28 december, 2009

Kerst in Rishikesh


Kerstavond, ik zit te kletsen met een Duitse hippie en een sadu. De hippie is zelf al twee eerdere keren op de fiets naar India gekomen en mist zijn fiets deze keer erg. Hij gaat gekleed als een sadu en spreekt vloeiend Hindi. Omdat ik naast de twee sadu's zit krijg ik ook twee bananen en Indiase zoetigheid die uitgedeeld worden aan de 'heilige mannen'. Sadu's zijn tegenwoordig een soort geïnstitueerde bedelaars geworden. Vroeger keerden de sadu's zich af van de samenleving en trokken ze zich terug in de bergen om zich aan hun spirituele zoektocht te wijden. Tegenwoordig roken ze  voornamelijk hasjiesj en bedelen ze bij toeristen. Volgens de lonley planet kunnen sommige sadu's gevaarlijk zijn maar daar heb ik nog niets van gemerkt. Er zijn waarschijnlijk ook nog echte sadu's maar die kom ik natuurlijk niet tegen omdat ze zich terugtrekken in de bergen om zich aan hun spirituele zoektocht te wijden :-)

De Duitse hippie is hier voor de Kumba Mela,  het grootste religieuze festival ter wereld waar duizenden mensen een bad in de Ganges komen nemen. De Kumba Mela begint volgende maand  en net als de vorige keer toen ik in India was (de Kumba Mela vind elke 4 jaar plaats) heb ik besloten het massale gebeuren toch maar over te slaan.


Drie dagen eerder had ik afscheid genomen van Eugeni en Kaori. Kaori zat er helemaal doorheen en kon het mentaal niet meer opbrengen verder te gaan. Dit gaf behoorlijke spanning en Eugeni besloot haar met de bus naar Delhi te brengen en haar op het vliegtuig terug naar Japan te zetten. Voor haar is de reis over maar Eugeni zal ik nog wel tegenkomen. Ik was dus weer alleen. Sinds Esfahan, Iran had ik niet meer alleen gefietst dus dat was even wennen maar de vrijheid voelde goed en al snel had ik mijn eigen ritme weer te pakken.

Op mijn weg naar Rishikesh was ik uitgenodigd door Shalina om kerst te komen vieren met haar christelijke familie. Ik had die nacht ervoor op het dak van een restaurant gekampeerd en door de ochtenddauw moest ik mijn tent later die dag in de zon drogen. Dat deed ik op de juiste plaats want Shalina zag mij staan en ik had een leuk adresje voor eerste kerstdag.

Het werd een leuke kerst met veel kletsen en nog meer eten. Er stond zelfs kip op het menu, iets wat ik sinds Pakistan niet meer gegeten had. Er werd een kampvuur gemaakt in de tuin en met de hete kolen werd het huis binnen verwarmd. Dat ging even mis omdat er nog een stukje hout tussen de kooltjes verscholen lag en al snel stond de hele kamer vol met rook, typisch voor het dorpsleven volgens Shalina. Aan het eind van de avond  dronken we nog een pittige kop chai. Het geheim om een pittige chai te maken is om naast gember en kardemon ook zwarte peperkorrels mee te koken.

Dus voor een koude Nederlandse winteravond:

Kook in sterke zwarte thee een ruime hoeveelheid geplette gember, kardemon en wat zwarte peperkorrels. Laat even doorkoken. Voeg dan een redelijke hoeveelheid suiker of honing toe en 1/3 deel (soya)melk. Laat nogmaals een tijdje doorkoken. Zeef de melkthee in grote mokken en geniet.
Ook goed bij keelpijn en verkoudheid.

De volgende ochtend ontbeten we met alu paratha's, gevulde chapaties (indiaas plat, ongerezen brood) met aardappel en kruiden gebakken op een hete plaat met olie. Erg lekker en ondanks de geruime hoeveelheid olie kan je er alsmaar van door blijven eten, zeker met de zelfgemaakte pindakaas die op tafel stond. Huisgemaakte paratha's zijn hemels.


Ik mocht de familie wel, de vader met zwaar overgewicht en diabetes, het jongste zusje dat als verpleegster werkte in provincie Punjab maar dolgraag in het westen wil werken (als iemand nog connecties heeft in een Nederlands ziekenhuis houdt ze zich aanbevolen). De oudste zus hield het huishouden op orde. In het kleine huisje met twee en een halve kamer hadden ze ook nog eens drie honden waarvan één op het punt stond om puppy's te krijgen. Toch vonden ze ruimte om mij een bed aan te bieden, in het andere bed sliepen zij met z'n vieren. Als dat niet de kerstgedachte is weet ik het ook niet.

Shalina is juf in Rishikesh maar probeert fondsen te vinden om een school voor wezen zonder kans op adoptie te starten. Wezen waarvan niet duidelijk is welke religie de ouders hadden maken namelijk weinig kans om geadopteerd te worden en zijn één van de meest kansarmen in India. Verdrietig genoeg worden in India nog steeds kinderen door hun ouders achtergelaten om in het gunstigste geval zonder familiegeschiedenis in een weeshuis te belanden.

Shalina heeft zelf een soort pleegouders in Australië. Dit zijn een Nederlandse pastoor en zijn vrouw. Hoe het precies werkte met pleegouders snapte ik niet helemaal maar Shalina was tweemaal naar Australië geweest op de foto's die ze me liet zien herkende ik duidelijk de Nederlandse koppen. Nog duidelijker herkende ik de EO maar het was dan ook een kerkelijk genootschap en dat paste wel bij kerstmis.

Omdat haar pleegouders Nederlands spraken kende Shalina een aantal Nederlandse woorden. Ze probeerde die echter zo min mogelijk te gebruiken omdat ze bang was om haar keel te bezeren met alle schkrggg Rrrggg klanken. De familie was ook  helemaal weg van de Kerst CD van Herman van Veen die ik ze op mijn Ipod liet horen. De melodie kende ze en de schkrggg Rrrggg invulling van de tekst vonden ze erg grappig.


Tweede kerstdag fietste ik weer terug naar Rishikesh. Ik moest ruim voor zonsondergang vertrekken want de weg tussen het dorp en Rishikesh wordt gevaarlijk tijdens de schemering omdat luipaarden en olifanten dan de weg opkomen. Een aantal weken terug waren twee manen in dat bos platgetrapt door een olifant. Ik moest dus maar even bellen als ik veilig aangekomen was in Rishikesh. Ik had dolgraag een luipaard of olifant gezien maar helaas de weg was helemaal leeg en ik zoefde heerlijk  door het bos terug naar mijn Ashram waar ik een kamertje had aangehouden.

Acht jaar geleden was ik ook in Rishikesh en sliep ik in de zelfde Ashram. Het is dus een feest van herkenning, vooral omdat er niet veel is verandert in de afgelopen jaren. De verandering die het meest opvalt zijn de motoren die tegenwoordig door de kleine steegjes scheuren. In de laatste jaren hebben jongeren meer geld te besteden gekregen en is de prijs van motoren behoorlijk gedaald. Het resultaat is dat overal in India (net als in Turkije en Iran) jongeren motoren rijden, zonder helm en zonder respect voor andere weggebruikers. Het ergste is nog dat de motoren ook op de voetgangers paden rijden en daarbij de claxon gebruiken om te laten horen dat ze eraan komen en niet zullen stoppen. Als een voetganger aangereden wordt is dat pech voor de voetganger want aansprakelijkheid bestaat niet in India.

De jongeren die rijden vaak met drie personen op één motor,  heel soms draagt één van hen een helm. Elke dag gebeuren er ongelukken met deze motoren, op mijn weg zag ik er al twee. In één geval waren twee van de jongens er zeer slecht aan toe, onder het bloed van meerdere hoofdwonden waren ze niet meer in staat rechop te staan ik kan me goed voorstellen dat het aantal dodelijke verkeersslachtoffers in India de afgelopen tien jaar vertwintigvoudigd is.

Op de motoren na is er weinig verandert in Rishikesh, het is nog steeds een circus van yoga en meditatiecursussen. Wat me opvalt is dat de reizigers elkaar zoveel mogelijk proberen te negeren. Het is alsof ze het idee willen hebben dat ze op een originele authentieke plaats in India zijn die zij als eerste hebben ontdekt en waar geen andere toeristen komen. Dat is vreemd omdat Rishikesh één van de grootste toeristische trekpleisters van India is, zowel onder Indiase toeristen als westerlingen. Maar  ergens is het ook wel begrijpelijk want in de zoektocht naar het spirituele past het 'loney planet toerisme' natuurlijk niet.

Al met al  is is het spirituele toerisme de grootste inkomstenbron in Rishikesh en de de yoga cursussen worden steeds exotischer of intensiever, 'Tika Yoga'?????, Yoga gecombineerd met CBN for better result????? Yoga voor een platte buik, noem maar op. Acht jaar geleden was het nog gewoon Hatha yoga en soms wat Kundalini maar dat lijkt nu helemaal uit.

Ondanks mijn desinteresse in de yoga deze keer vermaak ik me wel, ik doe mijn was, lees een boek en surf het internet. Af en toe spreek ik een reiziger of een sadu en plan ondertussen mijn fietstocht naar Varanasi. Ik vermaak me wel. De twijfels die ik had in Manekaran zijn verdwenen. Ik blijf lekker een tijdje in Azië en laat het vliegen nog even achterwege. Er is nog genoeg te ontdekken in dit contintinent voordat ik aan een nieuwe begin.

