15 november, 2009

Tourist Campsite Islamabad


De tijd stond even stil, 10 dagen wachten op een visum het leek even eindeloos. Het kampeerterrein was leeg en Marco en ik hadden, na alle treinreizen, niet zoveel meer te bespreken.

Gelukkig arriveerde de volgende dag de eerste reizigers op het kampeerterrein.

De dagen daarna transformeerde de 'Tourist Campsite Islamabad' zich tot een commune van wachtende reizigers. Opvallend was het hoge percentage Zwitserse reizigers en fietsers. Iedereen op de campsite had zijn eigen verhaal en iedereen was al maanden of jaren op reis.

De campsite zelf is ook erg bijzonder. Het is een groot terrein langs de weg met veel gras en bomen. Er was een toilet gebouw, te vies om te beschrijven en met één koude douche. Op het zelfde terrein leefde een aantal soldaten. Zij bewaakte de camping, 24 uur per dag was er een groot machine geweer op de poort gericht en 's nachts werd er door twee soldaten gepatrouilleerd.

Elke dag kwam de zwakzinnige beheerder het geld innen. Zijn begroeting was standaard: 'Hello, Money' of 'you leaving today?' Het kampeerterrein werd ook bevolkt door een grote zwerm kraaien. Kraaien zijn erg brutale vogels die 's nachts de prullenbakken leeggooien en al het eten en glimmende wat blijft liggen direct stelen als je drie stappen opzij doet. Het gordeldier dat af en toe voorbij kwam gaf minder overlast, fascinerende dieren gordeldieren die sinds de oertijd niet zoveel veranderd zijn.

We vormde een leuke groep reizigers bij elkaar.




Simon en Nathalie uit Zwitserland waren het langste onderweg, twee en een half jaar. Ze waren gestart met een VW bus maar voelden zicht teveel geïsoleerd in hun bus. Een vriend reed de bus terug naar Zwitserland en al backpackend gingen ze verder. Via Iran, en Pakistan kwamen ze in India en Nepal waar ze en jaar bleven. Daarna gingen ze terug naar Pakistan. In het noordelijke Kailas kochten ze twee ezeltjes en kregen ze een puppy (Nilak) cadeau. Het plan was om met de ezels via China, en Centraal Azië terug naar Zwitserland te lopen. Vanwege verkeerde inlichtingen uit China kwamen ze echter bij de Chinese grens vast te zitten. De ezeltjes mochten niet de grens over. Een grote ellende met visa problemen was het gevolg en uiteindelijk waren ze gedwongen de ezels te verkopen. Nilak hadden ze gelukkig nog wel. Toen ik ze ontmoete probeerde ze met de hond terug te komen naar Zwitserland. Helaas is het niet makkelijk om een hond uit een hoog rabbies risico gebied Europa binnen te brengen. Vliegen ging niet want dan moesten ze drie maanden wachten na de uitslag van een bloedtest, die ook een maand op zich liet wachten. De uiteindelijke oplossing, na vele andere overwegingen en tweemaal mijn tarot kaarten geraadpleegd te hebben, was de volgende: Simon koopt een kever met een export nummerplaat en rijdt met de hond naar Istanbul, Nathalie die niet naar Iran en Turkije wil gaat terug naar India en vliegt van daar uit naar Istanbul om Simon te ontmoeten, samen rijden ze dan naar Zwitserland. Fantastisch vertrekken met een VW bus en terug komen met een VW kever en een half getrainde Pakistaanse hond.

Een ander stel was Eugeni en Kaori uit Spanje en Japan, zij waren vanuit Japan naar Pakistan komen fietsen en wachtte ook op hun visum voor India. Ze fietsen binnenkort naar Delhi waar ze de trein nemen naar één van de zuidelijke stranden van India. In de Lente komen ze terug naar Pakistan om daar samen met een 70 jarige pakistaanse hippie een guesthouse te openen in het Noorden van Pakistan. Een super relax stel dat al maanden op reis is met een tentje dat zelfs voor één persoon te klein is. Ze reizen met een minimum aan bagage en zonder de hi-teck fietstassen die alle andere fietsers hebben, gewoon rugzakken achterop en fietsen maar. Ik hoop ze in de toekomst weer te ontmoeten, misschien in India en anders in Noord Pakistan. Mijn plan is namelijk om in de lente terug te komen om de Himalaya over te steken naar China.

Er was ook nog een Slowaaks stel op de fiets, maar die stuurden hun fietsen naar huis omdat ze binnen een maand in Birma wilden zijn oom een twee maanden lange meditatieretraite te beginnen.

David, ook uit Zwitserland, arriveerde later. Hij fietst ook naar India, waarschijnlijk gaan we gezamenlijk de grens over.

Er was ook nog een ander Zwitsers stel met een bestelbus, de honymoon express. Ze waren dan ook net getrouwd. Jochem die ik in Kerman en Bam had ontmoet was er ook nog een paar dagen. Al met al maakte het een gevarieerd en bont gezelschap.

Het was een gezellige boel op het kampeerterrein, we maakte twee barbecues, Argentijnse stijl met vlees van een goede hygiënische slager voor een tiende van de Europese prijs, helaas miste de rode wijn. Voor alcohol moet je een vergunning hebben, vroeger kreeg je hier zelfs een stempel in je paspoort. Verder deden we niet veel gewoon lekker lui kamperen en kletsen, ik houd daar wel van.

Toch kreeg ik het gevoel dat het tijd werd om verder te gaan dus stapte we op de fiets richting Lahore en de grens met India.

Maar daar schrijf ik binnenkort over.

Liefs Kristiaan

21 oktober, 2009

Exit Iran, Enter Pakistan






Met mijn visum voor Pakistan op zak vertrok ik uit Teheran. Ik had besloten direct door te reizen naar Yazd vanwaar ik het grootste deel richting de grens zou fietsen.

In Yazd kwam ik Marco tegen de Zwitserse ligfietser met wie ik afgesproken had om door Pakistan te fietsen. We besloten het laatste gedeelte van Iran ook samen te fietsen. Het was wel prettig om even aan elkaar te wennen voor dat we een heel nieuw land binnen te gaan.

Eerst hielden we een dagje rust in Yazd, een woestijnstad met een oud centrum van talloze kleine steegjes tussen kleihuisjes. Yazd is, zeker als je net uit Teheran komt, een ware oase van rust.

Ik nam mijn intrek in het beroemde Silk road hostel.  Een  hostel met een grote binnentuin  waar veel banken in oosterse stijl staan en waar je heerlijk kan bijkomen van de drukte van Iran. Doordat het hostel zo bekend is, voornamelijk dankzij de Lonley Planet, zijn de medewerkers een beetje ongeïnteresseerd geworden en de prijzen wat hoog maar al met al is het een fijn hostel.

In het Silk road hostel waren een heleboel reizigers aanwezig. De groep die ik in Esfahan had ontmoet was er, een Duitse automonteur met een in Australië aangeschafte Toyota landcruiser, een Zwitsers gepensioneerd stel dat de wereld rond fietst en ook met Marco en mij de grens over zou gaan, een Duits stel die met een grote gele vierwiel aangedreven bestelbus en nog een paar backpackers. Iedereen was al een paar maanden onderweg en verhalen en informatie werden gretig uitgewisseld.



Zoals altijd werd het weer tijd om in te pakken en weg te fietsen. Marco en ik besloten niet over de grote weg te fietsen maar een kleine omweg te nemen langs Bafq wat meer in de woestijn ligt. En woestijn kregen we, na de tweede dag verlieten we de hoofdweg en hadden we de weg voor ons alleen en om ons heen niets dan zand en rotsen.


Rond zonsondergang, fietsten we langs een vervallen karavaan standplaats waar we besloten te overnachten. Achter de muren uit het zicht van de weg zette we de tenten op en maakte we een grote maaltijd met rijst groente en sojavlees (erg populair in Iran, en gezond). Als toetje hadden we de lekkerste dadels mogelijk, vers en alleen voor de liefde gemaakt.

Die middag nadat we net onze lunch van brood met salade gegeten hadden werden we namelijk uitgenodigd door een dadelboer om thee te komen drinken. De dadelboer was gepensioneerd en had zijn boerderij niet om geld te verdienen maar omdat hij zo van dadels hield, 'Not for the money, only for love' zoals hij aangaf. Bij de thee werd een grote schaal verse dadels geserveerd, dadels zo zoet en sappig als ik ze nog nooit had geproefd. Bij het weggaan kregen we allebij een doos van een kilo mee, goede energie om op te fietsen en erg lekker. Uiteindelijk aten we bijna een doos per dag want als je eenmaal begint met eten is het moeilijk stoppen.

We fietsten vier dagen door de woestijn. In de woestijn verandert het uitzicht ongeveer per twee uur en zelfs dan maar een beetje. De stilte en leegte in de woestijn was erg indrukwekkend. Ook de meeste mensen waren erg vriendelijk. We kregen onderweg fruit en brood cadeau en mochten  overnachten bij een pistachboer. Het was de eerste keer dat ik verse pistach noten at,  die zijn veel zachter en sappiger dan de gedroogde exemplaren uit de winkel. We kregen ook vaak één of meerdere granaatappels aangereikt, een merkwaardige vrucht maar als je eenmaal weet hoe hem te eten een zeer goede bron van vitamine C.

Niet iedereen is aangenaam in Iran, overal heb je jonge mannen op 50cc motoren die ronduit vervelend zijn. Ze hebben geen baan en niets te doen. Als er dan een buitenlander langskomt zetten ze de achtervolging in. Veel te dicht naast je proberen ze dan van alles te vragen. Dit gaat niet omdat ze allleen Farsi spreken. Ze hebben ook allemaal mobiele telefoons waarmee ze ongegeneerd foto's van je maken.

Vooral Marco heeft hier veel last van omdat ze nog nooit een ligfiets gezien hebben, daarnaast ben je met een ligfiets ook wat kwetsbaarder dan met een normale fiets omdat je met je benen in de lucht niet zoveel mogelijkheden hebt je te verweren mocht dat nodig zijn. Als hij stopt in een dorpje heeft hij al snel een hele groep opdringerige Iraniers om hem heen staan.  Zo ook in één van de dorpjes waar we even stopten om wat eten te kopen. Terwijl ik kaas kocht vormde er een groep om hem heen.


Marco had langs de grens van Irak wat vervelende ervaringen gehad met dit soort groepen. Hij is ondermeer bekogeld met stenen en  tomaten en kreeg één keer zelfs een klap in zijn gezicht met een stuk hout. Nu kreeg hij het ook weer benauwd. Hij ging uit zijn dak tegen de groep jongeren die met mobieltjes in de hand dingen tegen hem schreeuwden en om hem lachten en we moesten daarna zo ongeveer het dorp uitvluchten. Ik had mijn bidon al tevoorschijn gehaald om de meest opdringerige motorijder op afstand te kunnen houden met een ferme straal water. De gedachte ontging mijn niet dat deze techniek ook gebruikt wordt om agressieve honden te verjagen. Gelukkig lieten ze ons alleen toen we een eindje het dorp uit waren. Ik me na een maand in Iran goed voorstellen waarom  pop en filmsterren bodyguards bij zich hebben en in geblindeerde auto's rijden.

