorgen uitvinden of de Pakistaanse kledij ook geschikt is om mee te fietsen want dan willen we met een vergunning op zak richting Multan fietsen, een tocht van ruim een week omdat de directe weg van zo een slechte kwaliteit schijnt te zijn dat zelfs auto's en motoren hem ontwijken. Zonder vergunning zal het weer een treinreis van 24 uur worden, tenminste als er geen locomotief stuk gaat. We zullen wel zien, tot nu toe is Pakistan leuk en interessant en dat kan alleen maar beter worden denk ik.

Ik laat van mij horen


Liefs Kristiaan











[update]
We kregen geen toestemming om te fietsen vanuit Quetta, helaas.

Omdat onze trein naar Multan vroeg de volgende ochtend vertrok pakte we onze tenten in en verhuisden naar het Youth hosten van Quetta.

We merkten dat het hostel in een wat ruiger gedeelte van Quetta stond en onder het fietsen probeerde iemand zelfs spullen uit de tassen van Marco te stelen door zijn tas open te snijden, meer dan ons ontbijt werd gelukkig niet gestolen. Het schokte ons wel erg want we hadden een goed gevoel bij de stad. Die avond gingen we wat eten kopen, helemaal geen probleem dachten we.

Op de terugweg werden we echter bij een controlepost tot stoppen gemaand en apart genomen. We werden vervolgens ruim een uur, onvriendelijk maar "voor onze eigen veiligheid" ondervraagd. Uiteindelijk brachten ze ons onder escorte naar het hostel.

Een kleine twee uur later, ik stond net mijn tanden te poetsen, stond er opeens een legercommandant met acht commando's  in het hostel. We mochten daar absoluut niet zijn en schenen ernstig gevaar voor ons leven te lopen. (beetje overdreven) We werden nogmaals ondervraagd en kregen te horen dat we onze spullen moesten inpakken en mee moesten komen.

Het was een erg surrealistische situatie in een bouwvallig hostel met overal zwaar bewapende soldaten, erg vermoeiend en intimiderend. We werden naar een politiegebouw geëscorteerd door twee pick ups met beide vier soldaten achterop. Op het politiebureau konden we nog een paar uur slapen tot onze trein vertrok.

Na dit gebeuren besloten we maar direct naar Islamabad door te reizen om ons Indiaas visa op te halen. Fietsen tussen militaire controleposten met of zonder escorte hoefde even niet meer.

Nu rusten we uit van al het treinreizen op de Tourist campsite van Islamabad waar we 10 dagen op ons Indiase visum moeten wachten. Ondertussen staan we met zeven reizigers op de camping waarvan vijf fietsers, heel gezellig.

We vinden het wel jammer dat we niet door Pakistan hebben gefietst en ik kom zeker nog eens terug om het noorden te bezoeken. Dat schijnt wonderbaarlijk mooi te zijn.

02 oktober, 2009

Iran

Iran, een heftige periode maar het gaat verder.
 
Elk land is wennen als je binnenkomt maar Iran was wel een behoorlijke schok. Vooral het verkeer in de steden is absurd. Iedereen rijdt auto en nog meer mensen rijden op kleine motorfietsen, de straten in de steden zijn dus altijd chaotisch vol. In Iran heb je geen verkeersregels, de grootste heeft vaak voorrang maar ook niet altijd. Het is dan ook niet gek dat Teheran het hoogste percentage aan verkeersongelukken kent in de wereld. Ik hoorde dat er sinds de oorlog met Irak al meer mensen in het verkeer zijn omgekomen dan in die oorlog. Daar fiets ik dan lekker tussendoor. Het is maar goed dat ik een Amsterdamse fietsstijl heb want anders zou ik niet vooruit komen. De andere wegen zijn ook druk. Dat is jammer want samen met het eentonige landschap maakt dat het fietsen niet zo leuk.

De eerste nacht in Iran sliep ik dan ook langs een drukke weg, naast een boer die daar zijn groentenveld had. In de zomer kampeerde hij daar waarschijnlijk om zijn oogst te bewaken. Ik vroeg of ik naast hem mocht kamperen en werd vervolgens voor het eten uitgenodigd. Ideaal mee eten en in je eigen tent slapen. Het was jammer dat de communicatie een beetje stuk liep op de taalbarrière. 