Eerst maar eens naar Varanasi fietsen, waarschijnlijk passeer ik de magische 10.000km grens op mijn teller. :-)

Voor nu, allemaal een fijne jaarwisseling gewenst.

Liefs Kristiaan

11 december, 2009

Heilige hete bronnen in Manekaran.


Het begon langzamerhand koud te worden in Dharamkot en Mc Leod Ganj had naast veel herrineringen aan mijn bezoek in 2001 niet veel meer te bieden. Eugeni en Kaori en ik sjouwden onze tassen en fietsen het pad af naar Bhagsu lager op de berg Daar konden we beginnen met fietsen. Het was een heerlijk begin, een waterig zonnetje en de eerste 15 kilometer zoefden we zonder te trappen de berg af.

De Indiase Himalaya is niet het typische chaotische India, de wegen zijn relatief rustig en de mensen lachen vriendlijk. Het uitzicht is fantastisch met besneeuwde toppen en terrassen over de hellingen. Het eten is wel het zelfde, rijst met linzen en soms een curry maar daar kan je dan ook heerlijk op fietsen.

Na een paar uur fietsen komen we een Frans stel tegen dat met twee kleine lastpaarden op weg is naar Dharamsala. Ze zijn blij ons te zien want ze hebben al in geen twee maanden westerlingen gezien en kunnen eindelijk weer even kletsen. Ze doen een soort proef met het reizen met de paarden om in de zomer een half jaar door Tibet te lopen. Het is nog twee dagen lopen naar Dharamsala en de vrouw van het stel heeft het duidelijk gehad, hoopvol vraagt ze of er warme douches zijn in Dharamsala, gelukkig kunnen we dat beamen. Helaas zullen we zelf nog vijf dagen zonder douch moeten doen, maar we zijn dan ook op weg naar iets beters, de natuurlijke hete bronnen van Manekaran in de Parvati vallei.

De volgende dagen gaan langzaan bergop en snel bergaf. We namen een shortcut op de kaart die in het echt net zo lang bleek te zijn De route ging echter over de berg in plaats van eromheen zoals de grote weg. Gelukkig is het wel veel rustiger en mooier en we genieten van de weg. Elke nacht kamperen we langs de weg en koken we 's avonds ons eigen simpele potje. Om acht uur wordt het vaak te koud en kruipen we in onze slaapzakken en slapen zeker 12 uur. Ik ben blij met mijn warme slaapzak want zelden voel ik 's nachts de kou. Één ochtend zit er ijs op mijn tent en regent het binnen van de condens. Dat is minder fijn want kou kan ik hebben maar in combinatie met nattigheid wordt het onaangenaam.

Na vijf dagen komen we aan in Manekaran. Na schriftelijke toestemming van de politie gekregen te hebben mogen we in de Gurdwala (een sikh tempel zoals in Amritsar) overnachten. Deze Gurdwala heeft geen gouden tempel maar iets anders, een natuurlijke hete bron in de kelder waar de sikhs komen baden. Na een heerlijke Indiase maaltijd haasten we ons naar de hete bron. Na vijf dagen klimmen is het hete bad een genot voor de benen. De Sikhs zijn trots dat wij er zijn. We zijn de eerste fietsers en op dit moment zelfs de enige buitenlanders in de tempel. We mogen zo lang blijven als we willen, er wordt 24 uur per dag eten gekookt en er is altijd hete chai. In de sikhs tempels is dit allemaal gratis.

Het is een bijzondere omgeving. Twee tempels, de gurdwala en een hindu tempel, zijn gebouwd op de plek waar de hete bron met veel stoom in de rivier uitkomt. Alle binnenverblijven van de gurdwala zijn met stoom gevuld en buiten rijzen stoomwolken uit de rivier op. Er zijn ook veel hotels die hun eigen hete baden hebben en in de bazaar is een openbaar bad.

Het is een ervaring op zich om samen met de Indiers, al dan niet met tulband, te baden. Zij gebruiken voornamelijk emmers om zichzelf en hun kleren buiten het bad te wassen en is er het een behoorlijke drukte. Voor het openbare bad liggen mensen op de stenen, verwarmd door de bron, te slapen of wat te zitten. In het bad van de Gurdwala hangt er altijd een dikke mist van stoom zoals in en Turks stoombad wat het nog meer een ervaring maakt. Vaak is het water zo heet dat je er maar even in kan om dan zo rood als een kreeft langs de rand van het bad op te drogen. Na een bad ben je gegarandeerd twee tot drie uur warm.

We doen dus maar weinig hier. De dag begint meestal met een bad en daarna is het afwisselend wandelen, lezen, eten en baden. Een heerlijke dagbesteding maar het geeft ook veel ruimte om na te denken.

Ik ben hier in een mentale tweestrijd terecht gekomen over hoe mijn reis voort te zetten. Aan de ene kant kan ik mijn reis oostwaarts voortzetten en vanuit Calcutta het vliegtuig naar Bankok nemen. Van Bankok zou ik dan via Vietnam en China naar Taiwan fietsen om deze zomer naar Alaska te vliegen.

Aan de andere kant kan ik wat langer in India blijven en via de Karakoram highway in Noord Pakistan naar China fietsen om daar via het binnenland of Tibet naar Zuid Oost Azië te fietsen. Vandaar zou ik of naar Taiwan of naar Zuid Korea kunnen gaan om daar het vliegtuig te nemen.


Dit plan zou betekenen dat ik pas een zomer later in Alaska aan zou komen.

Het is de keuze tussen veel van Azië missen of Noord en Zuid Amerika een jaar uitstellen.

Het beangstigd me een beetje een plan te maken om nog 18 maanden in Azië te zijn maar ik heb er ook altijd van gedroomd om de grote gebergten van Azië te doorkruisen en het geeft me veel tijd om meer van Azië te zien.

Nog steeds ben ik er niet uit maar ik heb ontdekt dat ik 's morgens de voorkeur geef aan vliegen vanuit Calcutta en 's avonds aan de route via Pakistan en China. Overdag ben ik in lichte verwarring. Gelukkig heb ik nog een eind fietsen en een meditatie retreate van 20 dagen voor dat ik werkelijk een keuze moet maken.

Misschien kan een frisse blik vanuit Nederland mij helpen met mijn keuze dus alle inzichten zijn welkom.

Binnenkort vertrek ik met Eugeni en Kaori richting Varanasie en vandaar ga ik naar Bodh Gaya om te mediteren. Dat is zeker nog 2000 kilometer fietsen dus zal er vast nog wel het een en ander op mijn pad komen.

Ik houd jullie op de hoogte.

Liefs
Kristiaan

27 november, 2009

India & de Himalaya


Aangekomen in Amritsar was het niet moeilijk de gouden Sikh tempel te vinden. Het is de grootste bezienswaardigheid in de omgeving. De Sikhs zijn vanuit hun geloof gastvrij. Iedereen is welkom om een aantal nachten in de tempel te overnachten en je kan er 24 uur per dag meeeten. Voor buitenlanders is er een aparte slaapzaal.

Het was een grote schok toen we de slaapzaal binnen kwamen. Na lange tijd in islamitische landen gereisd te hebben waren we allemaal gewend geraakt aan een seksloze omgeving zonder veel vrouwen. Het was een cultuurshock om de slaapzaal binnen te komen waar jonge reizigsters zich zonder belemering vrij rondbewogen en waar stelletjes lepeltje lepeltje lagen te slapen. Even stonden we vol verbazing te staren en voelden we ons net Pakistanen, gelukkig herstelden we al snel en mengden we ons in het backpackers gezelschap. Natuurlijk was iedereen erg onder de indruk van onze fietstocht.



In de Sikh tempel was het een chaotische drukte met een constante stroom van pelgrims en Indiase toeristen. Elke dag komen duizenden mensen naar de tempel en veel van hen eten er een maaltijd. Vrijwilligers zijn dag en nacht bezig met het koken van de maaltijden en het afwassen van de borden. In de tempel ligt een heilig boek van één van de Sikh guru's en daar wordt van 's morgens vroeg tot 's avonds laat tegen gezongen Het zingen wordt met luidsprekers door de tempel verspreid en met het geluid van duizenden borden en schaaltjes geeft dit een onvergetelijke symfonie.



Zoals in veel plaatsen waar veel backpacker komen het makkelijk om aan informatie te komen over wat er zoal gebeurd in het land en zo kwam ik er snel achter dat de Dalai Lama een aantal lezingen zou geven in Dharamsala. Eugeni en Kaori wilde daar ook wel heen dus besloten we samen te gaan. Kaori ging met de bus, zij had het en beetje gehad met het fietsen. Eugeni en ik gingen wel op de fiets.