In de buurt van Kerman werden we aangehouden door de politie. We moesten paspoorten afgeven en wachten. Onderweg heb ik geleerd dat het afpakken van een paspoort een schending is van het internationaal recht, zoals ik al eerder meegemaakt had bij een militaire basis was dit dus weer een directe ervaring met de schending van mensenrechten. Iran is hier erg goed in en mijn ervaring stelt helaas niets voor bij de andere schendingen van de mensenrechten die ze begaan tegenover de eigen bevolking. We kregen onze paspoorten deze keer snel terug maar zonder escorte mochten we niet verder fietsen.

De escorte bestond uit een agent en een militair die achter ons aanreden tot dat hun werkgebied ophield. Daarmee was het weer wachten tot de volgende escorte achter ons aan zou komen rijden. De tweede escorte was echter al snel verveeld door ons slakkengangetje en liet ons verder alleen fietsen. Het hele idee van escortes is ook maar en grote Iranese poppenkast want echt gevaarlijk is het er naar mijn mening niet.

Die avond was het moeilijk een slaapplaats te vinden. We besloten ons geluk te wagen bij een moskee langs de weg. Ik had namelijk gehoord dat het mogelijk is om in een moskee te overnachten of je tent ernaast op te zetten. Helaas was deze moskee gesloten. Iets verderop lag een dorpje met ook een moskee en we besloten het daar te proberen.


Ik was even vergeten dat afstanden bedrieglijk kunnen zijn in de woestijn en het dorpje bleek een aantal kilometer verder te zijn dan verwacht en ook nog eens een eind klimmen en dat terwijl het al donker geworden was. Gelukkig mochten we inderdaad in de moskee overnachten. We kookten een reusachtige pastamaaltijd voor de deur van de moskee en rolden onze slaapmatten uit onder de strenge blik van Allah. Ik moet zeggen dat je in het huis van God heerlijk kan slapen. De volgende dag fietsen we met goede energie in een halve dag naar de stad Kerman waar we een rustdag namen.

Kerman stelde weinig voor. Gewoon weer een drukke stad en nog een dure ook want de mensen zijn er rijker vanwege de opbrengsten van de vele pistach boerderijen. Voor twee dollar per persoon  konden we kamperen op de parkeerplaats van hotel Akhavan, dat scheelde weer. Op de parkeerplaats ontmoette we Jochem een gepensioneerde Duitser die, met zijn hond Lilly, in een Toyota landcruiser op weg was naar India. Jochem is een doorgewinterde reiziger die overal is geweest. Het was erg leuk om zijn ervaringen te horen, en als ik later groot ben wil ik ook een Toyota landcruiser en een hond. Doordat Jochem zijn dak omhoog kan klappen heeft hij in minuten een kamp gemaakt en met een grote hond in je auto voel je je altijd veilig. Maar reizen met de auto doe ik wel wanner ik gepensioneerd ben, nu is de fiets nog het beste vervoersmiddel.

Op weg naar Bam werden we ingehaald door Jochem, hij was onder de indruk van onze snelheid. Niet zo gek want we reden die ochtend met een gemiddelde van 32 kilometer per uur de berg af om half twee hadden we er al 120 kilometer op zitten en kwamen we aan in het Akbar tourist guesthouse in Bam.

Bam is in 2005 volledig verwoest door een 12 seconden durende aardbeving. De aardbeving begon om half zes in de ochtend en omdat zoveel mensen thuis waren op dit tijdstip kwamen 40.000 van de 100.000 mensen in de stad om. Nu zie je nog veel winkels in containers en hals opgebouwde huizen. Er is duidelijk weinig geld voor de wederopbouw Ook van de bekende citadel van Bam is weinig over de renovatie zal waarschijnlijk over een jaar of twintig geheel voltooid zijn, dit ook alleen dankzij het geld van UNESCO.

Ook het Akbar hotel ontkwam niet aan de aardbeving. In de Lonely planet staat een heel stuk over hoe de eigenaar een groot deel van zijn familie verloor en het hotel verwoest werd in de aardbeving. Dit stuk is een geweldige promotie geweest voor het hostel en bijna elke reiziger komt er naartoe. Er zijn ook maar weinig andere overnachtingsgelegenheden in de stad en de politie die je escorteert brengt je er regelrecht heen. Helaas heeft de populariteit het hostel weinig goed gedaan en  is het al snel duidelijk dat het de eigenaren alleen om geld te doen is.

Ik had er wel een hele goede tijd want Uedi en Frennie (het zwitserse fietste met wie we de grens over zouden gaan) waren al aangekomen en ook Jochem had zijn landcruiser er geparkeerd. Gezamenlijk aten we een grote pasta maaltijd en dronken we liters maltlimonade, het surrogaat voor bier in Iran.


De nacht voor we vertrokken kwam er ook nog een Duits gezin aan. Zij waren al bijna vier jaar op reis met een VW bus en waren vertrokken toe hun dochter zeven maanden was. In India werd hun zoon geboren. Nu na Noord en Zuid Amerika, Azië en het Middenoosten doorkruist te hebben, zijn ze op weg naar Hamburg. Het geld is op en Maya hun dochter heeft bijna de leeftijd om naar school te gaan. Ondanks dat Maya vloeiend twee talen spreekt en meer gezien heeft van de wereld dan de meeste Duitse schoolmeesters denk ik dat ze het nog moeilijk gaat krijgen in Duitsland. Ik was zeer onder de indruk van het gezin dat met een overvolle VW transporter de wereld rond reisde en als ik later groot ben en een Toyota landcruiser heb, neem ik ook een gezin mee in de auto. :-)

Wegkomen uit Bam was nog niet zo makelijk. Er vertrokken geen bussen uit Bam naar Zahedan maar we moesten opstappen op een bus die vanuit Kerman naar Bam reed. De eerste bus die langskwam lade onze tassen onderin en onze fietsen in de passagiersruimte, vervolgens werd ons een prijs voorgehouden die drie keer hoger was dan ons eerder op het busstation was verteld. Het bleek dat we voor onze fietsen meer betalen dan voor onszelf. Natuurlijk gingen we hier niet mee akkoord. Omdat het voor de bus maar een tussenstop was leverde onze discussie over de prijs hen  alleen maar vertraging op en na enige momenten werden onze fietsen en tassen ruw de bus uit gegooid, hierbij brak de bevestiging van mijn fietspomp. Uedi die er een beetje de pest in had vond dat daar voor betaald moest worden ik had ook wel zin in een verzetje. We blokkeerden de deur van de bus en voordat er betaald was lieten we de jongen die onze spullen zo ruw uit de bus had gegooid er niet in in. Hij probeerde drie keer de bus in te stappen en elke keer dat ik hem tegenhield werd hij bozer. Zonder de aanwezige politiemacht was hij mij zeker te lijf gegaan. Zover kwam het gelukkig niet, uiteindelijk werd de vergoeding voor de schade betaald en kon de bus weer verder rijden. Het was een beetje flauw van ons maar ik was wel een beetje trots dat we niet met onze lieten sollen. De volgende bus rekende ons een normale prijs en we konden op weg naar het beruchte Zahedan.

Het was al donker toen we in Zahedan aankwamen en werden opgewacht door een politieagent. Natuurlijk wilde hij ons eerst naar het dure hotel van zijn keuze escorteren (sommige hotels maken deals met de politie) maar wij hielden voet bij stuk en uiteindelijk konden we naar het hotel dat wij op het oog hadden. Het duurde even om er te komen want de politie gaf alleen escort in het eigen district en elke keer als we een districtgrens over hingen moest er van escort gewisseld worden. De politie begon vermoeiend te worden.

Het Hotel was prima goedkoop vies en lawaaierig, precies zoals je een hotel in Zahedan zou verwachten. Zahedan is de laatste stad voor de grens met pakistan en wordt volgens zeggen beheerst door smokkelaars en bondieten. De kans om ontvoerd te worden is volgens de politie heel erg groot en zonder escort mag je de deur van het hotel dan ook niet uit. Omdat wij een treinkaartje naar Pakistan wilde regelen en geld moesten wisselen werd er de volgende dag weer een escorte opgeroepen. Eerst wilde ze ons in een taxi zetten maar toen we aangaven liever te lopen moesten we maar meerijden in de Toyota pick-up van de politie. Met de eerste escorte haalde we net het einde van de straat, daar hield zijn district op en moesten we wachten op de volgende escorte, de volgende escorte had vervolgens wat moeite om het station te vinden. Het station wordt maar twee keer in de maand gebruikt dus echt gek was dat niet. Op het station aangekomen kregen we te horen dat we de volgende dag terug moesten komen, er was altijd plaats want niemand gebruikte de trein. Meerdere bussen vertrekken elke dag uit Zahedan en leggen het traject veel sneller af.


Wat nog restte was geld wisselen. Het was vrijdag dus de banken waren gesloten maar na even aandringen was de politie bereid ons naar de zwarthandelaren te brengen die ons aan Pakistaanse roepie konden helpen. Erg grappig om in een politieauto naar zwarthandelaren te zoeken, volgens mij is de zwarte handel in geld in Iran toch echt verboden. De politie en de handelaren hadden er beide weinig moeite mee en het leek alsof ze elkaar goed kende. Tegen een zeer slechte koers wisselde we genoeg dollars om de trein te kunne betalen en lieten we ons terug brengen naar het hotel. Uiteindelijk had de politie ons een gratis tour door de stad gegeven en als een prima taxi gefungeerd, we waren wel een beetje teleurgesteld dat de sirene niet aanmocht.

De trein Zahedan- Quetta

De ochtend van vertrek waren we al vroeg wakker, de trein zou om acht uur vertrekken en we moesten er natuurlijk door een politieescorte heen gebracht worden, vertraging gegarandeerd.

Op het station konden we onze fietsen in de goederenwagon inladen en onze tassen meenemen in de passagierswagon. De wagon deelde we met drie iraniers die familie in Pakistan gingen bezoeken. Het reisde tweede klas (de hoogste klas). Tweede klas houdt in dat het heel stoffig is maar dat de banken niet van hout zijn maar maar met zachte voering zijn bedekt. De meeste vensters hadden ramen en die konden nog eens dicht. Gelukkig is slapen geen probleem in een oude trein, in een mum van tijd wordt je in slaap gewiegd om alleen wakker te worden wanneer de trein stopt. Helaas gebeurde dit regelmatig.