Na twee dagen in Iran was ik voor het eerst ziek. Waarschijnlijk teveel in de zon gefietst, te weinig gedronken en iets verkeerds gegeten. Ik verdenk het laatste handje pinda's bij de lunch waar wel heel veel gruis bij zat. 

Bij een familie waar ik die dag aanklopte om in de tuin te kamperen, at ik nog een heerlijke maaltijd. De volgende ochtend zat ik daar echter nog steeds vol van en voelde ik mij niet zo goed. Na allerlei drankjes, om mijn maag goed te krijgen,was de top bereikt en kwam alles inclusief de lunch van de dag ervoor eruit. Ik haalde maar net het toilet in de tuin. De rest van de dag kon ik niet anders doen dan slapen en een beetje fruit eten. De familie was behulpzaam en probeerde me op allerlei manieren te helpen maar kon niet veel meer doen dan me te laten liggen. Gelukkig voelde ik me de volgende dag veel beter. De familie vond dat ik maar beter kon gaan, er kwam heel slecht weer aan en ik kon maar beter naar het zuiden fietsen. Ik wilde hun gastvrijheid niet misbruiken dus stapte ik met lege benen op de fiets.


Ik voelde me erg slap en had nog steeds weinig trek. Gelukkig werd ik na 40 kilometer in een dorpje van de weg geplukt door Zhalleh, een studente Engelse literatuur. Ze nodigde me uit om bij haar familie te komen
overnachten.

In Iran is het erg ongewoon om vreemde mannen mee naar huis te nemen maar het was een rebelse meid en na het goede voorbeeld van haar moeder ging binnenshuis zelfs het hoofddoekje af. Het was heel gezellig. We spraken over Nederland en Iran en over de puinhoop die het in Iran is. Via de satelliet (verboden in Iran) zag ik zelfs een stukje 1vandaag op tv. Die avond was mijn maag ook weer goed genoeg om lekker mee te eten.

Slapen is leuk in Iran, er worden dunne matrassen op de vloer gelegd en de hele familie slaapt in de huiskamer. Als er een gast is, slapen de mannen en vrouwen wel apart. Soms krijg ik een eigen kamer aangeboden waar ik op de grond kan slapen. Op de grond slapen is helemaal niet vervelend in Iran want overal liggen dikke Iranese tapijten. Sommige huizen hebben helemaal geen meubels (op een tv-kastje na). Zitten doe je met een kussen tegen de muur en eten wordt op een groot plastic op de grond uitgestald, net picknicken binnenshuis. 

Na de gezellige avond bij de familie van Zhalleh voelde  ik me alweer sterker en de volgende dag ging ik weer op stap. Het was nog een heel eind naar Esfahan waar ik mijn visum wilde gaan verlengen en de dagen begonnen langzaam op te raken.




Die avond eindigde ik in een stadje en merkte voor het eerst het effect van de ramadan. Alle eettenjes waren dicht en in het hostel waar ik verbleef was geen mogelijkheid om te koken. Ik had nog brood en fruit maar een stevige maaltijd zat er niet in die avond.

Toen ik op zoek ging naar een eettentje werd ik al snel omringd door een groep Iraniërs. Ze waren heel geïnteresseerd in wat ik van Iran vond, of andere landen beter waren, welk percentage van de Nederlandse bevolking moslim is en wat het standpunt van Nederland is tegenover de Israëlische bezetting van Palestina. Ik merkte dat het laatste punt gevoelig bij hen lag en gelukkig heb ik geen flauw idee wat het standpunt van Nederland is, hoeveel moslims er zijn en wat het beste land is, vond ik maar een rare vraag. Gelukkig werd ik gered door een Engels sprekende jongen die mij meenam voor een ijsje en veel wilde weten over hoe mannen en vrouwen in Nederland met elkaar omgingen. Zijn beeld van het westen op dit punt was werkelijk verbijsterend en ik kon het op mijn beurt niet laten om de islamitische houding tegenover de vrouw te bekritiseren. Niet zo slim want toen ik het standpunt dat Allah een man is (dat heeft hij zelf tegen Mohammed gezegd) in twijfel nam, wees hij mij erop dat ik maar voorzichtig moest zijn met zulke uitspraken, daar kon je toch echt de gevangenis voor ingaan.