Het was een mooie tocht van drie dagen. Eerst fietsten we langs een drukke weg en sliepen die nacht bij een Sikh die stoelen en matrassen voor bruiloften verhuurde. Hij had genoeg matrassen waar we die nacht op konden slapen. Hij sprak niet zoveel Engels en gaf naar eigen inzicht antwoord op onze vragen. Zo kwamen we erachter wat een goede prijs was voor een maaltijd toen we hem vroegen hoe lang hij getrouwd was en vertelde hij ons dat hij twee keer getrouwd was geweest en twee kinderen had toen we hem vroegen of zijn zaak goed draaide. Hij had tien jaar in het leger gezeten en we merkten dat hij er nog steeds een militaire discipline had, om zes uur de volgende ochtend, het was nog steeds donker en koud, maakte hij ons wakker en begon zijn zaak op te zetten. We kregen chai (melkthee met suiker) op bed maar echt blij waren we niet met het vroegen waken want in het donker en met een dikke herfst mist konden we nog niet fietsen. Na nog een kop chai werd het licht en konden we weer op pad.

Die dag bereikten we de voet van de Himalaya, de weg werd rustiger, de lucht zuiverder en het uitzicht fantastisch. We konden die nacht zelfs naast een riviertje kamperen. Twee dingen die we in India voor onwaarschijnlijk hadden gehouden, bij mensen thuis overnachten en wildkamperen lukte ons in de eerste twee dagen fietsen. Die dag fietsten we naar Dharamsala, 50 kilometer in totaal waarvan 40 kilometer stijl omhoog. We klommen meer dan 1400 meter die dag en waren best moe toen we aankwamen. Vanuit Dharamsala, een toeristisch gekkenhuis, duwden we onze fietsen omhoog naar het rustige Dharamkot waar Kaori op ons wachtte. Hier gaven we onze benen rust, luisterde naar de Dalai Lama, aten we Japans (Kaori was daar erg aan toe), en keken we naar films over Global Warming en de bezetting van Tibet. Binnenkort fiets ik weer verder door de Himalaya, deze keer op zoek naar hete bronnen want het is behoorlijk koud 's nachts en bij het opstaan. Overdag is het heerlijk fietsweer, warm in de zon en koel in de schaduw.


Liefs
Kristiaan

19 november, 2009

Islamabad – Lahore

Toe er buiten een magazijn leeggeschoten werd begon ik mij een beetje zorgen te maken. Er bleek echter niemand gewond geraakt te zijn en het feest ging onverminderd verder. Marco en ik deden alsof we sliepen maar hielden de situatie goed in de gaten.

Twee dagen eerder waren we vertrokken uit Islamabad. We namen uitbundig afscheid van alle kampbewoners, het was echt net een commune en fietsten de drukken Grand Trunk Road op. De weg naar Islamabad was voornamelijk druk en saai. De eerste nacht sliepen we achter een wegrestaurant waar we een maaltijd en thee aangeboden kregen van een nieuwsgierige voorbijganger. De volgende dag was het moeilijker om onderdak te vinden.

Vlak voordat het donker werd vroegen we een boer of we onze tent op mochten zetten achter een muurtje. De boer was geen boer was maar eigenaar van de boerderij  en had voornamelijk in Spanje in restaurants gewerkt. Hij bood ons aan om te slapen in een kamer boven de boerderij en liet één van zijn werkers eten voor ons halen, Hij haalde zelfs een fles vodka tevoorschijn waar  we een kleine borrel uit dronken.We moesten wel een extra dag blijven van hem zodat hij ons kon rondleiden door zijn dorp en de omgeving. Ik had daar weinig zin in maar Marco vond dat het onbeleefd zou zijn om niet op zijn aanbod in te gaan. Ik kon ook geen rationele reden vinden om te vertrekken, we hadden tenslotte alle tijd. We bleven dus een dagje.

De volgene dag was ik erg onrustig, ik had nog steeds zin om te fietsen en de eigenaar van de boerderij was nog niet op komen dagen. Na een uur vloog ik werkelijk tegen de muren op ik snapte niet waarom ik zograag weg wilde, voorgevoelens zijn achteraf vaak makkelijker te verklaren.

Van de rondleiding door het dorp kwam weinig terecht maar we werden wel uitgenodigd om met hem en zijn vrienden in een duur restaurant te eten. De voorgerechten (3euro) waren al zes keer zo duur dan wat we normaal voor een hele maaltijd betaalden en het eten smaakte fantastisch. Ik vond de groep mannen wel enigszins maffioso overkomen, en ik ontdekten dat het niet vreemd was om in Pakistan een wapen te dragen.

Onze gastheer wilde die avond nog een borrel met ons drinken. Hij nodigde ook zijn vrienden uit en voor we het wisten zaten we met z'n allen in de kamer,,waar wij zouden slapen, te drinken. Na één drankje hadden we het wel gehad, de Pakistaanse whisky raad ik niemand aan. Marco en ik trokken ons op een gegeven moment terug om achter in de kamer wat te slapen.
 
Even later schrok ik wakker, er waren nieuwe vrienden bijgekomen en er was een verhitte discussie losgebroken. Ik verstond niet waar de ruzie over ging maar één van hen trok zijn pistool en rende naar buiten, onze gastheer trok zijn eigen wapen en rende achter hem aan. Hier begon ik mij zorgen te maken. Na één magazijn leeggeschoten was, ik neem aan in de lucht, kwamen ze weer terug en kalmeerden ze. Het was maar even rustig want de stom dronken Pakistanen begonnen al snel weer ruzie te maken. Deze keer begonnen ze te vechten.Het ging er heftig aan toe en menige rake klappen werden uitgedeeld Er was ondertussen ook een pooier met twee prostituees binnen gekomen en die was nuchter genoeg om de pistolen te pakken en ze onder het kussen en matras te stoppen waar Marco lag. Hij deed nu dus alsof hij sliep met een geladen pistool onder zijn kussen en één onder zijn benen. Ik geloof niet dat hij nog heeft geslapen.

Weer werd het rustig en wonderbaarlijk en onverstandig genoeg viel ik in slaap. Toen ik wakker werd was het donker en bijna stil. Bijna stil want in de ander bedden lagen de mannen met de prostituees en de geluiden maakte me misselijk. Schieten en vechten kan ik hebben maar dat in het bed naast mij een harige Pakistaan seks had met een te jonge prostituee was te veel voor mij, zeker om vijf uur in de ochtend Ik gebaarde Marco dat het tijd was om op te stappen. We pakte onze spullen en stapten op onze fiets, iets wat we 20 uur eerder hadden moeten doen. Die dag fietste we de 144 km  naar Lahore waar we begin van de middag aankwamen.


Aangekomen in de Regale Internet Inn, waren we op. De slapeloze nacht, vooral voor Marco die slecht sliep met een pistool onder zijn kussen en de laatste 40 kilometer door verschrikkelijk druk verkeer en uitlatgassen waren slopend. Het was fietsen in een blauwe wolk van uitlaatgassen met een constant getoeter  en lawaai van vrachtwagens en motoren. Lahore is één van de meest vervuilde en drukke steden in de wereld. Ik dacht dat Teheran erg was maar dat is een paradijs om door te fietsen vergeleken met Lahore.

Gelukkig is de Internet Inn heel relax. Ik ben er ook ruim een week gebleven. In deze week heb ik voornamelijk uitgerust, met reizigers gepraat en met Ali opgetrokken. Ali is een rijke Pakistaan die een vriendin van mij kende die zijn telefoonnummer aan mij gaf. Hij liet mij veel van Lahore zien en voornamelijk veel eten proeven. Pakistanen zijn alleen een beetje moeilijk wat afspraken betreft dus ondanks dat Ali elke keer grote plannen maakte kwam hij ook altijd drie uur te laat waardoor van de grote plannen niet meer overbleef dan het lokale eten proeven. Ik heb dus heerlijk gegeten en daarbij een inkijkje gekregen in de upperclass van Pakistan. Boeiend maar de kloof tussen lowbudget en upperclass is wel wat groot.


Pakistan is overigens een prachtig land om doorheen te reizen (laat je niet van de wijs brengen door verhalen over pistolen etc.) Zoveel verschillende culturen bij elkaar en zulke vriendelijke mensen. Iedereen is weg van buitenlanders en op straat word je hand geschud en willen mensen een praatje met je maken. Anders dan vaak in Iran gebeurd dit met heel veel respect en een zekere terughoudendheid. Het land is zeer kleurrijk met alle versierde vrachtwagens en riksja's en klassieke Pakistaans kleding die je nog overal ziet. Het eten in Pakistan is ook heerlijk, zeer gevarieerd en naast de vele curry's zijn ze ook erg goed in het roosteren van vlees en vis.  Ook zoetigheid is overal verkrijgbaar en alles spotgoedkoop.

De situatie mat de Taliban en de beveiligingsmaatregelen daar tegen zijn wel naar, overal zijn politiecheckpoints en soms krijg je het idee dat toeristen als extra verdacht beschouwd worden wat vervelende situaties geeft (zie Quetta). Veel wonderschone gebieden zoals Swatt en Peshawar zijn ook niet goed toegankelijk op dit moment. Hopelijk wordt de situatie snel beter en krijgen de pakistanen wat rust 

Ondertussen zijn we met zes fietsers in het hostel en morgen vertrekken we gezamenlijk naar de grens. De laatste dag Pakistan van dit jaar maar in de lente kom ik terug om het noorden te ontdekken en de Karakoram over te steken naar China.

Maar eerst India, ik heb me aangemeld voor een meditatie retreate in januari, op de plaats waar Boedha zijn verlichting vond. een goede plek om wat rust te nemen leek me. Om daar te komen moet ik nog wel 1500 km fietsen met  de gagarantie op nieuwe avonturen. Mijn eerste nacht zal ik bijvoorbeeld  al overnachten in de gouden Sikh tempel van Amritsar, maar daarover later meer.