Het koste een halve dag om bij de grens te komen. Bij de grens moesten we over een hek klimmen, prikkeldraad omzeilen en een stuk lopen om onze exit stempel te krijgen. De douaniers waren zo verbaast dat we met de trein aangekomen waren dat we direct geholpen werden. Ook de Pakistaanse grens gaf geen problemen, al moesten we een eind lopen om van het station bij de douane te komen.

Toen begon de echte rit door Baluchistan, de beruchte woestijn grenzend aan Afganistan waar het te gevaarlijk wordt geacht om doorheen te fietsen. Het is ook maar een paar honderd kilometer van het gebied vandaan waar de Nederlandse troepen gevechten leveren met de Taliban.


Ondanks de slechte naam van Baluchistan heeft het een prachtig woestijnlandschap. Zandduinen worden afgewisseld door rotswoestijn en regelmatig zagen we wilde dromedarissen door de woestijn sjokken. De kleine uit klei opgetrokken dorpjes leken de afgelopen eeuwen niets veranderd te zijn. Onderweg waren de mensen zeer vriendelijk en zelfs de kinderen waren erg beleefd en leuk. We hadden veel tijd om foto's te nemen en de stationnetjes langs het traject te bezichtigen. De reis duurde uiteindelijk drie volle dagen.

De locomotief ging in de eerste nacht kapot en er moest een vervangende komen uit Quetta. Het was een onspannen ochtend, de kinderen uit de omgeving speelden cricket naast de trein en kwamen zo nu en dan kijken wat wij deden, ook de volwassen hingen er wat rond. We maakte wat soep voor de lunch en aten witbrood met dadels. Meer dan dat hadden we niet en na de derde dag hadden we alle vier darmklachten, je moest eens weten wat voor scheten je van witbrood en dadels gaat laten :-)

Die middag arriveerde de nieuwe locomotief en konden we weer verder. Helaas niet voor lang want bij het laatste station voor het bergebied dat tussen ons en het einddoel lag hielden we weer halt. De conducteur gaf aan dat het te gevaarlijk was om 's nachts door het gebied te reizen maar de volgende ochtend hoorde we dat ook deze locomotief het begeven had. Een derde locomotief werd opgeroepen. Deze locomotief haalde het ook niet door de bergen en tenslotte besloot men de zware goederen wagons los te koppelen en alleen met de passagiers en hun baggage door te reizen.

We kwamen om tien uur 's avonds aan in Quetta, de reis had ongeveer 60 uur geduurd. De bus doet er in het algemeen tien uur over maar gelukkig hadden wij hadden de tijd. De treinreis was een mooie ervaring geweest met prachtige uitzichten en interesante dorpjes. Te zonde om daar met een nachtbus voorbij te rijden.

We zette die nacht onze tenten op in de tuin van het Bloomstar hotel, en de volgende ochtend planden ons vertrek op de fiets. Jammer genoeg kregen we te horen dat, om te fietsen, we toestemming moesten krijgen van het 'Home department' van Baluchistan. En om dat aan te vragen waren we al te laat die dag. Koppig als we zijn gingen we het toch proberen. We werden ondanks onze late entree goed geholpen, en ondanks dat we ongeveer vijf verschillende kamers ingeleid werden en vijf keer ons verhaal moesten doen bereikte we de kamer van de hoogste baas. Er was ondertussen een officieel verzoek geschreven en onze paspoorten en visa waren gekopieerd. Van de hoogste bas kregen we een: 'komt u morgen terug en insjallah krijgt u dan de toestemming'. 
De volgende dag kregen we geen toestemming, er zou contact opgenomen worden met de politie en die zou aangeven of het veilig genoeg was om te fietsen. Komt u morgen terug was de boodschap. Leven de bureaucratie in Pakistan.

Al met al schiet het dus niet op in Pakistan maar gelukkig is het er wel vermakelijk. Pakistan is één grote chaos met gekleurde ricksaws, vriendelijke mensen een bruisende bazaar en overal eten op straat. Het is er ook spotgoedkoop. Op de bazaar kochten Marco en ik een setje Pakistaanse kledij. De shaluar kamis wordt door iedereen in Pakistan gedragen en met een normale broek en T-shirt val je erg uit de toon. De shaluar kamis zit het ook nog eens erg lekker, alsof je de hele dag in je pyjama loop. Hopenlijk kunnen we overmorgen uitvinden of de Pakistaanse kledij ook geschikt is om mee te fietsen want dan willen we met een vergunning op zak richting Multan fietsen, een tocht van ruim een week omdat de directe weg van zo een slechte kwaliteit schijnt te zijn dat zelfs auto's en motoren hem ontwijken. Zonder vergunning zal het weer een treinreis van 24 uur worden, tenminste als er geen locomotief stuk gaat. We zullen wel zien, tot nu toe is Pakistan leuk en interessant en dat kan alleen maar beter worden denk ik.

Ik laat van mij horen


Liefs Kristiaan











[update]
We kregen geen toestemming om te fietsen vanuit Quetta, helaas.

Omdat onze trein naar Multan vroeg de volgende ochtend vertrok pakte we onze tenten in en verhuisden naar het Youth hosten van Quetta.

We merkten dat het hostel in een wat ruiger gedeelte van Quetta stond en onder het fietsen probeerde iemand zelfs spullen uit de tassen van Marco te stelen door zijn tas open te snijden, meer dan ons ontbijt werd gelukkig niet gestolen. Het schokte ons wel erg want we hadden een goed gevoel bij de stad. Die avond gingen we wat eten kopen, helemaal geen probleem dachten we.

Op de terugweg werden we echter bij een controlepost tot stoppen gemaand en apart genomen. We werden vervolgens ruim een uur, onvriendelijk maar "voor onze eigen veiligheid" ondervraagd. Uiteindelijk brachten ze ons onder escorte naar het hostel.

Een kleine twee uur later, ik stond net mijn tanden te poetsen, stond er opeens een legercommandant met acht commando's  in het hostel. We mochten daar absoluut niet zijn en schenen ernstig gevaar voor ons leven te lopen. (beetje overdreven) We werden nogmaals ondervraagd en kregen te horen dat we onze spullen moesten inpakken en mee moesten komen.

Het was een erg surrealistische situatie in een bouwvallig hostel met overal zwaar bewapende soldaten, erg vermoeiend en intimiderend. We werden naar een politiegebouw geëscorteerd door twee pick ups met beide vier soldaten achterop. Op het politiebureau konden we nog een paar uur slapen tot onze trein vertrok.

Na dit gebeuren besloten we maar direct naar Islamabad door te reizen om ons Indiaas visa op te halen. Fietsen tussen militaire controleposten met of zonder escorte hoefde even niet meer.

Nu rusten we uit van al het treinreizen op de Tourist campsite van Islamabad waar we 10 dagen op ons Indiase visum moeten wachten. Ondertussen staan we met zeven reizigers op de camping waarvan vijf fietsers, heel gezellig.

We vinden het wel jammer dat we niet door Pakistan hebben gefietst en ik kom zeker nog eens terug om het noorden te bezoeken. Dat schijnt wonderbaarlijk mooi te zijn.

02 oktober, 2009

Iran

Iran, een heftige periode maar het gaat verder.
 
Elk land is wennen als je binnenkomt maar Iran was wel een behoorlijke schok. Vooral het verkeer in de steden is absurd. Iedereen rijdt auto en nog meer mensen rijden op kleine motorfietsen, de straten in de steden zijn dus altijd chaotisch vol. In Iran heb je geen verkeersregels, de grootste heeft vaak voorrang maar ook niet altijd. Het is dan ook niet gek dat Teheran het hoogste percentage aan verkeersongelukken kent in de wereld. Ik hoorde dat er sinds de oorlog met Irak al meer mensen in het verkeer zijn omgekomen dan in die oorlog. Daar fiets ik dan lekker tussendoor. Het is maar goed dat ik een Amsterdamse fietsstijl heb want anders zou ik niet vooruit komen. De andere wegen zijn ook druk. Dat is jammer want samen met het eentonige landschap maakt dat het fietsen niet zo leuk.

De eerste nacht in Iran sliep ik dan ook langs een drukke weg, naast een boer die daar zijn groentenveld had. In de zomer kampeerde hij daar waarschijnlijk om zijn oogst te bewaken. Ik vroeg of ik naast hem mocht kamperen en werd vervolgens voor het eten uitgenodigd. Ideaal mee eten en in je eigen tent slapen. Het was jammer dat de communicatie een beetje stuk liep op de taalbarrière. 

Na twee dagen in Iran was ik voor het eerst ziek. Waarschijnlijk teveel in de zon gefietst, te weinig gedronken en iets verkeerds gegeten. Ik verdenk het laatste handje pinda's bij de lunch waar wel heel veel gruis bij zat. 

Bij een familie waar ik die dag aanklopte om in de tuin te kamperen, at ik nog een heerlijke maaltijd. De volgende ochtend zat ik daar echter nog steeds vol van en voelde ik mij niet zo goed. Na allerlei drankjes, om mijn maag goed te krijgen,was de top bereikt en kwam alles inclusief de lunch van de dag ervoor eruit. Ik haalde maar net het toilet in de tuin. De rest van de dag kon ik niet anders doen dan slapen en een beetje fruit eten. De familie was behulpzaam en probeerde me op allerlei manieren te helpen maar kon niet veel meer doen dan me te laten liggen. Gelukkig voelde ik me de volgende dag veel beter. De familie vond dat ik maar beter kon gaan, er kwam heel slecht weer aan en ik kon maar beter naar het zuiden fietsen. Ik wilde hun gastvrijheid niet misbruiken dus stapte ik met lege benen op de fiets.


Ik voelde me erg slap en had nog steeds weinig trek. Gelukkig werd ik na 40 kilometer in een dorpje van de weg geplukt door Zhalleh, een studente Engelse literatuur. Ze nodigde me uit om bij haar familie te komen
overnachten.

In Iran is het erg ongewoon om vreemde mannen mee naar huis te nemen maar het was een rebelse meid en na het goede voorbeeld van haar moeder ging binnenshuis zelfs het hoofddoekje af. Het was heel gezellig. We spraken over Nederland en Iran en over de puinhoop die het in Iran is. Via de satelliet (verboden in Iran) zag ik zelfs een stukje 1vandaag op tv. Die avond was mijn maag ook weer goed genoeg om lekker mee te eten.

Slapen is leuk in Iran, er worden dunne matrassen op de vloer gelegd en de hele familie slaapt in de huiskamer. Als er een gast is, slapen de mannen en vrouwen wel apart. Soms krijg ik een eigen kamer aangeboden waar ik op de grond kan slapen. Op de grond slapen is helemaal niet vervelend in Iran want overal liggen dikke Iranese tapijten. Sommige huizen hebben helemaal geen meubels (op een tv-kastje na). Zitten doe je met een kussen tegen de muur en eten wordt op een groot plastic op de grond uitgestald, net picknicken binnenshuis. 