Ik had het de volgende dagen behoorlijk zwaar.

Ik moest mijn visum gaan verlengen en daarna zou ik een Pakistaans visum moeten regelen. Ik ontdekte dat ik geen visum voor Pakistan kon krijgen in de stad bij de grens want die worden alleen nog maar aan Iraniërs verstrekt dus ik zou helemaal terug moeten naar Teheran. De eenzaamheid sloeg ook toe en ik durfde niet meer te hopen op het ontmoeten van andere fietsers 'want wie gaat er nu naar Pakistan'? Ergens een tijdje blijven hangen om op adem te komen ging ook niet want er waren maar een beperkt aantal dagen op mijn visum over. Kortom het ging even niet lekker.

Het idee om alleen door Pakistan te fietsen begon mij erg tegen te staan, meer drukke wegen en weinig contacten en ook nog eens een onveilige situatie met de Taliban. Ik zat erg in de put en elke ochtend werd ik wakker met een drukkender gevoel dat ik het beste zou kunnen omschrijven als een lichte maar constante wanhoop. Ik had weinig zin om door te fietsen en begon andere opties af te wegen.

Eerst dacht ik erover om naar Nepal te vliegen om Pakistan over te slaan maar geleidelijk werden ook Bangkok en zelfs Amsterdam mogelijkheden. Alleen door Pakistan fietsen leek mij geen optie meer, Omdat ik er toch al over dacht om de reis niet meer geheel per fiets af te leggen, begon ik ook hard te denken of ik wel zin had om door India en Zuidoost Azië te fietsen.

Ik wist het niet meer. Ik was moe, alleen en het fietsen ging ook niet lekker. Kortom ik zat in de put. In Kashan vond ik een internet café waar ik de vluchten vanuit Teheran bekeek. Het was nog mogelijk ook om overal heen te vliegen (verdomde E-tickets). Na mijn moeder gesproken te hebben via skype besloot ik een ticket naar Nederland te reserveren en een time-out in Nederland te nemen.

Een grote stap en ergens in mijn achterhoofd betekende dit het einde van mijn reis. Ik noemde het een time-out waarin ik zou besluiten hoe ik verder zou gaan. Backpacken door Azië, fietsen van Zuid naar Noord Amerika of gewoon helemaal niets meer. Ik was in grote verwarring want geen van deze opties sprak mij erg aan.

Ik sliep erg slecht die nachten en werd vaak midden in de nacht wakker met een enorm spijt gevoel. Overdag kon ik aan niets anders denken. Mijn ergste gedachte was dat ik in Esfahan andere fietsers tegen zou komen waar ik mee naar Pakistan zou kunnen fietsen. Ik had in Esfahan een couchsurfing adresje dus die kans was klein, maar ik wist ook dat Allah zijn ironische kanten heeft.

Onderweg, van Kashan naar Natanz, werd ik ook nog even gepest door een aantal Iranese soldaten. De weg waarover ik fietste, liep langs een grote legerbasis, zo één waar atoombommen gemaakt worden. Al snel reed er een motor met twee soldaten naast me die me gebaarden te stoppen. Ze droegen allebei kalasjnikovs over de schouder en aan hun riem hing een groot revolver, ik stopte dus maar. Ze pakte mijn paspoort af en reden weg naar de ingang van de legerbasis. Ik had maar te volgen. Bij de ingang van de basis wisten ze echter niet zo goed wat ze met me aan moesten. Was ik nou een spion of een toerist? Ze lieten me mijn laatste foto verwijderen, één van een rots 10 kilometer terug, en er werd me streng gevraagd of er niet iets in mijn tassen zat dat me in de problemen zou gaan brengen. Het juiste antwoord leek mij 'Nee' en daarmee namen ze genoegen. Ik hoefde mijn tassen gelukkig niet open te maken. Wel deden ze nog een half uur moeilijk, schreven ze de gegevens uit mijn paspoort over en maakte ze twee foto's van me, één met de soldaten erbij voor het plakboek en één van mij alleen, voor de 'Most Wanted' poster, mocht die er komen. Op beide foto's lachte ik vriendelijk. 