Liefs
Krisiaan

15 november, 2009

Tourist Campsite Islamabad


De tijd stond even stil, 10 dagen wachten op een visum het leek even eindeloos. Het kampeerterrein was leeg en Marco en ik hadden, na alle treinreizen, niet zoveel meer te bespreken.

Gelukkig arriveerde de volgende dag de eerste reizigers op het kampeerterrein.

De dagen daarna transformeerde de 'Tourist Campsite Islamabad' zich tot een commune van wachtende reizigers. Opvallend was het hoge percentage Zwitserse reizigers en fietsers. Iedereen op de campsite had zijn eigen verhaal en iedereen was al maanden of jaren op reis.

De campsite zelf is ook erg bijzonder. Het is een groot terrein langs de weg met veel gras en bomen. Er was een toilet gebouw, te vies om te beschrijven en met één koude douche. Op het zelfde terrein leefde een aantal soldaten. Zij bewaakte de camping, 24 uur per dag was er een groot machine geweer op de poort gericht en 's nachts werd er door twee soldaten gepatrouilleerd.

Elke dag kwam de zwakzinnige beheerder het geld innen. Zijn begroeting was standaard: 'Hello, Money' of 'you leaving today?' Het kampeerterrein werd ook bevolkt door een grote zwerm kraaien. Kraaien zijn erg brutale vogels die 's nachts de prullenbakken leeggooien en al het eten en glimmende wat blijft liggen direct stelen als je drie stappen opzij doet. Het gordeldier dat af en toe voorbij kwam gaf minder overlast, fascinerende dieren gordeldieren die sinds de oertijd niet zoveel veranderd zijn.

We vormde een leuke groep reizigers bij elkaar.




Simon en Nathalie uit Zwitserland waren het langste onderweg, twee en een half jaar. Ze waren gestart met een VW bus maar voelden zicht teveel geïsoleerd in hun bus. Een vriend reed de bus terug naar Zwitserland en al backpackend gingen ze verder. Via Iran, en Pakistan kwamen ze in India en Nepal waar ze en jaar bleven. Daarna gingen ze terug naar Pakistan. In het noordelijke Kailas kochten ze twee ezeltjes en kregen ze een puppy (Nilak) cadeau. Het plan was om met de ezels via China, en Centraal Azië terug naar Zwitserland te lopen. Vanwege verkeerde inlichtingen uit China kwamen ze echter bij de Chinese grens vast te zitten. De ezeltjes mochten niet de grens over. Een grote ellende met visa problemen was het gevolg en uiteindelijk waren ze gedwongen de ezels te verkopen. Nilak hadden ze gelukkig nog wel. Toen ik ze ontmoete probeerde ze met de hond terug te komen naar Zwitserland. Helaas is het niet makkelijk om een hond uit een hoog rabbies risico gebied Europa binnen te brengen. Vliegen ging niet want dan moesten ze drie maanden wachten na de uitslag van een bloedtest, die ook een maand op zich liet wachten. De uiteindelijke oplossing, na vele andere overwegingen en tweemaal mijn tarot kaarten geraadpleegd te hebben, was de volgende: Simon koopt een kever met een export nummerplaat en rijdt met de hond naar Istanbul, Nathalie die niet naar Iran en Turkije wil gaat terug naar India en vliegt van daar uit naar Istanbul om Simon te ontmoeten, samen rijden ze dan naar Zwitserland. Fantastisch vertrekken met een VW bus en terug komen met een VW kever en een half getrainde Pakistaanse hond.

Een ander stel was Eugeni en Kaori uit Spanje en Japan, zij waren vanuit Japan naar Pakistan komen fietsen en wachtte ook op hun visum voor India. Ze fietsen binnenkort naar Delhi waar ze de trein nemen naar één van de zuidelijke stranden van India. In de Lente komen ze terug naar Pakistan om daar samen met een 70 jarige pakistaanse hippie een guesthouse te openen in het Noorden van Pakistan. Een super relax stel dat al maanden op reis is met een tentje dat zelfs voor één persoon te klein is. Ze reizen met een minimum aan bagage en zonder de hi-teck fietstassen die alle andere fietsers hebben, gewoon rugzakken achterop en fietsen maar. Ik hoop ze in de toekomst weer te ontmoeten, misschien in India en anders in Noord Pakistan. Mijn plan is namelijk om in de lente terug te komen om de Himalaya over te steken naar China.

Er was ook nog een Slowaaks stel op de fiets, maar die stuurden hun fietsen naar huis omdat ze binnen een maand in Birma wilden zijn oom een twee maanden lange meditatieretraite te beginnen.

David, ook uit Zwitserland, arriveerde later. Hij fietst ook naar India, waarschijnlijk gaan we gezamenlijk de grens over.

Er was ook nog een ander Zwitsers stel met een bestelbus, de honymoon express. Ze waren dan ook net getrouwd. Jochem die ik in Kerman en Bam had ontmoet was er ook nog een paar dagen. Al met al maakte het een gevarieerd en bont gezelschap.

Het was een gezellige boel op het kampeerterrein, we maakte twee barbecues, Argentijnse stijl met vlees van een goede hygiënische slager voor een tiende van de Europese prijs, helaas miste de rode wijn. Voor alcohol moet je een vergunning hebben, vroeger kreeg je hier zelfs een stempel in je paspoort. Verder deden we niet veel gewoon lekker lui kamperen en kletsen, ik houd daar wel van.

Toch kreeg ik het gevoel dat het tijd werd om verder te gaan dus stapte we op de fiets richting Lahore en de grens met India.

Maar daar schrijf ik binnenkort over.

Liefs Kristiaan

21 oktober, 2009

Exit Iran, Enter Pakistan






Met mijn visum voor Pakistan op zak vertrok ik uit Teheran. Ik had besloten direct door te reizen naar Yazd vanwaar ik het grootste deel richting de grens zou fietsen.

In Yazd kwam ik Marco tegen de Zwitserse ligfietser met wie ik afgesproken had om door Pakistan te fietsen. We besloten het laatste gedeelte van Iran ook samen te fietsen. Het was wel prettig om even aan elkaar te wennen voor dat we een heel nieuw land binnen te gaan.

Eerst hielden we een dagje rust in Yazd, een woestijnstad met een oud centrum van talloze kleine steegjes tussen kleihuisjes. Yazd is, zeker als je net uit Teheran komt, een ware oase van rust.

Ik nam mijn intrek in het beroemde Silk road hostel.  Een  hostel met een grote binnentuin  waar veel banken in oosterse stijl staan en waar je heerlijk kan bijkomen van de drukte van Iran. Doordat het hostel zo bekend is, voornamelijk dankzij de Lonley Planet, zijn de medewerkers een beetje ongeïnteresseerd geworden en de prijzen wat hoog maar al met al is het een fijn hostel.

In het Silk road hostel waren een heleboel reizigers aanwezig. De groep die ik in Esfahan had ontmoet was er, een Duitse automonteur met een in Australië aangeschafte Toyota landcruiser, een Zwitsers gepensioneerd stel dat de wereld rond fietst en ook met Marco en mij de grens over zou gaan, een Duits stel die met een grote gele vierwiel aangedreven bestelbus en nog een paar backpackers. Iedereen was al een paar maanden onderweg en verhalen en informatie werden gretig uitgewisseld.



Zoals altijd werd het weer tijd om in te pakken en weg te fietsen. Marco en ik besloten niet over de grote weg te fietsen maar een kleine omweg te nemen langs Bafq wat meer in de woestijn ligt. En woestijn kregen we, na de tweede dag verlieten we de hoofdweg en hadden we de weg voor ons alleen en om ons heen niets dan zand en rotsen.


Rond zonsondergang, fietsten we langs een vervallen karavaan standplaats waar we besloten te overnachten. Achter de muren uit het zicht van de weg zette we de tenten op en maakte we een grote maaltijd met rijst groente en sojavlees (erg populair in Iran, en gezond). Als toetje hadden we de lekkerste dadels mogelijk, vers en alleen voor de liefde gemaakt.

Die middag nadat we net onze lunch van brood met salade gegeten hadden werden we namelijk uitgenodigd door een dadelboer om thee te komen drinken. De dadelboer was gepensioneerd en had zijn boerderij niet om geld te verdienen maar omdat hij zo van dadels hield, 'Not for the money, only for love' zoals hij aangaf. Bij de thee werd een grote schaal verse dadels geserveerd, dadels zo zoet en sappig als ik ze nog nooit had geproefd. Bij het weggaan kregen we allebij een doos van een kilo mee, goede energie om op te fietsen en erg lekker. Uiteindelijk aten we bijna een doos per dag want als je eenmaal begint met eten is het moeilijk stoppen.

We fietsten vier dagen door de woestijn. In de woestijn verandert het uitzicht ongeveer per twee uur en zelfs dan maar een beetje. De stilte en leegte in de woestijn was erg indrukwekkend. Ook de meeste mensen waren erg vriendelijk. We kregen onderweg fruit en brood cadeau en mochten  overnachten bij een pistachboer. Het was de eerste keer dat ik verse pistach noten at,  die zijn veel zachter en sappiger dan de gedroogde exemplaren uit de winkel. We kregen ook vaak één of meerdere granaatappels aangereikt, een merkwaardige vrucht maar als je eenmaal weet hoe hem te eten een zeer goede bron van vitamine C.