Na de gezellige avond bij de familie van Zhalleh voelde  ik me alweer sterker en de volgende dag ging ik weer op stap. Het was nog een heel eind naar Esfahan waar ik mijn visum wilde gaan verlengen en de dagen begonnen langzaam op te raken.




Die avond eindigde ik in een stadje en merkte voor het eerst het effect van de ramadan. Alle eettenjes waren dicht en in het hostel waar ik verbleef was geen mogelijkheid om te koken. Ik had nog brood en fruit maar een stevige maaltijd zat er niet in die avond.

Toen ik op zoek ging naar een eettentje werd ik al snel omringd door een groep Iraniërs. Ze waren heel geïnteresseerd in wat ik van Iran vond, of andere landen beter waren, welk percentage van de Nederlandse bevolking moslim is en wat het standpunt van Nederland is tegenover de Israëlische bezetting van Palestina. Ik merkte dat het laatste punt gevoelig bij hen lag en gelukkig heb ik geen flauw idee wat het standpunt van Nederland is, hoeveel moslims er zijn en wat het beste land is, vond ik maar een rare vraag. Gelukkig werd ik gered door een Engels sprekende jongen die mij meenam voor een ijsje en veel wilde weten over hoe mannen en vrouwen in Nederland met elkaar omgingen. Zijn beeld van het westen op dit punt was werkelijk verbijsterend en ik kon het op mijn beurt niet laten om de islamitische houding tegenover de vrouw te bekritiseren. Niet zo slim want toen ik het standpunt dat Allah een man is (dat heeft hij zelf tegen Mohammed gezegd) in twijfel nam, wees hij mij erop dat ik maar voorzichtig moest zijn met zulke uitspraken, daar kon je toch echt de gevangenis voor ingaan.

Ik had het de volgende dagen behoorlijk zwaar.

Ik moest mijn visum gaan verlengen en daarna zou ik een Pakistaans visum moeten regelen. Ik ontdekte dat ik geen visum voor Pakistan kon krijgen in de stad bij de grens want die worden alleen nog maar aan Iraniërs verstrekt dus ik zou helemaal terug moeten naar Teheran. De eenzaamheid sloeg ook toe en ik durfde niet meer te hopen op het ontmoeten van andere fietsers 'want wie gaat er nu naar Pakistan'? Ergens een tijdje blijven hangen om op adem te komen ging ook niet want er waren maar een beperkt aantal dagen op mijn visum over. Kortom het ging even niet lekker.

Het idee om alleen door Pakistan te fietsen begon mij erg tegen te staan, meer drukke wegen en weinig contacten en ook nog eens een onveilige situatie met de Taliban. Ik zat erg in de put en elke ochtend werd ik wakker met een drukkender gevoel dat ik het beste zou kunnen omschrijven als een lichte maar constante wanhoop. Ik had weinig zin om door te fietsen en begon andere opties af te wegen.

Eerst dacht ik erover om naar Nepal te vliegen om Pakistan over te slaan maar geleidelijk werden ook Bangkok en zelfs Amsterdam mogelijkheden. Alleen door Pakistan fietsen leek mij geen optie meer, Omdat ik er toch al over dacht om de reis niet meer geheel per fiets af te leggen, begon ik ook hard te denken of ik wel zin had om door India en Zuidoost Azië te fietsen.

Ik wist het niet meer. Ik was moe, alleen en het fietsen ging ook niet lekker. Kortom ik zat in de put. In Kashan vond ik een internet café waar ik de vluchten vanuit Teheran bekeek. Het was nog mogelijk ook om overal heen te vliegen (verdomde E-tickets). Na mijn moeder gesproken te hebben via skype besloot ik een ticket naar Nederland te reserveren en een time-out in Nederland te nemen.

Een grote stap en ergens in mijn achterhoofd betekende dit het einde van mijn reis. Ik noemde het een time-out waarin ik zou besluiten hoe ik verder zou gaan. Backpacken door Azië, fietsen van Zuid naar Noord Amerika of gewoon helemaal niets meer. Ik was in grote verwarring want geen van deze opties sprak mij erg aan.

Ik sliep erg slecht die nachten en werd vaak midden in de nacht wakker met een enorm spijt gevoel. Overdag kon ik aan niets anders denken. Mijn ergste gedachte was dat ik in Esfahan andere fietsers tegen zou komen waar ik mee naar Pakistan zou kunnen fietsen. Ik had in Esfahan een couchsurfing adresje dus die kans was klein, maar ik wist ook dat Allah zijn ironische kanten heeft.

Onderweg, van Kashan naar Natanz, werd ik ook nog even gepest door een aantal Iranese soldaten. De weg waarover ik fietste, liep langs een grote legerbasis, zo één waar atoombommen gemaakt worden. Al snel reed er een motor met twee soldaten naast me die me gebaarden te stoppen. Ze droegen allebei kalasjnikovs over de schouder en aan hun riem hing een groot revolver, ik stopte dus maar. Ze pakte mijn paspoort af en reden weg naar de ingang van de legerbasis. Ik had maar te volgen. Bij de ingang van de basis wisten ze echter niet zo goed wat ze met me aan moesten. Was ik nou een spion of een toerist? Ze lieten me mijn laatste foto verwijderen, één van een rots 10 kilometer terug, en er werd me streng gevraagd of er niet iets in mijn tassen zat dat me in de problemen zou gaan brengen. Het juiste antwoord leek mij 'Nee' en daarmee namen ze genoegen. Ik hoefde mijn tassen gelukkig niet open te maken. Wel deden ze nog een half uur moeilijk, schreven ze de gegevens uit mijn paspoort over en maakte ze twee foto's van me, één met de soldaten erbij voor het plakboek en één van mij alleen, voor de 'Most Wanted' poster, mocht die er komen. Op beide foto's lachte ik vriendelijk. 

De laatste twee dagen naar Esfahan bleken wind mee en naar beneden te gaan. Dat samen met gebrek aan een slaapplaats maakte dat ik een dag eerder in Efahan aankwam dan ik via couchsurfing had afgesproken. Toen ik even stopte om bij te komen van de chaotische drukte in de straten van Esfahan werd ik geroepen door de eigenaar van een hostel aan de overkant van de straat. Het Amir kabir Hostel bleek een veel door reizigers bezocht hostel en toen ik de dorm binnen kwam stonden daar vier zilveren Vaude fietstassen op mij te wachten. Ik wist even niet meer hoe ik het had.

Die avond at en sprak ik samen met drie reizigers die over land op weg naar India waren. De hele avond voelde ik me ziek van spijt want die ene week waren er al vijf fietsers richting Pakistan vertrokken, dus toch! Na een slapeloze nacht en een dag van hard denken over wat ik echt wilde, annuleerde ik mijn vlucht.  Het couchsurfing adresje belde ik af want ik voelde me helemaal thuis in het hostel.



Het doel was terug en daarmee een hernieuwde energie zoals ik al tijden niet had gevoeld. Het reizen was opeens weer het leukste wat er was. De kosten die het annuleren met zich mee bracht heb ik weggeschreven onder wijze levensles No. 1.

Om Pakistan door te gaan heb ik met Marco, een Zwitserse ligfietser (www.accroscontinents.ch),  afgesproken om voor de grens samen te komen en de bus door Taliban gebied te nemen. Veilig in oost Pakistan, fietsen we naar Islamabad om ons visum voor India te regelen. Daarna zien we weer verder, misschien ga ik eerst maar eens bij de Dalai Lama op bezoek, die woont niet ver van de grensovergang met Pakistan.

Een mooi plan maar mijn schrijnende gebrek aan een Pakistaans visum was er nog steeds.
Het visum voor Pakistan is verkrijgbaar in Teheran, één van de slechtste steden om je in te begeven,  Maar soms heb je geen keus, dus reisde ik met een slaaptrein naar de hoofdstad. De slaaptreinen zijn erg comfortabel in Iran en heel goedkoop. Zeven uur reizen voor nog geen vijf euro, daarvoor krijg je ook een flesje water, een kussen en lakens om onder te slapen.

Teheran is een stad met 18 miljoen inwoners en volgens mij evenveel auto's maar zonder enige bezienswaardigheden. Deze stad is ongezond, de luchtverontreiniging, het lawaai, het gebrek aan groente en fruit, het is rampzalig. En dan het verkeer, oversteken doe je door op de juiste snelheid tussen de voorbijrazende auto's en motoren door te lopen. Het oude links dan rechts dan weer links kijken werkt hier niet. Je loopt gewoon. Toch zie je hier weinig agressie in het verkeer Het is een grote chaos maar daarin doet iedereen zijn best om de boel in beweging te houden. Helaas rijden de motoren daarvoor ook regelmatig over de stoep wat het nergens echt veilig maakt.

In Teheran nam ik mijn intrek in het goedkoopste hostel van de stad. Ik deel een kamer met wat   reizigers die ook al maanden reizen en waarvan één ook zijn Pakistaans visum komt halen. Het is best gezellig en daarnaast kan ik ook weer eens een boek lezen.  Het voelt weer als reizen. Zo zie je maar hoe het kan lopen.

Echt ideaal is het ook niet hoor, de kamer is lawaaierig, stinkt een beetje en één van de reizigers is een oude hippie die waarschijnlijk teveel drugs heeft gebruikt in de jaren 60 en nu een beetje de weg kwijt is. Niet de ideale kamergenoot maar wel boeiend. De anderen, Pools, Japans en Koreaans zijn wel goede kamergenoten. Dat is fijn want door het islamitische weekend, op donderdag en vrijdag, moet ik vier dagen op mijn visum wachten voordat ik terug naar mijn fiets in Esfahan kan.

Mijn fiets en kampeer spulletjes mis ik wel, elke keer dat openbaar vervoer, gedeelde taxi's en al dat geloop verschrikkelijk, wie wil er nu backpacken ;-) In het vorige hostel hadden de backpackers maar geluk met twee fietsers want met twee benzinebrandertjes kan je hele uitgebreide lekkere maaltijden maken. Dat is beter dan elke dag kebab.

Het wachten werd wel even onderbroken door een feestje op de Nederlandse Ambassade. Het nieuwe gebouw werd geopend en dat moest gevierd worden. Er waren een heleboel mensen in nette pakken en ook nog twee andere fietsstelletjes waarvan ik er één al in Cappadocia had ontmoet. Erg grappig hoe klein het wereldje is en leuk om hun verhalen te horen. Wel frustrerend om te horen dat zij alleen maar geluk hadden met hun visum en nog twee maanden in Iran mogen blijven.

Bij de ingang heb ik de ambassadeur nog een hand gegeven en even vertelt wat ik deed. Hij was onder de indruk. Bij het weggaan, kregen we Jip en Janneke boeken in Farsi mee, de eerste vertalingen maar helaas te zwaar voor mijn fietstassen.