De laatste twee dagen naar Esfahan bleken wind mee en naar beneden te gaan. Dat samen met gebrek aan een slaapplaats maakte dat ik een dag eerder in Efahan aankwam dan ik via couchsurfing had afgesproken. Toen ik even stopte om bij te komen van de chaotische drukte in de straten van Esfahan werd ik geroepen door de eigenaar van een hostel aan de overkant van de straat. Het Amir kabir Hostel bleek een veel door reizigers bezocht hostel en toen ik de dorm binnen kwam stonden daar vier zilveren Vaude fietstassen op mij te wachten. Ik wist even niet meer hoe ik het had.

Die avond at en sprak ik samen met drie reizigers die over land op weg naar India waren. De hele avond voelde ik me ziek van spijt want die ene week waren er al vijf fietsers richting Pakistan vertrokken, dus toch! Na een slapeloze nacht en een dag van hard denken over wat ik echt wilde, annuleerde ik mijn vlucht.  Het couchsurfing adresje belde ik af want ik voelde me helemaal thuis in het hostel.



Het doel was terug en daarmee een hernieuwde energie zoals ik al tijden niet had gevoeld. Het reizen was opeens weer het leukste wat er was. De kosten die het annuleren met zich mee bracht heb ik weggeschreven onder wijze levensles No. 1.

Om Pakistan door te gaan heb ik met Marco, een Zwitserse ligfietser (www.accroscontinents.ch),  afgesproken om voor de grens samen te komen en de bus door Taliban gebied te nemen. Veilig in oost Pakistan, fietsen we naar Islamabad om ons visum voor India te regelen. Daarna zien we weer verder, misschien ga ik eerst maar eens bij de Dalai Lama op bezoek, die woont niet ver van de grensovergang met Pakistan.

Een mooi plan maar mijn schrijnende gebrek aan een Pakistaans visum was er nog steeds.
Het visum voor Pakistan is verkrijgbaar in Teheran, één van de slechtste steden om je in te begeven,  Maar soms heb je geen keus, dus reisde ik met een slaaptrein naar de hoofdstad. De slaaptreinen zijn erg comfortabel in Iran en heel goedkoop. Zeven uur reizen voor nog geen vijf euro, daarvoor krijg je ook een flesje water, een kussen en lakens om onder te slapen.

Teheran is een stad met 18 miljoen inwoners en volgens mij evenveel auto's maar zonder enige bezienswaardigheden. Deze stad is ongezond, de luchtverontreiniging, het lawaai, het gebrek aan groente en fruit, het is rampzalig. En dan het verkeer, oversteken doe je door op de juiste snelheid tussen de voorbijrazende auto's en motoren door te lopen. Het oude links dan rechts dan weer links kijken werkt hier niet. Je loopt gewoon. Toch zie je hier weinig agressie in het verkeer Het is een grote chaos maar daarin doet iedereen zijn best om de boel in beweging te houden. Helaas rijden de motoren daarvoor ook regelmatig over de stoep wat het nergens echt veilig maakt.

In Teheran nam ik mijn intrek in het goedkoopste hostel van de stad. Ik deel een kamer met wat   reizigers die ook al maanden reizen en waarvan één ook zijn Pakistaans visum komt halen. Het is best gezellig en daarnaast kan ik ook weer eens een boek lezen.  Het voelt weer als reizen. Zo zie je maar hoe het kan lopen.

Echt ideaal is het ook niet hoor, de kamer is lawaaierig, stinkt een beetje en één van de reizigers is een oude hippie die waarschijnlijk teveel drugs heeft gebruikt in de jaren 60 en nu een beetje de weg kwijt is. Niet de ideale kamergenoot maar wel boeiend. De anderen, Pools, Japans en Koreaans zijn wel goede kamergenoten. Dat is fijn want door het islamitische weekend, op donderdag en vrijdag, moet ik vier dagen op mijn visum wachten voordat ik terug naar mijn fiets in Esfahan kan.

