13 september, 2009

Oost Turkije

Cappadocië verlaten viel me zwaar. Niet dat ik zo gehecht was aan de rotstuinen en de toeristen maar Cappadocië ligt in een grote kloof. Daar moet je uit klimmen en met temperaturen rond de 30 graden valt dat niet mee.

Het was verbluffend om boven aan de rand van de kloof te komen. Ineens een eindeloos uitzicht op hoge bergen en kale vlakten. Mijn Ipod zette ik uit en ik genoot van doodse stilte. Achter mij de grote scheur in de aarde waar ik net uit gekomen was, voor mij kale woestenij en bergen. Dat is het echte fietsen!

De woestenij waar ik toen door moest overleefde ik zonder kleerscheuren en aan het eind van de dag sloot ik mij aan bij een groep mannen die wat zat te niksen in hun dorp. Het is ramadan en dan wordt er niet veel gedaan. Deze mannen namen dat heel serieus en ik was welkom om mee te doen. Sommige hadden in Nederland gewerkt, al dan niet legaal. Één had in Nederland heroïne gedeald en was daarvoor het land uit gezet. Ze spraken Nederlands dus kon ik redelijk met ze kletsen. Voor de zon onder was waren ze echter allemaal verdwenen. Nu zat ik opeens alleen te niksen!

Dit soort momenten duren in Turkije nooit lang. Al snel kwam Mahmut mij, in bijna vloeiend Nederlands, vragen of ik zin had om mee te eten op de boerderij van zijn vader. Mahmut had 15 jaar geleden als kapper in Nederland gewerkt. Hij had toen erg zijn best gedaan Nederlands te leren en Nederlandse vrienden te maken. Nu was hij blij dat ik er was om weer wat Nederlands met hem te spreken. We aten een fantastisch ramadan maal samen met de familie keken wat tv en maakten wat familie kiekjes. Om de ramadan echt mee te maken stond ik de volgende ochtend om 3 uur op om te ontbijten. Fantastisch om half 4 's morgens Turkse kaaspannenkoeken :-)

Na een aantal dagen fietsen was ik  toe aan een rustdag. Campings zijn er in Oost Turkije niet dus vroeg ik in een klein dorpje of ik mijn tent ergens kon opzetten. Een groepje jongeren, één sprak wat Engels, wees mij een boomgaard met een waterpomp, daar kon ik wel staan. Dat deed ik, en de volgende dag ook. Heerlijk een hele dag niets doen in de schaduw van een appelboom.

Die dag kwamen de dorpelingen één voor één even kijken hoe het met me ging en er werd er honderduit in het Turks tegen mij gebabbeld. 'S avonds kwamen jongens, gestuurd door de moeders, mij eten brengen en late thee zetten en mais roosteren op een kampvuur. Ik geloof dat ze allemaal verliefd op mij waren want de stoere jongens zeiden regelmatig 'I love you' en 'You are beautiful' (of zou het een gebrek aan woordenschat zijn?)

Niet lang na mijn rustdag fietste ik een verkeerde weg in (fout van de kaart, natuurlijk) Volgens een behulpzame man kon ik onmogelijk verder op de fiets, maar hij kon me met de auto wel een stukje op weg helpen. Dus laadde ik mijn fiets en tassen in de auto en ging ik gemotoriseerd verder.
Op de juiste weg aangekomen werden al mijn spullen uitgeladen en ging hij weer terug. Al mijn spullen?!? AHH!! waar was mijn linker voortas!!!! (Klaarblijkelijk nog in de achterbak van de auto). Er ging van alles door mij heen. 'Dit was opzet!' 'Hij komt zo terug, als hij het doorheeft'. 'Hij heeft dit pas over 3 dagen door'. 'AAARCH!!' en 'Ach het is alleen mijn eten en brandertje maar, dat lost zich wel op'. Die laatste gedachte was niet zo overtuigend.

Na nog een aantal paniek momenten arriveerde een Turkse man uit Duitsland. Hem legde ik uit wat er aan de hand was en hij vertaalde mijn probleem aan de aanwezige dorpelingen. Ik kreeg een biertje van ze en zij gingen aan de slag.