Het was een leuk feest met veel Nederlandse hapjes zoals haring, bitterballen en saté. Er werd ook alcohol geschonken want we waren tenslotte op Nederlands grondgebied en daar gelden de Iraanse wetten niet. Ik was samen met Jaroslaw een Poolse reiziger naar het feest gegaan en we deden ons tegoed aan alle lekkernijen en drankjes.

Toen het feestje ten einde liep werden we uitgenodigd om verder te feesten bij een Iraanse kunstenares en een paar van haar vrienden. Van de barman kregen we twee flessen wijn mee (heel stiekem) en met haar Jeep scheurden we naar één van de buitenwijken van de stad. Ze bleek een  bekende en succesvolle schilder te zijn en woonde in een leuk klein appartement in Noord Teheran, het rijke deel maar wel met hele hoge torenflats. Het deed me een beetje Bijlmer aan maar dan zoals het had moeten zijn, veilig met veel groen en vogeltjes.

In haar huis leerde ik een heel nieuw Iran kennen, er werd volop gedronken en jointjes gerookt, het had zo Europa kunnen zijn. Alles wat in andere landen gebeurt, gebeurt in Iran blijkbaar ook maar dan verborgen. Je moet dus de juiste mensen leren kennen om het te zien. Er schijnen zelfs nachtclubs te zijn (waar je als toerist niet inkomt). Ook worden er grote feesten georganiseerd waar de Iraanse homo scene rijk vertegenwoordigd is. Het gebruik van drugs is net zo normaal als in Amsterdam. Ook daten jongeren met elkaar zoals overal maar dan niet zo openlijk.

Die avond dronken we de wijn en aten nog wat hapjes en bekeken we de schilderijen. Daarnaast was vooral reizen en het leven in Iran een geliefd onderwerp van gesprek. Het was  erg gezellig maar rond drie uur 's nachts was ik wel behoorlijk moe. Het hostel was zeker 20 kilometer zuidelijker dus bleven we op de bank slapen. Het was een boeiende avond zonder dat religie of Palestina ook maar ter sprake kwam. Bij het ontbijt ging het gewoon weer gezellig verder en dronk ik eindelijk weer eens normale koffie. Iran heeft twee gezichten dat is nu wel duidelijk.


Morgen krijg ik hopelijk mijn Pakistaanse visum. Voor morgen avond heb ik al een kaartje voor de trein dus als het goed is ben ik al snel terug in Esfahan. Vanuit Esfahan vertrek ik richting het oosten, de echte woestijn in, maar nu met veel zin in nieuwe avonturen.

Ik houd jullie op de hoogte. Foto's uploaden gaat niet zo best want de verbindingen zijn erg langzaam, die komen dus nog. Op de meeste interessante plaatsen mag je hier geen foto's maken dus echt veel zullen het er niet zijn

Liefs Kristiaan 



13 september, 2009

Oost Turkije

Cappadocië verlaten viel me zwaar. Niet dat ik zo gehecht was aan de rotstuinen en de toeristen maar Cappadocië ligt in een grote kloof. Daar moet je uit klimmen en met temperaturen rond de 30 graden valt dat niet mee.

Het was verbluffend om boven aan de rand van de kloof te komen. Ineens een eindeloos uitzicht op hoge bergen en kale vlakten. Mijn Ipod zette ik uit en ik genoot van doodse stilte. Achter mij de grote scheur in de aarde waar ik net uit gekomen was, voor mij kale woestenij en bergen. Dat is het echte fietsen!

De woestenij waar ik toen door moest overleefde ik zonder kleerscheuren en aan het eind van de dag sloot ik mij aan bij een groep mannen die wat zat te niksen in hun dorp. Het is ramadan en dan wordt er niet veel gedaan. Deze mannen namen dat heel serieus en ik was welkom om mee te doen. Sommige hadden in Nederland gewerkt, al dan niet legaal. Één had in Nederland heroïne gedeald en was daarvoor het land uit gezet. Ze spraken Nederlands dus kon ik redelijk met ze kletsen. Voor de zon onder was waren ze echter allemaal verdwenen. Nu zat ik opeens alleen te niksen!

Dit soort momenten duren in Turkije nooit lang. Al snel kwam Mahmut mij, in bijna vloeiend Nederlands, vragen of ik zin had om mee te eten op de boerderij van zijn vader. Mahmut had 15 jaar geleden als kapper in Nederland gewerkt. Hij had toen erg zijn best gedaan Nederlands te leren en Nederlandse vrienden te maken. Nu was hij blij dat ik er was om weer wat Nederlands met hem te spreken. We aten een fantastisch ramadan maal samen met de familie keken wat tv en maakten wat familie kiekjes. Om de ramadan echt mee te maken stond ik de volgende ochtend om 3 uur op om te ontbijten. Fantastisch om half 4 's morgens Turkse kaaspannenkoeken :-)

Na een aantal dagen fietsen was ik  toe aan een rustdag. Campings zijn er in Oost Turkije niet dus vroeg ik in een klein dorpje of ik mijn tent ergens kon opzetten. Een groepje jongeren, één sprak wat Engels, wees mij een boomgaard met een waterpomp, daar kon ik wel staan. Dat deed ik, en de volgende dag ook. Heerlijk een hele dag niets doen in de schaduw van een appelboom.

Die dag kwamen de dorpelingen één voor één even kijken hoe het met me ging en er werd er honderduit in het Turks tegen mij gebabbeld. 'S avonds kwamen jongens, gestuurd door de moeders, mij eten brengen en late thee zetten en mais roosteren op een kampvuur. Ik geloof dat ze allemaal verliefd op mij waren want de stoere jongens zeiden regelmatig 'I love you' en 'You are beautiful' (of zou het een gebrek aan woordenschat zijn?)

Niet lang na mijn rustdag fietste ik een verkeerde weg in (fout van de kaart, natuurlijk) Volgens een behulpzame man kon ik onmogelijk verder op de fiets, maar hij kon me met de auto wel een stukje op weg helpen. Dus laadde ik mijn fiets en tassen in de auto en ging ik gemotoriseerd verder.
Op de juiste weg aangekomen werden al mijn spullen uitgeladen en ging hij weer terug. Al mijn spullen?!? AHH!! waar was mijn linker voortas!!!! (Klaarblijkelijk nog in de achterbak van de auto). Er ging van alles door mij heen. 'Dit was opzet!' 'Hij komt zo terug, als hij het doorheeft'. 'Hij heeft dit pas over 3 dagen door'. 'AAARCH!!' en 'Ach het is alleen mijn eten en brandertje maar, dat lost zich wel op'. Die laatste gedachte was niet zo overtuigend.

Na nog een aantal paniek momenten arriveerde een Turkse man uit Duitsland. Hem legde ik uit wat er aan de hand was en hij vertaalde mijn probleem aan de aanwezige dorpelingen. Ik kreeg een biertje van ze en zij gingen aan de slag.

Het volgende kan werkelijk alleen in Turkije:

In de auto had de man mij met gebaren duidelijk gemaakt dat hij als bewaker bij de bank in de nabijgelegen stad werkte. Aan de hand van deze informatie begonnen de dorpelingen rond te bellen. Uiteindelijk vonden ze iemand die het nummer had van iemand die de bewaker van de desbetreffende bank kende. Deze had geen mobiel nummer maar zou wel even langs zijn huis lopen om te vertellen dat mijn tas in zijn achterbak lag. Een uur later belde hij terug met de boodschap dat hij eraan kwam. Hij was wel erg benieuwd hoe we hem te pakken hadden gekregen.


Het was ondertussen al laat en ik besloot te kamperen op het voetbalveld in het dorp. Die avond was er een bruiloft in het dorp waar mensen uit alle omliggende dorpen op af kwamen. Omdat  het nog zomer was waren er ook nog veel Turken uit Europa aanwezig. Een jongen uit Londen was blij dat hij weer wat Engels kon spreken, en die avond werd er volop gedanst gegeten en gepraat. Een mooi einde van een wat rampzalige dag.

Op weg naar het oosten deed ik nog een toeristische trekpleister aan. Nemrut Dagi een berg met allerlei oude beelden op de top. Ik wilde er op de fiets naartoe, een tour kostte 40 euro. In het hotel bleef men echter aandringen dat ik met de tour mee zou gaan, voor 25 euro, Nee ik ga liever fietsen, 20 euro dan, nee ik vind het leuk om op de fiets e gaan, 17,50, neeeeee, 15 euro, nou oke omdat er ook andere reizigers meegaan. Uiteindelijk was het heel gezellig al was 15 euro zelfs nog veel voor wat de tour inhield.

Het was in het oosten warm, zeg maar heet en dat maakte het fietsen bijzonder pittig. Ik was dus blij toen ik de volgende dag de pont miste en twee uur moest wachten. Dit bood een goede kans om even af te koelen in het meer. Al snel volgde een aantal anderen mijn goede voorbeeld. Het water was heerlijk koel en je zag overal kleine visjes zwemmen. Het was een zeer aangename pauze en ik nam mij voor vaker een duik te nemen wanneer die mogelijkheid zich aanbood. Helaas zijn die gelegenheden wat schaars in het droge landschap.

Oost Turkije is wel interessant, het landschap is ruig en de mensen zijn kleurrijk. Het is soms eentonig en erg droog. Er zijn ook steeds meer militaire controleposten die het conflict met de Koerden pijnlijk duidelijk maken. De Koerden zelf zijn zeer trots dat ze Koerd zijn. Vaak is dat het eerste dat ze duidelijk maken, 'wij zijn Koerden, geen Turken'. Er is een tijd geweest dat het verboden was om te zeggen dat je Koerd was en nog steeds worden de Koerden erg achtergesteld,  is een baan moeilijk te krijgen als Koerd en een plek in het parlement vooralsnog niet denkbaar. Momenteel voert de PKK een guerrilla om gelijke behandeling van de Koerden, onafhankelijk Koerdistan wordt al niet meer nagestreefd. De aanslagen die de PKK hiervoor op militairen doelen pleegt zal waarschijnlijk niet het gewenste effect hebben. De Militaire controleposten met tanks en pantserwagens die volop aanwezig zijn geven het gebied een grimmige indruk. 

Toch zijn ook de militairen niet onaardig. Ik krijg thee van ze en mocht zelfs een keer op het dak van een kleine controlepost slapen en mee eten. De kalasjnikovs die voortdurend aanwezig zijn maken het wel een beetje vreemd. Dit was nog wel buiten het gebied waar de onrusten zijn.