Mijn fiets en kampeer spulletjes mis ik wel, elke keer dat openbaar vervoer, gedeelde taxi's en al dat geloop verschrikkelijk, wie wil er nu backpacken ;-) In het vorige hostel hadden de backpackers maar geluk met twee fietsers want met twee benzinebrandertjes kan je hele uitgebreide lekkere maaltijden maken. Dat is beter dan elke dag kebab.

Het wachten werd wel even onderbroken door een feestje op de Nederlandse Ambassade. Het nieuwe gebouw werd geopend en dat moest gevierd worden. Er waren een heleboel mensen in nette pakken en ook nog twee andere fietsstelletjes waarvan ik er één al in Cappadocia had ontmoet. Erg grappig hoe klein het wereldje is en leuk om hun verhalen te horen. Wel frustrerend om te horen dat zij alleen maar geluk hadden met hun visum en nog twee maanden in Iran mogen blijven.

Bij de ingang heb ik de ambassadeur nog een hand gegeven en even vertelt wat ik deed. Hij was onder de indruk. Bij het weggaan, kregen we Jip en Janneke boeken in Farsi mee, de eerste vertalingen maar helaas te zwaar voor mijn fietstassen.

Het was een leuk feest met veel Nederlandse hapjes zoals haring, bitterballen en saté. Er werd ook alcohol geschonken want we waren tenslotte op Nederlands grondgebied en daar gelden de Iraanse wetten niet. Ik was samen met Jaroslaw een Poolse reiziger naar het feest gegaan en we deden ons tegoed aan alle lekkernijen en drankjes.

Toen het feestje ten einde liep werden we uitgenodigd om verder te feesten bij een Iraanse kunstenares en een paar van haar vrienden. Van de barman kregen we twee flessen wijn mee (heel stiekem) en met haar Jeep scheurden we naar één van de buitenwijken van de stad. Ze bleek een  bekende en succesvolle schilder te zijn en woonde in een leuk klein appartement in Noord Teheran, het rijke deel maar wel met hele hoge torenflats. Het deed me een beetje Bijlmer aan maar dan zoals het had moeten zijn, veilig met veel groen en vogeltjes.

In haar huis leerde ik een heel nieuw Iran kennen, er werd volop gedronken en jointjes gerookt, het had zo Europa kunnen zijn. Alles wat in andere landen gebeurt, gebeurt in Iran blijkbaar ook maar dan verborgen. Je moet dus de juiste mensen leren kennen om het te zien. Er schijnen zelfs nachtclubs te zijn (waar je als toerist niet inkomt). Ook worden er grote feesten georganiseerd waar de Iraanse homo scene rijk vertegenwoordigd is. Het gebruik van drugs is net zo normaal als in Amsterdam. Ook daten jongeren met elkaar zoals overal maar dan niet zo openlijk.

Die avond dronken we de wijn en aten nog wat hapjes en bekeken we de schilderijen. Daarnaast was vooral reizen en het leven in Iran een geliefd onderwerp van gesprek. Het was  erg gezellig maar rond drie uur 's nachts was ik wel behoorlijk moe. Het hostel was zeker 20 kilometer zuidelijker dus bleven we op de bank slapen. Het was een boeiende avond zonder dat religie of Palestina ook maar ter sprake kwam. Bij het ontbijt ging het gewoon weer gezellig verder en dronk ik eindelijk weer eens normale koffie. Iran heeft twee gezichten dat is nu wel duidelijk.


Morgen krijg ik hopelijk mijn Pakistaanse visum. Voor morgen avond heb ik al een kaartje voor de trein dus als het goed is ben ik al snel terug in Esfahan. Vanuit Esfahan vertrek ik richting het oosten, de echte woestijn in, maar nu met veel zin in nieuwe avonturen.

Ik houd jullie op de hoogte. Foto's uploaden gaat niet zo best want de verbindingen zijn erg langzaam, die komen dus nog. Op de meeste interessante plaatsen mag je hier geen foto's maken dus echt veel zullen het er niet zijn

Liefs Kristiaan