Het volgende kan werkelijk alleen in Turkije:

In de auto had de man mij met gebaren duidelijk gemaakt dat hij als bewaker bij de bank in de nabijgelegen stad werkte. Aan de hand van deze informatie begonnen de dorpelingen rond te bellen. Uiteindelijk vonden ze iemand die het nummer had van iemand die de bewaker van de desbetreffende bank kende. Deze had geen mobiel nummer maar zou wel even langs zijn huis lopen om te vertellen dat mijn tas in zijn achterbak lag. Een uur later belde hij terug met de boodschap dat hij eraan kwam. Hij was wel erg benieuwd hoe we hem te pakken hadden gekregen.


Het was ondertussen al laat en ik besloot te kamperen op het voetbalveld in het dorp. Die avond was er een bruiloft in het dorp waar mensen uit alle omliggende dorpen op af kwamen. Omdat  het nog zomer was waren er ook nog veel Turken uit Europa aanwezig. Een jongen uit Londen was blij dat hij weer wat Engels kon spreken, en die avond werd er volop gedanst gegeten en gepraat. Een mooi einde van een wat rampzalige dag.

Op weg naar het oosten deed ik nog een toeristische trekpleister aan. Nemrut Dagi een berg met allerlei oude beelden op de top. Ik wilde er op de fiets naartoe, een tour kostte 40 euro. In het hotel bleef men echter aandringen dat ik met de tour mee zou gaan, voor 25 euro, Nee ik ga liever fietsen, 20 euro dan, nee ik vind het leuk om op de fiets e gaan, 17,50, neeeeee, 15 euro, nou oke omdat er ook andere reizigers meegaan. Uiteindelijk was het heel gezellig al was 15 euro zelfs nog veel voor wat de tour inhield.

Het was in het oosten warm, zeg maar heet en dat maakte het fietsen bijzonder pittig. Ik was dus blij toen ik de volgende dag de pont miste en twee uur moest wachten. Dit bood een goede kans om even af te koelen in het meer. Al snel volgde een aantal anderen mijn goede voorbeeld. Het water was heerlijk koel en je zag overal kleine visjes zwemmen. Het was een zeer aangename pauze en ik nam mij voor vaker een duik te nemen wanneer die mogelijkheid zich aanbood. Helaas zijn die gelegenheden wat schaars in het droge landschap.

Oost Turkije is wel interessant, het landschap is ruig en de mensen zijn kleurrijk. Het is soms eentonig en erg droog. Er zijn ook steeds meer militaire controleposten die het conflict met de Koerden pijnlijk duidelijk maken. De Koerden zelf zijn zeer trots dat ze Koerd zijn. Vaak is dat het eerste dat ze duidelijk maken, 'wij zijn Koerden, geen Turken'. Er is een tijd geweest dat het verboden was om te zeggen dat je Koerd was en nog steeds worden de Koerden erg achtergesteld,  is een baan moeilijk te krijgen als Koerd en een plek in het parlement vooralsnog niet denkbaar. Momenteel voert de PKK een guerrilla om gelijke behandeling van de Koerden, onafhankelijk Koerdistan wordt al niet meer nagestreefd. De aanslagen die de PKK hiervoor op militairen doelen pleegt zal waarschijnlijk niet het gewenste effect hebben. De Militaire controleposten met tanks en pantserwagens die volop aanwezig zijn geven het gebied een grimmige indruk. 

Toch zijn ook de militairen niet onaardig. Ik krijg thee van ze en mocht zelfs een keer op het dak van een kleine controlepost slapen en mee eten. De kalasjnikovs die voortdurend aanwezig zijn maken het wel een beetje vreemd. Dit was nog wel buiten het gebied waar de onrusten zijn.

De gastvrijheid is hier heel speciaal, bijna elke nacht heb ik bij een Koerdische familie overnacht. Meestal sliep ik samen met de mannelijke familieleden in één kamer of tent. Omdat het nog steeds ramadan is wordt er in de avond heel uitgebreid gegeten. Ze zijn trots om een gast een plekje aan tafel te laten nemen. Vaak word ik aangespoord om zoveel te eten dat ik er buikpijn van heb, en dan komt er nog fruit en thee :-)

Het mooiste plekje vond ik nog het tentenkamp van een groep geitenhoeder. In de zomer trekken ze de bergen in om hun vee daar te laten grazen. Ze leven dan met een aantal families in grote tenten en hutten van takken, bladeren en doeken. Toen ik langsfietste dacht ik dat mijn tent daar ook wel mooi bij zou staan. Natuurlijk lieten ze me mijn tent niet opzetten en kreeg ik een plekje bij de mannen in de hut. Het was een heerlijke plek, in de bergen, met alle dieren en verschillende familieleden bij elkaar. Mijn Koerdisch was niet goed genoeg om te kunnen vragen hoe de familie in elkaar zat maar al snel begreep ik dat de mannen meerdere vrouwen hadden. Bij wie alle kinderen  hoorden bleef me echter een raadsel. 