De gastvrijheid is hier heel speciaal, bijna elke nacht heb ik bij een Koerdische familie overnacht. Meestal sliep ik samen met de mannelijke familieleden in één kamer of tent. Omdat het nog steeds ramadan is wordt er in de avond heel uitgebreid gegeten. Ze zijn trots om een gast een plekje aan tafel te laten nemen. Vaak word ik aangespoord om zoveel te eten dat ik er buikpijn van heb, en dan komt er nog fruit en thee :-)

Het mooiste plekje vond ik nog het tentenkamp van een groep geitenhoeder. In de zomer trekken ze de bergen in om hun vee daar te laten grazen. Ze leven dan met een aantal families in grote tenten en hutten van takken, bladeren en doeken. Toen ik langsfietste dacht ik dat mijn tent daar ook wel mooi bij zou staan. Natuurlijk lieten ze me mijn tent niet opzetten en kreeg ik een plekje bij de mannen in de hut. Het was een heerlijke plek, in de bergen, met alle dieren en verschillende familieleden bij elkaar. Mijn Koerdisch was niet goed genoeg om te kunnen vragen hoe de familie in elkaar zat maar al snel begreep ik dat de mannen meerdere vrouwen hadden. Bij wie alle kinderen  hoorden bleef me echter een raadsel. 

Bij een couchsurfingadresje kon ik mijn benen even rust geven. Volkan is een net afgestudeerde ats/microbioloog en moet nu van de overheid anderhalf a twee jaar in een onderontwikkeld gebied van Turkije werken, in zijn geval Mus. Dat heeft ook voordelen  want hij verdiend hier twee keer zoveel als in Ankara en hij heeft een appartement van 170 m2 voor 250 euro. Hij is nu aan het sparen om nog een postdoc in Europa te doen. Helaas moet hij zijn vijfkamerappartement dan inruilen voor een studentenkamer, ik heb hem gewaarschuwd voor de huurprijzen in Amsterdam.

Ik vind het jammer dat ik niet meer Turken zoals Volkan heb ontmoet want met hem kon ik echt praten over Turkije. Met de Gemiddelde Turk die ik tegenkom valt vanwege de taalbarrière geen gesprek te voeren. Het is vermoeiend dat ze het wel blijven proberen en zelf na drie keer 'Yok Turkish' blijven ze in volzinnen tegen je aan ouwehoeren en je vreemd aankijken als je niet in vloeiend Turks antwoord. Mijn methode om hier mee om te gaan is om uitgebreid in het Nederlands terug te praten. Na enige tijd denken ze dan dat je gek bent en houden ze op met praten. Ik heb daar zelfs wel een beetje plezier in.

Nu ben ik bijna in Iran (als je dit leest ben ik er al). Aan het eind van de tweede fietsdag richting de grens kon
ik geen kampeerplekje vinden en stuitte ik op een grote  controlepost. Hier moest ik een formulier invullen en mijn paspoort laten zien voor ik verder mocht. De weg die volgde liep door een kloof met aan beide zijde steile hellingen, niet echt een plek om te kamperen. Moe van het klimmen en de straffe tegenwind die dag ging ik terug naar de controlepost om te vragen of ik daar kon kamperen. Dat mocht niet, een aantal dagen terug had de PKK twee militairen opgeblazen en het was allemaal veel te gevaarlijk. Er werd dus een busje geregeld en ik kon mee liften naar Yukskova, de stad naar waarnaar ik op weg was. Zodoende gaat het allemaal erg snel en ben ik zo goed als in Iran. Wel jammer dat ik niet zoals de dag daarvoor op een berg kon kamperen want daar rust ik toch het meest van uit. Meer dan van een goedkope hotelkamer in een lawaaierige stad waar ik nu zit.

De vraag waarom ik dit allemaal doe blijft af en toe bij me opkomen, vooral in hotelkamers en als dingen niet helemaal gaan zoals gehoopt. Hoe verder je naar het oosten gaat hoe vaker dingen niet gaan zoals je hoopt merk ik. Ook mis ik het gemakkelijke Amsterdamse leventje zo nu en dan. Met Google-Earth wandelde ik, samen met mijn couchsurfing gastheer, van de Oudeschans naar de AH. Dat steekt dan wel een beetje. De meeste momenten heb ik het goed naar mijn zin hoor, in mijn tentje op 2500 meter, couchsurfing, al die ontmoetingen en prachtige natuur. Ook slapen is leuk, je moest eens weten wat voor dromen ik allemaal heb. ;-) Ik ben ook weer met meditatie begonnen, met al die indrukken van buiten is het fijn even naar binnen te kijken.

Ik vind het een beetje eng om de grens over te gaan en ik heb ook een beetje spijt dat ik de Lonely Planet van Iran niet heb gekocht toen ik hem in Istanbul zag liggen. Het onbekende tegemoet treden is misschien altijd wel eng maar omdat er nu een tijdslimiet van 15 dagen en een streng Islamitisch regime bij komt is het het extra spannend. Daar komt nog bij dat ik al drie maanden van iedereen hoor dat ik zeker vermoord ga worden als ik naar Iran ga. Gelukkig heb ik ook een Iranier ontmoet en die dacht dat ik het prachtig zou gaan vinden.

Ik zal wel zien, en hou jullie op de hoogte.

Liefs,
Kristiaan

24 augustus, 2009

Centraal Turkije

Even voor hen die dat interessant vinden:

Afgelegde kilometers: 5000
maximale snelheid 76km/hr.
laagste rusthartslag: 45
langste afstand op een dag 140 km
Kortste afstand 1,2 km
Steilste helling: zeker 18%
Aantal lekke banden: 0
Aantal fietstassen met kuren: 4
Aantal gebroken kettingen 1 (niet echt een serieus probleem)
Aantal serieuze reparaties: 1
Treinreizen 1

Onderweg

Ik had even nodig om weer in het fietsen te komen. De route naar het binnenland deed me goed, ik klom direct naar 1700 meter en overnachtte bij een Duitse voormalig-gastarbeider op het dakterras onder de sterrenhemel. Jammer genoeg zag ik geen sterren want er stond een straatlantaarn vlak naast mijn tijdelijke bed. Ik had die avond nog geborreld met de burgemeester van het dorp en zijn vrienden. Die avond hebben ze zo vaak gezegd dat mij in hun dorp niets zou overkomen dat ik er een beetje wantrouwig van werd, ik ging er namelijk al een beetje vanuit dat het wel goed zat, dat hoefden ze dan toch niet zo te benadrukken.

Het fietsen vond ik nog niet erg opschieten en toen ik langs een station fietste ging ik maar eens informeren waar de treinen naar toe gingen. Toevallig zou er de volgende dag een trein vertrekken vanaf het dorp waar ik juist die avond zou aankomen. Die trein zou precies langs een ander dorp op mijn route rijden., dat zou me zeker twee dagen en een drukke weg schelen.

De trein nemen voelde wel erg als zondigen en pas de volgende ochtend stond mijn besluit vast, ik zou de trein nemen. Vooral het breken met de idee om altijd alles op de fiets te moeten doen overtuigde me om in te stappen. Dat ik mijn boek uit kon lezen en mijn dagboek bij kon werken was daarbij mooi meegenomen. Onderweg voelde ik wel wat spijt want het landschap veranderde razendsnel en zou indrukwekkend geweest zijn om door heen te fietsen.



Gelukkig was het landschap op weg naar Göreme, met zijn uitgestrekte leegheid, ook erg indrukwekkend. Ik heb zelden zoveel sterren gezien als tijdens de nachten dat ik daar kampeerden. De vele graanvelden, na de oogst in brand gestoken, gaven het landschap wel een mistroostige aanblik. Verschroeide aarde zover het oog reikt, het had iets post-apocalyptisch. Gelukkig veranderde het landschap in de buurt van Cappadocië en al snel fietste ik door de rotstuinen waar het gebied zo beroemd om is.

Ik kwam precies aan in Göreme op de dag dat mijn zus in Nederland haar afscheidsfeest gaf. Zij is ondertussen in Guatemala aangekomen om daar iets moois op te bouwen met Everardo, haar vriendje. Er was een groot feest met familie en vrienden om haar uit te zwaaien en via skype kon ik daar een beetje bij zijn. Erg grappig om via een laptop in de schuur (het was een tuinfeest) aanwezig te zijn. Één voor één kwamen familieleden ook even gedag zeggen en naar horen zeggen stond er zelf even een kring van familieleden om de laptop heen. Het was leuk om ineens zoveel familie te spreken en fijn dat ik mijn zus nog geluk toe kon wensen. Het plan is om op mijn reis ook Guatemala aan te doen maar daar moet ik nog wel twee continenten voor doorkruisen.

Ondertussen was mijn fiets echt kuren gaan vertonen. In Tsjechië was het me al opgevallen dat er iets anders klonk aan mijn achterwiel maar na drie fietsenmakers geraadpleegd te hebben, die alle drie volhielden dat er werkelijk niets mis was geloofde ik maar dat ik spoken hoorde en liet het erbij. Ondertussen echter was terugtrappen bijna niet meer mogelijk, het was dus niet meer te ontkennen dat er nu echt iets mis was.

Er zijn in Göreme veel fietsverhuurbedrijfjes en dus ook veel fietsmonteurs.
Bij de eerste monteur waar ik langs ging ben ik echter “gillend” weggerend. Na een mislukte poging de boel los te draaien, wat inderdaad niet gaat zonder kettingzweep, 'een wat??', spoot hij er maar een flinke scheut motorolie in, 'dat helpt toch altijd?'. Bang dat hij mijn wiel daarna met een hamer te lijf zou gaan ben ik met mijn wiel zijn werkplaats uit gevlucht. Hij had dan wel het excuus van een laag bloedsuiker op de eerste dag van de ramadan, maar toch....

Gelukkig vond ik een fietsverhuurbedrijfje met een goede monteur in dienst, hij haalde mijn achternaaf professioneel uit elkaar en ontdekte inderdaad dat het onderdeel (voor kenners: de cassette-body) vervangen moest worden. Natuurlijk had hij deze niet maar na veel bellen bleek het onderdeeltje wel ergens te zijn. Het moest wel opgehaald worden met de auto. Kortom een kostenpost van 50 euro. Uiteindelijk kon hij het onderdeel alsnog niet vinden en improviseerde hij iets met een ander onderdeel waardoor ik toch verder kan met 24 in plaats van 27 versnellingen, maar de zwaarste versnelling gebruik ik toch niet want mijn snelheidsrecord proberen te verbreken zou maar gevaarlijk zijn. ;-)

Al met al ben ik al blij dat ik niet terug hoef naar Istanbul. Daar was ik nog wel even bang voor. Ik kreeg namelijk een mail van Kersten en Christian (Link: andere fietsers). Zij hadden ook pech met een achterwiel. Zij moesten echter terug naar Istanbul om het onderdeel op te halen. Het zou me niets verbazen als het om het zelfde onderdeeltje ging. Voor de zekerheid probeer ik nu de juiste cassette-body uit Nederland te krijgen maar ook dat is niet heel gemakkelijk. Weet iemand of Poste Restante naar Iran goed aankomt? :-)

Turkije is ook wel het land voor pech, na 5000 km Europa beginnen dingen toch wel te rammelen en natuurlijk wordt het hier pas echt lastig goede spullen en mensen te vinden, beetje de wet van Murpy dat juist waar het lastig wordt problemen ontstaan.