Niet iedereen is aangenaam in Iran, overal heb je jonge mannen op 50cc motoren die ronduit vervelend zijn. Ze hebben geen baan en niets te doen. Als er dan een buitenlander langskomt zetten ze de achtervolging in. Veel te dicht naast je proberen ze dan van alles te vragen. Dit gaat niet omdat ze allleen Farsi spreken. Ze hebben ook allemaal mobiele telefoons waarmee ze ongegeneerd foto's van je maken.

Vooral Marco heeft hier veel last van omdat ze nog nooit een ligfiets gezien hebben, daarnaast ben je met een ligfiets ook wat kwetsbaarder dan met een normale fiets omdat je met je benen in de lucht niet zoveel mogelijkheden hebt je te verweren mocht dat nodig zijn. Als hij stopt in een dorpje heeft hij al snel een hele groep opdringerige Iraniers om hem heen staan.  Zo ook in één van de dorpjes waar we even stopten om wat eten te kopen. Terwijl ik kaas kocht vormde er een groep om hem heen.


Marco had langs de grens van Irak wat vervelende ervaringen gehad met dit soort groepen. Hij is ondermeer bekogeld met stenen en  tomaten en kreeg één keer zelfs een klap in zijn gezicht met een stuk hout. Nu kreeg hij het ook weer benauwd. Hij ging uit zijn dak tegen de groep jongeren die met mobieltjes in de hand dingen tegen hem schreeuwden en om hem lachten en we moesten daarna zo ongeveer het dorp uitvluchten. Ik had mijn bidon al tevoorschijn gehaald om de meest opdringerige motorijder op afstand te kunnen houden met een ferme straal water. De gedachte ontging mijn niet dat deze techniek ook gebruikt wordt om agressieve honden te verjagen. Gelukkig lieten ze ons alleen toen we een eindje het dorp uit waren. Ik me na een maand in Iran goed voorstellen waarom  pop en filmsterren bodyguards bij zich hebben en in geblindeerde auto's rijden.

In de buurt van Kerman werden we aangehouden door de politie. We moesten paspoorten afgeven en wachten. Onderweg heb ik geleerd dat het afpakken van een paspoort een schending is van het internationaal recht, zoals ik al eerder meegemaakt had bij een militaire basis was dit dus weer een directe ervaring met de schending van mensenrechten. Iran is hier erg goed in en mijn ervaring stelt helaas niets voor bij de andere schendingen van de mensenrechten die ze begaan tegenover de eigen bevolking. We kregen onze paspoorten deze keer snel terug maar zonder escorte mochten we niet verder fietsen.

De escorte bestond uit een agent en een militair die achter ons aanreden tot dat hun werkgebied ophield. Daarmee was het weer wachten tot de volgende escorte achter ons aan zou komen rijden. De tweede escorte was echter al snel verveeld door ons slakkengangetje en liet ons verder alleen fietsen. Het hele idee van escortes is ook maar en grote Iranese poppenkast want echt gevaarlijk is het er naar mijn mening niet.

Die avond was het moeilijk een slaapplaats te vinden. We besloten ons geluk te wagen bij een moskee langs de weg. Ik had namelijk gehoord dat het mogelijk is om in een moskee te overnachten of je tent ernaast op te zetten. Helaas was deze moskee gesloten. Iets verderop lag een dorpje met ook een moskee en we besloten het daar te proberen.


Ik was even vergeten dat afstanden bedrieglijk kunnen zijn in de woestijn en het dorpje bleek een aantal kilometer verder te zijn dan verwacht en ook nog eens een eind klimmen en dat terwijl het al donker geworden was. Gelukkig mochten we inderdaad in de moskee overnachten. We kookten een reusachtige pastamaaltijd voor de deur van de moskee en rolden onze slaapmatten uit onder de strenge blik van Allah. Ik moet zeggen dat je in het huis van God heerlijk kan slapen. De volgende dag fietsen we met goede energie in een halve dag naar de stad Kerman waar we een rustdag namen.

Kerman stelde weinig voor. Gewoon weer een drukke stad en nog een dure ook want de mensen zijn er rijker vanwege de opbrengsten van de vele pistach boerderijen. Voor twee dollar per persoon  konden we kamperen op de parkeerplaats van hotel Akhavan, dat scheelde weer. Op de parkeerplaats ontmoette we Jochem een gepensioneerde Duitser die, met zijn hond Lilly, in een Toyota landcruiser op weg was naar India. Jochem is een doorgewinterde reiziger die overal is geweest. Het was erg leuk om zijn ervaringen te horen, en als ik later groot ben wil ik ook een Toyota landcruiser en een hond. Doordat Jochem zijn dak omhoog kan klappen heeft hij in minuten een kamp gemaakt en met een grote hond in je auto voel je je altijd veilig. Maar reizen met de auto doe ik wel wanner ik gepensioneerd ben, nu is de fiets nog het beste vervoersmiddel.

Op weg naar Bam werden we ingehaald door Jochem, hij was onder de indruk van onze snelheid. Niet zo gek want we reden die ochtend met een gemiddelde van 32 kilometer per uur de berg af om half twee hadden we er al 120 kilometer op zitten en kwamen we aan in het Akbar tourist guesthouse in Bam.

Bam is in 2005 volledig verwoest door een 12 seconden durende aardbeving. De aardbeving begon om half zes in de ochtend en omdat zoveel mensen thuis waren op dit tijdstip kwamen 40.000 van de 100.000 mensen in de stad om. Nu zie je nog veel winkels in containers en hals opgebouwde huizen. Er is duidelijk weinig geld voor de wederopbouw Ook van de bekende citadel van Bam is weinig over de renovatie zal waarschijnlijk over een jaar of twintig geheel voltooid zijn, dit ook alleen dankzij het geld van UNESCO.

Ook het Akbar hotel ontkwam niet aan de aardbeving. In de Lonely planet staat een heel stuk over hoe de eigenaar een groot deel van zijn familie verloor en het hotel verwoest werd in de aardbeving. Dit stuk is een geweldige promotie geweest voor het hostel en bijna elke reiziger komt er naartoe. Er zijn ook maar weinig andere overnachtingsgelegenheden in de stad en de politie die je escorteert brengt je er regelrecht heen. Helaas heeft de populariteit het hostel weinig goed gedaan en  is het al snel duidelijk dat het de eigenaren alleen om geld te doen is.

Ik had er wel een hele goede tijd want Uedi en Frennie (het zwitserse fietste met wie we de grens over zouden gaan) waren al aangekomen en ook Jochem had zijn landcruiser er geparkeerd. Gezamenlijk aten we een grote pasta maaltijd en dronken we liters maltlimonade, het surrogaat voor bier in Iran.


De nacht voor we vertrokken kwam er ook nog een Duits gezin aan. Zij waren al bijna vier jaar op reis met een VW bus en waren vertrokken toe hun dochter zeven maanden was. In India werd hun zoon geboren. Nu na Noord en Zuid Amerika, Azië en het Middenoosten doorkruist te hebben, zijn ze op weg naar Hamburg. Het geld is op en Maya hun dochter heeft bijna de leeftijd om naar school te gaan. Ondanks dat Maya vloeiend twee talen spreekt en meer gezien heeft van de wereld dan de meeste Duitse schoolmeesters denk ik dat ze het nog moeilijk gaat krijgen in Duitsland. Ik was zeer onder de indruk van het gezin dat met een overvolle VW transporter de wereld rond reisde en als ik later groot ben en een Toyota landcruiser heb, neem ik ook een gezin mee in de auto. :-)

Wegkomen uit Bam was nog niet zo makelijk. Er vertrokken geen bussen uit Bam naar Zahedan maar we moesten opstappen op een bus die vanuit Kerman naar Bam reed. De eerste bus die langskwam lade onze tassen onderin en onze fietsen in de passagiersruimte, vervolgens werd ons een prijs voorgehouden die drie keer hoger was dan ons eerder op het busstation was verteld. Het bleek dat we voor onze fietsen meer betalen dan voor onszelf. Natuurlijk gingen we hier niet mee akkoord. Omdat het voor de bus maar een tussenstop was leverde onze discussie over de prijs hen  alleen maar vertraging op en na enige momenten werden onze fietsen en tassen ruw de bus uit gegooid, hierbij brak de bevestiging van mijn fietspomp. Uedi die er een beetje de pest in had vond dat daar voor betaald moest worden ik had ook wel zin in een verzetje. We blokkeerden de deur van de bus en voordat er betaald was lieten we de jongen die onze spullen zo ruw uit de bus had gegooid er niet in in. Hij probeerde drie keer de bus in te stappen en elke keer dat ik hem tegenhield werd hij bozer. Zonder de aanwezige politiemacht was hij mij zeker te lijf gegaan. Zover kwam het gelukkig niet, uiteindelijk werd de vergoeding voor de schade betaald en kon de bus weer verder rijden. Het was een beetje flauw van ons maar ik was wel een beetje trots dat we niet met onze lieten sollen. De volgende bus rekende ons een normale prijs en we konden op weg naar het beruchte Zahedan.