Bij een couchsurfingadresje kon ik mijn benen even rust geven. Volkan is een net afgestudeerde ats/microbioloog en moet nu van de overheid anderhalf a twee jaar in een onderontwikkeld gebied van Turkije werken, in zijn geval Mus. Dat heeft ook voordelen  want hij verdiend hier twee keer zoveel als in Ankara en hij heeft een appartement van 170 m2 voor 250 euro. Hij is nu aan het sparen om nog een postdoc in Europa te doen. Helaas moet hij zijn vijfkamerappartement dan inruilen voor een studentenkamer, ik heb hem gewaarschuwd voor de huurprijzen in Amsterdam.

Ik vind het jammer dat ik niet meer Turken zoals Volkan heb ontmoet want met hem kon ik echt praten over Turkije. Met de Gemiddelde Turk die ik tegenkom valt vanwege de taalbarrière geen gesprek te voeren. Het is vermoeiend dat ze het wel blijven proberen en zelf na drie keer 'Yok Turkish' blijven ze in volzinnen tegen je aan ouwehoeren en je vreemd aankijken als je niet in vloeiend Turks antwoord. Mijn methode om hier mee om te gaan is om uitgebreid in het Nederlands terug te praten. Na enige tijd denken ze dan dat je gek bent en houden ze op met praten. Ik heb daar zelfs wel een beetje plezier in.

Nu ben ik bijna in Iran (als je dit leest ben ik er al). Aan het eind van de tweede fietsdag richting de grens kon
ik geen kampeerplekje vinden en stuitte ik op een grote  controlepost. Hier moest ik een formulier invullen en mijn paspoort laten zien voor ik verder mocht. De weg die volgde liep door een kloof met aan beide zijde steile hellingen, niet echt een plek om te kamperen. Moe van het klimmen en de straffe tegenwind die dag ging ik terug naar de controlepost om te vragen of ik daar kon kamperen. Dat mocht niet, een aantal dagen terug had de PKK twee militairen opgeblazen en het was allemaal veel te gevaarlijk. Er werd dus een busje geregeld en ik kon mee liften naar Yukskova, de stad naar waarnaar ik op weg was. Zodoende gaat het allemaal erg snel en ben ik zo goed als in Iran. Wel jammer dat ik niet zoals de dag daarvoor op een berg kon kamperen want daar rust ik toch het meest van uit. Meer dan van een goedkope hotelkamer in een lawaaierige stad waar ik nu zit.

De vraag waarom ik dit allemaal doe blijft af en toe bij me opkomen, vooral in hotelkamers en als dingen niet helemaal gaan zoals gehoopt. Hoe verder je naar het oosten gaat hoe vaker dingen niet gaan zoals je hoopt merk ik. Ook mis ik het gemakkelijke Amsterdamse leventje zo nu en dan. Met Google-Earth wandelde ik, samen met mijn couchsurfing gastheer, van de Oudeschans naar de AH. Dat steekt dan wel een beetje. De meeste momenten heb ik het goed naar mijn zin hoor, in mijn tentje op 2500 meter, couchsurfing, al die ontmoetingen en prachtige natuur. Ook slapen is leuk, je moest eens weten wat voor dromen ik allemaal heb. ;-) Ik ben ook weer met meditatie begonnen, met al die indrukken van buiten is het fijn even naar binnen te kijken.

Ik vind het een beetje eng om de grens over te gaan en ik heb ook een beetje spijt dat ik de Lonely Planet van Iran niet heb gekocht toen ik hem in Istanbul zag liggen. Het onbekende tegemoet treden is misschien altijd wel eng maar omdat er nu een tijdslimiet van 15 dagen en een streng Islamitisch regime bij komt is het het extra spannend. Daar komt nog bij dat ik al drie maanden van iedereen hoor dat ik zeker vermoord ga worden als ik naar Iran ga. Gelukkig heb ik ook een Iranier ontmoet en die dacht dat ik het prachtig zou gaan vinden.