Ik vind Turkije zeker niet het makkelijkste land om door te fietsen, ondanks de vele hallo's, het zwaaien en de kopjes thee blijft de taalbarrière een serieus probleem voor echt contact met de bevolking. De prijzen in toeristische gebieden vind ik daarbij ook nog eens onredelijk 7,5 euro om je was te laten doen, en dan niet toestaan dat je zelf een handwas doet in een hostel, het is maar oneerlijk. Maar ach.. het zijn maar kleine irritaties van een budget reiziger.

Een ander gemis dat ik in Turkije ervaar is het ontbreken van de vrouwelijke invloed in de maatschappij. Ik spreek hier alleen mannen en jongens, vrouwen zetten soms eten op tafel maar contact is er eigenlijk nooit. Gewend aan Nederland, één van de meest feminiene culturen in de wereld en grotendeels opgegroeid in een huis met twee vrouwen, ervaar ik deze cultuur toch als minder ontspannen.

Niet gek dus dat ik in Göreme direct verliefd werd op Seon-Hee uit Zuid Korea. Nou verliefd.... na twee weken vrijwel alleen contact gehad te hebben met Turkse mannen was het wel erg fijn met de zachtaardige Koreaanse te spreken.

Seon-Hee was in het hostel met vier andere Koreanen. Ze maakten een rondreis door Turkije maar wel met tassen vol met Koreaans eten in de koffers. Natuurlijk moest ik de gedroogde vis met hete saus en vellen zeewier proeven. Best lekker, maar de Noudlesoep die ik bij het ontbijt van ze kreeg was wel erg spicy. Ik was wel direct goed wakker die ochtend.

Ik heb ze de fotoboekjes van mijn familie en van Nederland laten zien, een groot succes, vooral van de foto's met tulpen waren ze erg onder de indruk. Ook Hiddink, een grote held in Zuid-Korea, werd natuurlijk door ze geprezen. Ik zit er ondertussen serieus aan te denken om ook Zuid-Korea aan te doen op mijn reis, van daar gaan er ook goede vluchten naar Noord-Amerika en volgens mij is het er wel leuk. Zo kan ik ook wat langer door China fietsen. Eerder sprak ik namelijk met Doug & Janice uit Amerika, zij hadden al 20 maanden door de wereld gefietst en waren lyrisch over fietsen in China; grappige mensen, goed eten en mooie natuur.

Ze vertelden ook dat het enige land waar ze niet hadden kunnen fietsen India was. Het verkeer was te bizar om meer dan 30 kilometer per dag te kunnen fietsen en ze hebben de fietsen daar maar aan de kant gezet en zijn gaan backpacken. Dat zijn dan mindere verhalen. Maar alles is relatief heb ik ondertussen wel geleerd en ik ga het dus lekker zelf ontdekken. Ze waren wel een beetje droevig want over acht maanden zou hun reis voorbij zijn, in die tijd konden ze alleen nog een deel van het Midden-Oosten, Afrika en Zuid-Amerika fietsen. Tja de tijd vliegt op de fiets ;-)

Zelf heb ik een mooie route naar het oosten uitgestippeld. Erg bergachtig, warm en droog maar van andere fietsers heb ik gehoord dat de Koerden die in het oosten wonen super vriendelijk en gastvrij zijn. Dat zijn andere verhalen dan die ik van Turken onderweg hoor, die zijn voornamelijk negatief over de Koerden en vinden het maar gevaarlijk in het oosten. Ik ben ook benieuwd wat ik zal merken van de schendingen van de mensenrechten en de onderdrukking van de Koerden in het gebied.

Ik ben door mijn ervaringen hier niet echt de grootste voorstander van het toetreden van Turkije tot de EU geworden. Een land dat Youtube blokkeert omdat er een beledigend filmpje over Ataturk op staat is in mijn ogen nog niet toe aan het lidmaatschap, de onderdrukking van de Koerden nog daargelaten. Als mijn blog straks niet meer te lezen is weet je dus waar het door komt ;-)

Momenteel is het echter ramadan en zijn de Turken heel relaxed. Ze staan om half vier in de ochtend op om wat te eten en hangen en slapen de rest van de dag tot iets na half acht waarna ze weer mogen eten en drinken. De sfeer is hierdoor erg ontspannen. Ik voel me soms wel een beetje opgelaten om in het bijzijn van moslims iets te eten of drinken. Gelukkig is dat hier geen probleem maar hoe dat in Iran zal gaan moet ik nog maar zien. Ik probeer in ieder geval niet teveel van de ramadan in Iran mee te nemen. Het einde van de ramadan wel, want naar het Suikerfeest kijk ik erg uit. In Amsterdam gonst het dan al in de straten, moet je voorstellen hoe dat in de straten van Teheran moet zijn. Heerlijk die vooruitzichten.

Ik zal jullie erover op de hoogte houden. Misschien iets minder frequent want volgens mij zıjn de mogelıjkheden voor internet mınder daar in het oosten.

Liefs
Kristiaan

13 augustus, 2009

Turkije



Turkije, mijn eerste echte grens, ik fiets over een smalle weg met hoge hekken eromheen, om de paar honderd meter staan militairen met machine geweren. Met de manchetten die ze daarop gemonteerd hebben komen ze wel wat dreigend over maar ze groeten vriendelijk als ik langs fiets. Voor 15 euro mag ik 90 dagen in Turkije blijven. Eindelijk een visum en stempel in mijn paspoort, de eerste van vele hoop ik.

In Edirne, de stad vlak bij de Bulgaarse grens ga ik op zoek naar een goede kaart van Turkije. Eerst word ik doorverwezen naar de Tourist information, daar krijg ik een simpele kaart van Turkije, niet genoeg om op te fietsen dus mijn zoektocht gaat nog even door. In Edirne zijn schijnbaar geen boekwinkels want als ik iemand ernaar vraag is het altijd 100 meter verder, als ik dan duidelijk maak dat ik een kaart zoek wordt dat opeens 300 meter, een boekwinkel vind ik niet.
Ik besluit de bordjes naar Istanbul te volgen, druk en saai maar wel duidelijk.
Op een camping die avond hoor ik dat Turken rampzalig zijn met kaarten en als je al een goede kaart vindt komt die uit Duitsland of uit Nederland, how nice.


Istanbul was niet ver meer en ik besluit de volgende dag na 25 km te stoppen op een camping aan het strand. Daar hoor ik dat de bordjes niet het centrum van Istanbul aangeven, dat ligt zeker 25 km verder. Maar 30 km verderop is nog een camping vertelt de jongen, of zoals hij het brengt iets met een bordje camping maar niets zoals de camping waar ik zojuist gestopt ben. En het is er ook wat, een bar, gratis internet en snacks als Kebab Ekmek, dat is vlees met patat en saus op brood. Nieuwe combi voor mij patat op brood, maar het smaakt best goed. Ik besluit het heetst van de dag (40 graden) aan het strand af te wachten en later verder te fietsen.

De Zee van Marmara is glashelder en niet te koud, ik neem een heerlijk frisse duik en val onder een parasol in slaap. Eind van de middag fiets ik met de zon in de rug weer verder. Ik heb een doek onder mijn pet vastgemaakt waarvan ik de uiteinden in mijn hand vast houd, zo fiets ik heerlijk in de schaduw.

Na 20 km fiets ik al langs de camping waar de jongen het over had. Net nu mijn benen het prima doen, het niet te warm is en ik een prima vaartje heb. Onnozel maar waar, ik besluit door te fietsen, er komt vast wel een tankstation waar ik kan slapen denk ik nog en dat is ook veel avontuurlijker.

Helaas, 20 minuten later fiets ik een drukke voorstad van Istanbul binnen, hier is geen ruimte om te kamperen en campings zijn er ook niet, alleen dure hotels. Een aantal aardige Turken proberen me tevergeefs te helpen. Uiteindelijk zet ik mijn tent op aan de rand van een drukke boulevard tussen de eettentjes. De zonsondergang is prachtig maar echt op mijn gemak voel ik me er niet met al die mensen om mij heen.

Ik word nog wel uitgenodigd om bij een groepje jongeren te zitten die een verjaardagsfeestje vieren, jammer genoeg spreken ze bijna geen Engels en omdat ik me een beetje zorgen maak om mijn spullen iets verder in mijn tent kan ik mij niet echt goed ontspannen. De chocoladetaart smaakt me wel goed. De drukte en muziek op de boulevard gaan tot ongeveer 4 uur 's nachts door en een goede nachtrust voor mijn laatste etappe in Istanbul zit er niet in. De volgende dag fiets ik, over een weg vergelijkbaar me de A2 maar dan zonder verkeersregels of rijstroken, Istanbul binnen.

Ik neem mijn intrek in het Harmony hostel, het zit boven een tapijtenwinkel en is vrij nieuw. Het nieuwe uit zich voornamelijk in de onbeholpenheid van het personeel en de technische gebreken die elkaar opvolgen. Het kost nog eens een smak geld ook als je ruim een week wil blijven. Ik besluit twee dagen te blijven en dan iets beters te zoeken. De onrust van een reiziger op doortocht zat duidelijk nog in me. Maar de volgende dag is het maandag en dan is het Iranese consulaat open en daar moet ik mijn visum gaan aanvragen.

Speciaal voor deze gelegenheid heb ik twee maanden eerder mijn netste witte blouse ingepakt, in Bulgarije mijn haar laten knippen en heb ik mijn baard bijgeschoren. Een half uur te vroeg sta ik nerveus voor het consulaat. Het valt me op dat ik precies zo gekleed ga als de Turkse mannen die met een aktetas naar hun baan gaan, niemand probeert me die ochtend dan ook iets te verkopen. Ook mijn nieuwe pasfoto's zijn netter dan ik ze ooit gehad heb.

Als ik het consulaat binnen kom zie ik dat de communicatie door kleine openingen in het verduisterde glas boven de balie gaat. Gebukt met mijn hoofd bijna op de balie doe ik mijn verhaal lever mijn pasfoto's, kopieën van mijn paspoort en het aanvraag formulier in. Ik krijg te horen dat ik over 10 dagen terug moet komen in afwachting van een antwoord uit Iran. Dan mag ik weer naar buiten. Achter mij staat iemand in korte broek en T-shirt.

De dagen daarna bestaan uit slenteren door Istanbul, eten en mijzelf gek maken met de gedachte dat mijn visum wel eens afgekeurd zou kunnen worden. Alle alternatieven gingen door mijn hoofd van fietsen door Afrika tot een directe vlucht naar Canada nemen maar geen van de alternatieven spraken mij erg aan. Het is duidelijk ik wil gewoon Oostwaarts zonder teveel omwegen, de directe weg is al interessant genoeg.