Het was al donker toen we in Zahedan aankwamen en werden opgewacht door een politieagent. Natuurlijk wilde hij ons eerst naar het dure hotel van zijn keuze escorteren (sommige hotels maken deals met de politie) maar wij hielden voet bij stuk en uiteindelijk konden we naar het hotel dat wij op het oog hadden. Het duurde even om er te komen want de politie gaf alleen escort in het eigen district en elke keer als we een districtgrens over hingen moest er van escort gewisseld worden. De politie begon vermoeiend te worden.

Het Hotel was prima goedkoop vies en lawaaierig, precies zoals je een hotel in Zahedan zou verwachten. Zahedan is de laatste stad voor de grens met pakistan en wordt volgens zeggen beheerst door smokkelaars en bondieten. De kans om ontvoerd te worden is volgens de politie heel erg groot en zonder escort mag je de deur van het hotel dan ook niet uit. Omdat wij een treinkaartje naar Pakistan wilde regelen en geld moesten wisselen werd er de volgende dag weer een escorte opgeroepen. Eerst wilde ze ons in een taxi zetten maar toen we aangaven liever te lopen moesten we maar meerijden in de Toyota pick-up van de politie. Met de eerste escorte haalde we net het einde van de straat, daar hield zijn district op en moesten we wachten op de volgende escorte, de volgende escorte had vervolgens wat moeite om het station te vinden. Het station wordt maar twee keer in de maand gebruikt dus echt gek was dat niet. Op het station aangekomen kregen we te horen dat we de volgende dag terug moesten komen, er was altijd plaats want niemand gebruikte de trein. Meerdere bussen vertrekken elke dag uit Zahedan en leggen het traject veel sneller af.


Wat nog restte was geld wisselen. Het was vrijdag dus de banken waren gesloten maar na even aandringen was de politie bereid ons naar de zwarthandelaren te brengen die ons aan Pakistaanse roepie konden helpen. Erg grappig om in een politieauto naar zwarthandelaren te zoeken, volgens mij is de zwarte handel in geld in Iran toch echt verboden. De politie en de handelaren hadden er beide weinig moeite mee en het leek alsof ze elkaar goed kende. Tegen een zeer slechte koers wisselde we genoeg dollars om de trein te kunne betalen en lieten we ons terug brengen naar het hotel. Uiteindelijk had de politie ons een gratis tour door de stad gegeven en als een prima taxi gefungeerd, we waren wel een beetje teleurgesteld dat de sirene niet aanmocht.

De trein Zahedan- Quetta

De ochtend van vertrek waren we al vroeg wakker, de trein zou om acht uur vertrekken en we moesten er natuurlijk door een politieescorte heen gebracht worden, vertraging gegarandeerd.

Op het station konden we onze fietsen in de goederenwagon inladen en onze tassen meenemen in de passagierswagon. De wagon deelde we met drie iraniers die familie in Pakistan gingen bezoeken. Het reisde tweede klas (de hoogste klas). Tweede klas houdt in dat het heel stoffig is maar dat de banken niet van hout zijn maar maar met zachte voering zijn bedekt. De meeste vensters hadden ramen en die konden nog eens dicht. Gelukkig is slapen geen probleem in een oude trein, in een mum van tijd wordt je in slaap gewiegd om alleen wakker te worden wanneer de trein stopt. Helaas gebeurde dit regelmatig.

Het koste een halve dag om bij de grens te komen. Bij de grens moesten we over een hek klimmen, prikkeldraad omzeilen en een stuk lopen om onze exit stempel te krijgen. De douaniers waren zo verbaast dat we met de trein aangekomen waren dat we direct geholpen werden. Ook de Pakistaanse grens gaf geen problemen, al moesten we een eind lopen om van het station bij de douane te komen.

Toen begon de echte rit door Baluchistan, de beruchte woestijn grenzend aan Afganistan waar het te gevaarlijk wordt geacht om doorheen te fietsen. Het is ook maar een paar honderd kilometer van het gebied vandaan waar de Nederlandse troepen gevechten leveren met de Taliban.


Ondanks de slechte naam van Baluchistan heeft het een prachtig woestijnlandschap. Zandduinen worden afgewisseld door rotswoestijn en regelmatig zagen we wilde dromedarissen door de woestijn sjokken. De kleine uit klei opgetrokken dorpjes leken de afgelopen eeuwen niets veranderd te zijn. Onderweg waren de mensen zeer vriendelijk en zelfs de kinderen waren erg beleefd en leuk. We hadden veel tijd om foto's te nemen en de stationnetjes langs het traject te bezichtigen. De reis duurde uiteindelijk drie volle dagen.

De locomotief ging in de eerste nacht kapot en er moest een vervangende komen uit Quetta. Het was een onspannen ochtend, de kinderen uit de omgeving speelden cricket naast de trein en kwamen zo nu en dan kijken wat wij deden, ook de volwassen hingen er wat rond. We maakte wat soep voor de lunch en aten witbrood met dadels. Meer dan dat hadden we niet en na de derde dag hadden we alle vier darmklachten, je moest eens weten wat voor scheten je van witbrood en dadels gaat laten :-)

Die middag arriveerde de nieuwe locomotief en konden we weer verder. Helaas niet voor lang want bij het laatste station voor het bergebied dat tussen ons en het einddoel lag hielden we weer halt. De conducteur gaf aan dat het te gevaarlijk was om 's nachts door het gebied te reizen maar de volgende ochtend hoorde we dat ook deze locomotief het begeven had. Een derde locomotief werd opgeroepen. Deze locomotief haalde het ook niet door de bergen en tenslotte besloot men de zware goederen wagons los te koppelen en alleen met de passagiers en hun baggage door te reizen.

We kwamen om tien uur 's avonds aan in Quetta, de reis had ongeveer 60 uur geduurd. De bus doet er in het algemeen tien uur over maar gelukkig hadden wij hadden de tijd. De treinreis was een mooie ervaring geweest met prachtige uitzichten en interesante dorpjes. Te zonde om daar met een nachtbus voorbij te rijden.

We zette die nacht onze tenten op in de tuin van het Bloomstar hotel, en de volgende ochtend planden ons vertrek op de fiets. Jammer genoeg kregen we te horen dat, om te fietsen, we toestemming moesten krijgen van het 'Home department' van Baluchistan. En om dat aan te vragen waren we al te laat die dag. Koppig als we zijn gingen we het toch proberen. We werden ondanks onze late entree goed geholpen, en ondanks dat we ongeveer vijf verschillende kamers ingeleid werden en vijf keer ons verhaal moesten doen bereikte we de kamer van de hoogste baas. Er was ondertussen een officieel verzoek geschreven en onze paspoorten en visa waren gekopieerd. Van de hoogste bas kregen we een: 'komt u morgen terug en insjallah krijgt u dan de toestemming'. 
De volgende dag kregen we geen toestemming, er zou contact opgenomen worden met de politie en die zou aangeven of het veilig genoeg was om te fietsen. Komt u morgen terug was de boodschap. Leven de bureaucratie in Pakistan.

Al met al schiet het dus niet op in Pakistan maar gelukkig is het er wel vermakelijk. Pakistan is één grote chaos met gekleurde ricksaws, vriendelijke mensen een bruisende bazaar en overal eten op straat. Het is er ook spotgoedkoop. Op de bazaar kochten Marco en ik een setje Pakistaanse kledij. De shaluar kamis wordt door iedereen in Pakistan gedragen en met een normale broek en T-shirt val je erg uit de toon. De shaluar kamis zit het ook nog eens erg lekker, alsof je de hele dag in je pyjama loop. Hopenlijk kunnen we overmorgen uitvinden of de Pakistaanse kledij ook geschikt is om mee te fietsen want dan willen we met een vergunning op zak richting Multan fietsen, een tocht van ruim een week omdat de directe weg van zo een slechte kwaliteit schijnt te zijn dat zelfs auto's en motoren hem ontwijken. Zonder vergunning zal het weer een treinreis van 24 uur worden, tenminste als er geen locomotief stuk gaat. We zullen wel zien, tot nu toe is Pakistan leuk en interessant en dat kan alleen maar beter worden denk ik.

Ik laat van mij horen


Liefs Kristiaan











[update]
We kregen geen toestemming om te fietsen vanuit Quetta, helaas.

Omdat onze trein naar Multan vroeg de volgende ochtend vertrok pakte we onze tenten in en verhuisden naar het Youth hosten van Quetta.

We merkten dat het hostel in een wat ruiger gedeelte van Quetta stond en onder het fietsen probeerde iemand zelfs spullen uit de tassen van Marco te stelen door zijn tas open te snijden, meer dan ons ontbijt werd gelukkig niet gestolen. Het schokte ons wel erg want we hadden een goed gevoel bij de stad. Die avond gingen we wat eten kopen, helemaal geen probleem dachten we.

Op de terugweg werden we echter bij een controlepost tot stoppen gemaand en apart genomen. We werden vervolgens ruim een uur, onvriendelijk maar "voor onze eigen veiligheid" ondervraagd. Uiteindelijk brachten ze ons onder escorte naar het hostel.

Een kleine twee uur later, ik stond net mijn tanden te poetsen, stond er opeens een legercommandant met acht commando's  in het hostel. We mochten daar absoluut niet zijn en schenen ernstig gevaar voor ons leven te lopen. (beetje overdreven) We werden nogmaals ondervraagd en kregen te horen dat we onze spullen moesten inpakken en mee moesten komen.