Uit het Harmony hostel was ik vertrokken. Op zich was het wel prima met alle reizigers om mij heen maar ik had ondertussen al weer iets beters gevonden en het begon al een beetje te vervelen steeds het fietsverhaal te moeten doen. Het is erg grappig dat wanneer je vertelt dat je net 4000 km hebt gefietst de blikken altijd naar je benen afdwalen. Ik begrijp nu een beetje hoe vrouwen zich voelen wanneer ze met manen praten ;-)


In mijn zoektocht naar een ander hostel kreeg ik zomaar uit het niets een logeerkamer aangeboden. Turan die werkte in een restaurant naast een hostel bood die zomaar aan, omdat ik dan niet voor een hostel zou hoeven betalen . Ik was wat wantrouwig, wat school hier achter, wie biedt een wildvreemde nou zomaar zijn huis aan. Ik kan me zoiets in Amsterdam bijna niet voorstellen maar aangezien het Turkije is ging ik maar eens kijken. Het was een klein appartementje, rommelig, zonder keuken maar met een fijne bedbank. Na een dagje twijfelen besluit ik op het aanbod in te gaan. Turan was er vrijwel nooit omdat hij zeven dagen in de week en op onmogelijke tijden in een restaurant werkt. Het was ook een vreemde jongen waar ik weinig hoogte van kon krijgen. Duidelijk was dat onze persoonlijkheden niet helemaal matchten. Hij had een beetje een slechte periode. Zijn vriendin was namelijk bij hem weg. Heel terecht vond ik want hij had haar bijna het ziekenhuis in geslagen. Maar hij kon toch echt niet zonder vrouw, zijn huis was niet voor niets een zooitje. Ondanks dat was hij heel aardig en vroeg hij zelfs of ik niet in Istanbul wilde gaan werken, ik moest dan alleen Turks leren want met mijn Engels kon ik zo in een restaurant aan de slag :-)

Hij vroeg me ook nog een mail naar zijn ex-vriendin voor hem te schrijven waarin hij excuses maakte en haar vroeg om terug te komen. Dat vond ik wel leuk, het komt namelijk niet vaak voor dat ik zulke brieven kan schrijven. Maar natuurlijk werkte mijn mail, ondanks de pure poëzie die ik erin had gestopt, volledig averechts. Zij had ook wel door dat hij de mail niet geschreven had en in haar antwoord, 'ben je nu zelfs te lui om je eigen mails te schrijven' en nog wat gescheld, was zijn hoop wel een beetje weg.

Ondanks dat ik niets had met Turan, die ook steeds vaker dronken of stoned 's nachts thuiskwam en dan de volgende dag niet wakker werd voor zijn werk, begon ik het buurtje steeds leuker te vinden. Je kon er goedkoop en lekker eten, er waren geen toeristen en alle vrouwen en kinderen in de buurt kende me en zwaaide vrolijk als ik langs liep. Ik vond het er wel prima.

Samen met de fietsenmaker op de hoek verving ik mijn tandwielen en ketting. Hij sprak alleen Turks en had ongeveer dezelfde kennis van fietsen als ik en iets minder gereedschap maar samen kregen we alles gemonteerd, en dronken thee na. Betalen voor de reparatie mocht ik niet en hij trakteerde me die avond nog op thee en gefrituurde mosselen in het theehuis om de hoek. Een beetje ongemakkelijk was het wel want je bent vrij snel uitgepraat wanneer je elkaars taal niet spreekt. Gelukkig is er de taal van thee en die is universeel.

De dagen daarna vulde ik met door Istanbul dwalen, af en toe mediteren in een moskee en lezen in het park. Ik begon me een beetje te vervelen, mijn moeder en broer zouden pas na een paar dagen komen en tot die tijd kon ik natuurlijk de toeristische bezienswaardigheden nog niet gaan bekijken. Ik begon me ook steeds meer alleen te voelen met al die mensen om me heen. Ik kwam nog wel een leuk Duits fietsstel tegen waarmee ik ervaringen kon uitwisselen, zij durfden het niet aan om door Iran en Pakistan te fietsen en zouden na door Syrië en Jordanië gefietst te hebben terug in Istanbul het vliegtuig naar India nemen, daar zal ik ze vast nog wel tegenkomen. It's a small world.

De laatste dagen voordat mijn moeder en broer op bezoek zouden komen had ik het een beetje gehad met de drukte van de stad. Gelukkig vond ik in het park een lezing van Eckhart Tolle op mijn Ipod waardoor ik weer even ging genieten van het moment zonder me zorgen te maken over wat er mogelijk allemaal in de toekomst zou gebeuren.

De volgende dag kwamen mijn moeder en broer aan in Istanbul. Omdat ik me een uur vergiste in de tijd moest ik nog even stressen en met een taxi naar het vliegveld racen om ze op tijd op te halen. Natuurlijk stond ik nog ruim een uur te wachten maar vliegvelden en stress gaan bij mij nou eenmaal samen. Een belangrijke reden dat ik op de fiets op reis ben gegaan en niet met het vliegtuig.

Gedrieën hadden we een erg leuke tijd, even lekker op vakantie en de toerist uit hangen. We bezochten de grote Moskeen, gingen elke avond uit eten en maakte een boottocht op de Bosporus.
Het verbaasde me dat het zo gewoon aanvoelde om met mijn moeder en broer in Istanbul te zijn, ik had bijna het gevoel nauwelijks weg geweest te zijn. Het waren natuurlijk ook nog maar twee maanden en het regelmatige skype en e-mail contact maakt de wereld natuurlijk ook wel kleiner.
Vaak was ik verbaasd dat ze van die specifieke details van mijn reis wisten. Blijkbaar staan er dingen in mijn blog die ik zelf bijna vergeten ben ;-)

Mijn moeder had ook nog spulletjes voor me meegenomen. Een echt Brooks zadel, voor nog meer Zadelpret. Foto's van de familie, die doen het altijd goed bij mensen thuis. En twee nieuwe fietstassen. Ze had bij de fietswinkel laten vallen, dat ik dolgraag gesponsord zou willen worden(had ik nooit zo gezegd hoor), en nu fiets ik met twee blauwe Ortlieb fietstassen met het Vakantiefietser Logo daarop, mijn eerste sponsor! Dus bij deze: koop je nieuwe fiets bij de vakantiefietser in Amsterdam ;-) Ik moest wel even slikken want ondanks dat één van mijn achtertassen net gescheurd was viel het me zwaar mijn stoere zwarte tassen in te ruilen voor tassen met een fancy logo erop.

De tien dagen voor mijn visum waren ondertussen ook voorbij en samen met mijn moeder begaf ik mij naar het consulaat. De witte blouse had ik deze keer maar achterwege gelaten. Bij het consulaat lieten ze me nog een kwartiertje voor het loket wachten. Vervolgens vroeg de ambtenaar: occupation IT?, ik: 'Yes I work with computers' (anders wordt het zo lastig). Hij: Oke come back in one hour.

Een uur en een kopje Turkse koffie later had ik mijn visum. Een visum voor 15 dagen en niet voor 30 zoals ik gevraagd had. Toen ik ernaar vroeg antwoordde de ambtenaar: 'There was no answer from Iran but I did not want you to be unhappy so I gave you 15 days . Had mijn witte blouse misschien toch effect gehad :-) Ik kan dus naar Iran en daar kan ik mijn visum dan makkelijk verlengen heb ik begrepen.

De rest van de dagen hing ik ontspannen de toerist uit en had ik het prima naar mijn zin. De laatste avond rookte we zelfs nog een waterpijp, fantastisch toch, met je moeder en broer een waterpijp roken en Turkse thee drinken. Het voelde bijna als op de Oudeschans ;-)

Aan alles komt echter een eind en ondertussen fiets ik weer alleer langs de Zwarte zee kust. Met de ferry ben ik Istanbul ontvlucht om niet over drukke snelwegen te hoeven fietsen maar daarvoor in de plaats is het gelijk behoorlijk klimmen geblazen. Het is erg wennen voor mijn benen en geest. De benen hebben het zwaar met alle heuvels die hier steiler zijn dan ik eerder heb gehad. De geest heeft het voornamelijk zwaar met het alleen zijn en de ongelofelijke afstand die ik nog te gaan heb door dit land. Eén centimeter op de kaart is acht kilometer, dus heb ik niet echt het gevoel dat het erg opschiet. Ik weet gelukkig dat het ook nu een kwestie van wennen is, en nu ik dit schrijf voel ik me al een stuk beter over het reizen. Ik heb ook alweer 3 interessante kampeerplekjes gehad maar zal jullie hier niet teveel mee vervelen want die plekken blijven komen

De Turken zijn bijzonder vriendelijk. Op de voormalig gastarbeiders na spreken ze weinig Engels of Duits maar ik krijg wel overal thee of cola en zelfs een keer een versgebakken brood dat nog te heet was om te eten. Aan aandacht onderweg heb ik zeker geen gebrek. Auto's toeteren en stoppen soms om je naam te vragen, en waar je vandaan komt natuurlijk. Eén keer deed een man mij een erg oneerbaar voorstel. Dat wees ik, na dat ik hem eindelijk begreep, vriendelijk af, het koekje dat ik van hem had gekregen ging ook de bosjes in. Ik heb het vermoeden dat Turkse kinderen niet zoveel Engels leren op school want ze houden het erbij heel hard HELLO te schreeuwen als ik voorbij fiets. De ouderen willen daar nog eens 'my name is?' aan toe voegen. Het duurde even voordat ik doorhad dat ze mijn naam wilde weten en niet dat ze wilde dat ik hun naam zou raden. Dat gaf soms wel leuke spraakverwarring. Maar ach... ze spreken beter Engels dan dat ik Turks spreek.

Vanaf de camping waar ik vandaag een rustdag houd kijk ik uit over de Zwarte Zee, ik mijmer wat over eenzaamheid, de zin van reizen en mijn doelen in het leven. Ook heb ik mijn route een beetje in mijn kaart ingetekend, ik heb besloten van highlight naar highlight te gaan fietsen en als het fietsen me niet meer zint, zet ik die gewoon in de bus. De zee ga ik verlaten, mijn zee is toch de Noordzee en daar geniet ik het meest van in guur herfst weer. Een blauwe lucht en helder water vind ik maar saai en ook de tegenwind helpt me niet erg. Dus op naar het binnenland en richting Iran!

Voor jullie al het beste en tot horens.

P.s. Bedankt voor de leuke reacties. Ik heb de instellingen iets aangepast, reacties plaatsen zou nu makkelijker moeten gaan, ik hoop dat het nog steeds werkt want ik vind ze altijd erg leuk om te lezen.