Het was een erg surrealistische situatie in een bouwvallig hostel met overal zwaar bewapende soldaten, erg vermoeiend en intimiderend. We werden naar een politiegebouw geëscorteerd door twee pick ups met beide vier soldaten achterop. Op het politiebureau konden we nog een paar uur slapen tot onze trein vertrok.

Na dit gebeuren besloten we maar direct naar Islamabad door te reizen om ons Indiaas visa op te halen. Fietsen tussen militaire controleposten met of zonder escorte hoefde even niet meer.

Nu rusten we uit van al het treinreizen op de Tourist campsite van Islamabad waar we 10 dagen op ons Indiase visum moeten wachten. Ondertussen staan we met zeven reizigers op de camping waarvan vijf fietsers, heel gezellig.

We vinden het wel jammer dat we niet door Pakistan hebben gefietst en ik kom zeker nog eens terug om het noorden te bezoeken. Dat schijnt wonderbaarlijk mooi te zijn.

02 oktober, 2009

Iran

Iran, een heftige periode maar het gaat verder.
 
Elk land is wennen als je binnenkomt maar Iran was wel een behoorlijke schok. Vooral het verkeer in de steden is absurd. Iedereen rijdt auto en nog meer mensen rijden op kleine motorfietsen, de straten in de steden zijn dus altijd chaotisch vol. In Iran heb je geen verkeersregels, de grootste heeft vaak voorrang maar ook niet altijd. Het is dan ook niet gek dat Teheran het hoogste percentage aan verkeersongelukken kent in de wereld. Ik hoorde dat er sinds de oorlog met Irak al meer mensen in het verkeer zijn omgekomen dan in die oorlog. Daar fiets ik dan lekker tussendoor. Het is maar goed dat ik een Amsterdamse fietsstijl heb want anders zou ik niet vooruit komen. De andere wegen zijn ook druk. Dat is jammer want samen met het eentonige landschap maakt dat het fietsen niet zo leuk.

De eerste nacht in Iran sliep ik dan ook langs een drukke weg, naast een boer die daar zijn groentenveld had. In de zomer kampeerde hij daar waarschijnlijk om zijn oogst te bewaken. Ik vroeg of ik naast hem mocht kamperen en werd vervolgens voor het eten uitgenodigd. Ideaal mee eten en in je eigen tent slapen. Het was jammer dat de communicatie een beetje stuk liep op de taalbarrière. 

Na twee dagen in Iran was ik voor het eerst ziek. Waarschijnlijk teveel in de zon gefietst, te weinig gedronken en iets verkeerds gegeten. Ik verdenk het laatste handje pinda's bij de lunch waar wel heel veel gruis bij zat. 

Bij een familie waar ik die dag aanklopte om in de tuin te kamperen, at ik nog een heerlijke maaltijd. De volgende ochtend zat ik daar echter nog steeds vol van en voelde ik mij niet zo goed. Na allerlei drankjes, om mijn maag goed te krijgen,was de top bereikt en kwam alles inclusief de lunch van de dag ervoor eruit. Ik haalde maar net het toilet in de tuin. De rest van de dag kon ik niet anders doen dan slapen en een beetje fruit eten. De familie was behulpzaam en probeerde me op allerlei manieren te helpen maar kon niet veel meer doen dan me te laten liggen. Gelukkig voelde ik me de volgende dag veel beter. De familie vond dat ik maar beter kon gaan, er kwam heel slecht weer aan en ik kon maar beter naar het zuiden fietsen. Ik wilde hun gastvrijheid niet misbruiken dus stapte ik met lege benen op de fiets.


Ik voelde me erg slap en had nog steeds weinig trek. Gelukkig werd ik na 40 kilometer in een dorpje van de weg geplukt door Zhalleh, een studente Engelse literatuur. Ze nodigde me uit om bij haar familie te komen
overnachten.

In Iran is het erg ongewoon om vreemde mannen mee naar huis te nemen maar het was een rebelse meid en na het goede voorbeeld van haar moeder ging binnenshuis zelfs het hoofddoekje af. Het was heel gezellig. We spraken over Nederland en Iran en over de puinhoop die het in Iran is. Via de satelliet (verboden in Iran) zag ik zelfs een stukje 1vandaag op tv. Die avond was mijn maag ook weer goed genoeg om lekker mee te eten.

Slapen is leuk in Iran, er worden dunne matrassen op de vloer gelegd en de hele familie slaapt in de huiskamer. Als er een gast is, slapen de mannen en vrouwen wel apart. Soms krijg ik een eigen kamer aangeboden waar ik op de grond kan slapen. Op de grond slapen is helemaal niet vervelend in Iran want overal liggen dikke Iranese tapijten. Sommige huizen hebben helemaal geen meubels (op een tv-kastje na). Zitten doe je met een kussen tegen de muur en eten wordt op een groot plastic op de grond uitgestald, net picknicken binnenshuis. 

Na de gezellige avond bij de familie van Zhalleh voelde  ik me alweer sterker en de volgende dag ging ik weer op stap. Het was nog een heel eind naar Esfahan waar ik mijn visum wilde gaan verlengen en de dagen begonnen langzaam op te raken.




Die avond eindigde ik in een stadje en merkte voor het eerst het effect van de ramadan. Alle eettenjes waren dicht en in het hostel waar ik verbleef was geen mogelijkheid om te koken. Ik had nog brood en fruit maar een stevige maaltijd zat er niet in die avond.

Toen ik op zoek ging naar een eettentje werd ik al snel omringd door een groep Iraniërs. Ze waren heel geïnteresseerd in wat ik van Iran vond, of andere landen beter waren, welk percentage van de Nederlandse bevolking moslim is en wat het standpunt van Nederland is tegenover de Israëlische bezetting van Palestina. Ik merkte dat het laatste punt gevoelig bij hen lag en gelukkig heb ik geen flauw idee wat het standpunt van Nederland is, hoeveel moslims er zijn en wat het beste land is, vond ik maar een rare vraag. Gelukkig werd ik gered door een Engels sprekende jongen die mij meenam voor een ijsje en veel wilde weten over hoe mannen en vrouwen in Nederland met elkaar omgingen. Zijn beeld van het westen op dit punt was werkelijk verbijsterend en ik kon het op mijn beurt niet laten om de islamitische houding tegenover de vrouw te bekritiseren. Niet zo slim want toen ik het standpunt dat Allah een man is (dat heeft hij zelf tegen Mohammed gezegd) in twijfel nam, wees hij mij erop dat ik maar voorzichtig moest zijn met zulke uitspraken, daar kon je toch echt de gevangenis voor ingaan.

Ik had het de volgende dagen behoorlijk zwaar.

Ik moest mijn visum gaan verlengen en daarna zou ik een Pakistaans visum moeten regelen. Ik ontdekte dat ik geen visum voor Pakistan kon krijgen in de stad bij de grens want die worden alleen nog maar aan Iraniërs verstrekt dus ik zou helemaal terug moeten naar Teheran. De eenzaamheid sloeg ook toe en ik durfde niet meer te hopen op het ontmoeten van andere fietsers 'want wie gaat er nu naar Pakistan'? Ergens een tijdje blijven hangen om op adem te komen ging ook niet want er waren maar een beperkt aantal dagen op mijn visum over. Kortom het ging even niet lekker.

Het idee om alleen door Pakistan te fietsen begon mij erg tegen te staan, meer drukke wegen en weinig contacten en ook nog eens een onveilige situatie met de Taliban. Ik zat erg in de put en elke ochtend werd ik wakker met een drukkender gevoel dat ik het beste zou kunnen omschrijven als een lichte maar constante wanhoop. Ik had weinig zin om door te fietsen en begon andere opties af te wegen.

Eerst dacht ik erover om naar Nepal te vliegen om Pakistan over te slaan maar geleidelijk werden ook Bangkok en zelfs Amsterdam mogelijkheden. Alleen door Pakistan fietsen leek mij geen optie meer, Omdat ik er toch al over dacht om de reis niet meer geheel per fiets af te leggen, begon ik ook hard te denken of ik wel zin had om door India en Zuidoost Azië te fietsen.

Ik wist het niet meer. Ik was moe, alleen en het fietsen ging ook niet lekker. Kortom ik zat in de put. In Kashan vond ik een internet café waar ik de vluchten vanuit Teheran bekeek. Het was nog mogelijk ook om overal heen te vliegen (verdomde E-tickets). Na mijn moeder gesproken te hebben via skype besloot ik een ticket naar Nederland te reserveren en een time-out in Nederland te nemen.

Een grote stap en ergens in mijn achterhoofd betekende dit het einde van mijn reis. Ik noemde het een time-out waarin ik zou besluiten hoe ik verder zou gaan. Backpacken door Azië, fietsen van Zuid naar Noord Amerika of gewoon helemaal niets meer. Ik was in grote verwarring want geen van deze opties sprak mij erg aan.

Ik sliep erg slecht die nachten en werd vaak midden in de nacht wakker met een enorm spijt gevoel. Overdag kon ik aan niets anders denken. Mijn ergste gedachte was dat ik in Esfahan andere fietsers tegen zou komen waar ik mee naar Pakistan zou kunnen fietsen. Ik had in Esfahan een couchsurfing adresje dus die kans was klein, maar ik wist ook dat Allah zijn ironische kanten heeft.

Onderweg, van Kashan naar Natanz, werd ik ook nog even gepest door een aantal Iranese soldaten. De weg waarover ik fietste, liep langs een grote legerbasis, zo één waar atoombommen gemaakt worden. Al snel reed er een motor met twee soldaten naast me die me gebaarden te stoppen. Ze droegen allebei kalasjnikovs over de schouder en aan hun riem hing een groot revolver, ik stopte dus maar. Ze pakte mijn paspoort af en reden weg naar de ingang van de legerbasis. Ik had maar te volgen. Bij de ingang van de basis wisten ze echter niet zo goed wat ze met me aan moesten. Was ik nou een spion of een toerist? Ze lieten me mijn laatste foto verwijderen, één van een rots 10 kilometer terug, en er werd me streng gevraagd of er niet iets in mijn tassen zat dat me in de problemen zou gaan brengen. Het juiste antwoord leek mij 'Nee' en daarmee namen ze genoegen. Ik hoefde mijn tassen gelukkig niet open te maken. Wel deden ze nog een half uur moeilijk, schreven ze de gegevens uit mijn paspoort over en maakte ze twee foto's van me, één met de soldaten erbij voor het plakboek en één van mij alleen, voor de 'Most Wanted' poster, mocht die er komen. Op beide foto's lachte ik vriendelijk. 

De laatste twee dagen naar Esfahan bleken wind mee en naar beneden te gaan. Dat samen met gebrek aan een slaapplaats maakte dat ik een dag eerder in Efahan aankwam dan ik via couchsurfing had afgesproken. Toen ik even stopte om bij te komen van de chaotische drukte in de straten van Esfahan werd ik geroepen door de eigenaar van een hostel aan de overkant van de straat. Het Amir kabir Hostel bleek een veel door reizigers bezocht hostel en toen ik de dorm binnen kwam stonden daar vier zilveren Vaude fietstassen op mij te wachten. Ik wist even niet meer hoe ik het had.

Die avond at en sprak ik samen met drie reizigers die over land op weg naar India waren. De hele avond voelde ik me ziek van spijt want die ene week waren er al vijf fietsers richting Pakistan vertrokken, dus toch! Na een slapeloze nacht en een dag van hard denken over wat ik echt wilde, annuleerde ik mijn vlucht.  Het couchsurfing adresje belde ik af want ik voelde me helemaal thuis in het hostel.



Het doel was terug en daarmee een hernieuwde energie zoals ik al tijden niet had gevoeld. Het reizen was opeens weer het leukste wat er was. De kosten die het annuleren met zich mee bracht heb ik weggeschreven onder wijze levensles No. 1.

Om Pakistan door te gaan heb ik met Marco, een Zwitserse ligfietser (www.accroscontinents.ch),  afgesproken om voor de grens samen te komen en de bus door Taliban gebied te nemen. Veilig in oost Pakistan, fietsen we naar Islamabad om ons visum voor India te regelen. Daarna zien we weer verder, misschien ga ik eerst maar eens bij de Dalai Lama op bezoek, die woont niet ver van de grensovergang met Pakistan.

Een mooi plan maar mijn schrijnende gebrek aan een Pakistaans visum was er nog steeds.
Het visum voor Pakistan is verkrijgbaar in Teheran, één van de slechtste steden om je in te begeven,  Maar soms heb je geen keus, dus reisde ik met een slaaptrein naar de hoofdstad. De slaaptreinen zijn erg comfortabel in Iran en heel goedkoop. Zeven uur reizen voor nog geen vijf euro, daarvoor krijg je ook een flesje water, een kussen en lakens om onder te slapen.

Teheran is een stad met 18 miljoen inwoners en volgens mij evenveel auto's maar zonder enige bezienswaardigheden. Deze stad is ongezond, de luchtverontreiniging, het lawaai, het gebrek aan groente en fruit, het is rampzalig. En dan het verkeer, oversteken doe je door op de juiste snelheid tussen de voorbijrazende auto's en motoren door te lopen. Het oude links dan rechts dan weer links kijken werkt hier niet. Je loopt gewoon. Toch zie je hier weinig agressie in het verkeer Het is een grote chaos maar daarin doet iedereen zijn best om de boel in beweging te houden. Helaas rijden de motoren daarvoor ook regelmatig over de stoep wat het nergens echt veilig maakt.

In Teheran nam ik mijn intrek in het goedkoopste hostel van de stad. Ik deel een kamer met wat   reizigers die ook al maanden reizen en waarvan één ook zijn Pakistaans visum komt halen. Het is best gezellig en daarnaast kan ik ook weer eens een boek lezen.  Het voelt weer als reizen. Zo zie je maar hoe het kan lopen.

Echt ideaal is het ook niet hoor, de kamer is lawaaierig, stinkt een beetje en één van de reizigers is een oude hippie die waarschijnlijk teveel drugs heeft gebruikt in de jaren 60 en nu een beetje de weg kwijt is. Niet de ideale kamergenoot maar wel boeiend. De anderen, Pools, Japans en Koreaans zijn wel goede kamergenoten. Dat is fijn want door het islamitische weekend, op donderdag en vrijdag, moet ik vier dagen op mijn visum wachten voordat ik terug naar mijn fiets in Esfahan kan.

Mijn fiets en kampeer spulletjes mis ik wel, elke keer dat openbaar vervoer, gedeelde taxi's en al dat geloop verschrikkelijk, wie wil er nu backpacken ;-) In het vorige hostel hadden de backpackers maar geluk met twee fietsers want met twee benzinebrandertjes kan je hele uitgebreide lekkere maaltijden maken. Dat is beter dan elke dag kebab.

Het wachten werd wel even onderbroken door een feestje op de Nederlandse Ambassade. Het nieuwe gebouw werd geopend en dat moest gevierd worden. Er waren een heleboel mensen in nette pakken en ook nog twee andere fietsstelletjes waarvan ik er één al in Cappadocia had ontmoet. Erg grappig hoe klein het wereldje is en leuk om hun verhalen te horen. Wel frustrerend om te horen dat zij alleen maar geluk hadden met hun visum en nog twee maanden in Iran mogen blijven.

Bij de ingang heb ik de ambassadeur nog een hand gegeven en even vertelt wat ik deed. Hij was onder de indruk. Bij het weggaan, kregen we Jip en Janneke boeken in Farsi mee, de eerste vertalingen maar helaas te zwaar voor mijn fietstassen.

Het was een leuk feest met veel Nederlandse hapjes zoals haring, bitterballen en saté. Er werd ook alcohol geschonken want we waren tenslotte op Nederlands grondgebied en daar gelden de Iraanse wetten niet. Ik was samen met Jaroslaw een Poolse reiziger naar het feest gegaan en we deden ons tegoed aan alle lekkernijen en drankjes.

Toen het feestje ten einde liep werden we uitgenodigd om verder te feesten bij een Iraanse kunstenares en een paar van haar vrienden. Van de barman kregen we twee flessen wijn mee (heel stiekem) en met haar Jeep scheurden we naar één van de buitenwijken van de stad. Ze bleek een  bekende en succesvolle schilder te zijn en woonde in een leuk klein appartement in Noord Teheran, het rijke deel maar wel met hele hoge torenflats. Het deed me een beetje Bijlmer aan maar dan zoals het had moeten zijn, veilig met veel groen en vogeltjes.

In haar huis leerde ik een heel nieuw Iran kennen, er werd volop gedronken en jointjes gerookt, het had zo Europa kunnen zijn. Alles wat in andere landen gebeurt, gebeurt in Iran blijkbaar ook maar dan verborgen. Je moet dus de juiste mensen leren kennen om het te zien. Er schijnen zelfs nachtclubs te zijn (waar je als toerist niet inkomt). Ook worden er grote feesten georganiseerd waar de Iraanse homo scene rijk vertegenwoordigd is. Het gebruik van drugs is net zo normaal als in Amsterdam. Ook daten jongeren met elkaar zoals overal maar dan niet zo openlijk.

Die avond dronken we de wijn en aten nog wat hapjes en bekeken we de schilderijen. Daarnaast was vooral reizen en het leven in Iran een geliefd onderwerp van gesprek. Het was  erg gezellig maar rond drie uur 's nachts was ik wel behoorlijk moe. Het hostel was zeker 20 kilometer zuidelijker dus bleven we op de bank slapen. Het was een boeiende avond zonder dat religie of Palestina ook maar ter sprake kwam. Bij het ontbijt ging het gewoon weer gezellig verder en dronk ik eindelijk weer eens normale koffie. Iran heeft twee gezichten dat is nu wel duidelijk.


Morgen krijg ik hopelijk mijn Pakistaanse visum. Voor morgen avond heb ik al een kaartje voor de trein dus als het goed is ben ik al snel terug in Esfahan. Vanuit Esfahan vertrek ik richting het oosten, de echte woestijn in, maar nu met veel zin in nieuwe avonturen.

Ik houd jullie op de hoogte. Foto's uploaden gaat niet zo best want de verbindingen zijn erg langzaam, die komen dus nog. Op de meeste interessante plaatsen mag je hier geen foto's maken dus echt veel zullen het er niet zijn

Liefs Kristiaan