Ik zal wel zien, en hou jullie op de hoogte.

Liefs,
Kristiaan

24 augustus, 2009

Centraal Turkije

Even voor hen die dat interessant vinden:

Afgelegde kilometers: 5000
maximale snelheid 76km/hr.
laagste rusthartslag: 45
langste afstand op een dag 140 km
Kortste afstand 1,2 km
Steilste helling: zeker 18%
Aantal lekke banden: 0
Aantal fietstassen met kuren: 4
Aantal gebroken kettingen 1 (niet echt een serieus probleem)
Aantal serieuze reparaties: 1
Treinreizen 1

Onderweg

Ik had even nodig om weer in het fietsen te komen. De route naar het binnenland deed me goed, ik klom direct naar 1700 meter en overnachtte bij een Duitse voormalig-gastarbeider op het dakterras onder de sterrenhemel. Jammer genoeg zag ik geen sterren want er stond een straatlantaarn vlak naast mijn tijdelijke bed. Ik had die avond nog geborreld met de burgemeester van het dorp en zijn vrienden. Die avond hebben ze zo vaak gezegd dat mij in hun dorp niets zou overkomen dat ik er een beetje wantrouwig van werd, ik ging er namelijk al een beetje vanuit dat het wel goed zat, dat hoefden ze dan toch niet zo te benadrukken.

Het fietsen vond ik nog niet erg opschieten en toen ik langs een station fietste ging ik maar eens informeren waar de treinen naar toe gingen. Toevallig zou er de volgende dag een trein vertrekken vanaf het dorp waar ik juist die avond zou aankomen. Die trein zou precies langs een ander dorp op mijn route rijden., dat zou me zeker twee dagen en een drukke weg schelen.

De trein nemen voelde wel erg als zondigen en pas de volgende ochtend stond mijn besluit vast, ik zou de trein nemen. Vooral het breken met de idee om altijd alles op de fiets te moeten doen overtuigde me om in te stappen. Dat ik mijn boek uit kon lezen en mijn dagboek bij kon werken was daarbij mooi meegenomen. Onderweg voelde ik wel wat spijt want het landschap veranderde razendsnel en zou indrukwekkend geweest zijn om door heen te fietsen.



Gelukkig was het landschap op weg naar Göreme, met zijn uitgestrekte leegheid, ook erg indrukwekkend. Ik heb zelden zoveel sterren gezien als tijdens de nachten dat ik daar kampeerden. De vele graanvelden, na de oogst in brand gestoken, gaven het landschap wel een mistroostige aanblik. Verschroeide aarde zover het oog reikt, het had iets post-apocalyptisch. Gelukkig veranderde het landschap in de buurt van Cappadocië en al snel fietste ik door de rotstuinen waar het gebied zo beroemd om is.

Ik kwam precies aan in Göreme op de dag dat mijn zus in Nederland haar afscheidsfeest gaf. Zij is ondertussen in Guatemala aangekomen om daar iets moois op te bouwen met Everardo, haar vriendje. Er was een groot feest met familie en vrienden om haar uit te zwaaien en via skype kon ik daar een beetje bij zijn. Erg grappig om via een laptop in de schuur (het was een tuinfeest) aanwezig te zijn. Één voor één kwamen familieleden ook even gedag zeggen en naar horen zeggen stond er zelf even een kring van familieleden om de laptop heen. Het was leuk om ineens zoveel familie te spreken en fijn dat ik mijn zus nog geluk toe kon wensen. Het plan is om op mijn reis ook Guatemala aan te doen maar daar moet ik nog wel twee continenten voor doorkruisen.

Ondertussen was mijn fiets echt kuren gaan vertonen. In Tsjechië was het me al opgevallen dat er iets anders klonk aan mijn achterwiel maar na drie fietsenmakers geraadpleegd te hebben, die alle drie volhielden dat er werkelijk niets mis was geloofde ik maar dat ik spoken hoorde en liet het erbij. Ondertussen echter was terugtrappen bijna niet meer mogelijk, het was dus niet meer te ontkennen dat er nu echt iets mis was.

Er zijn in Göreme veel fietsverhuurbedrijfjes en dus ook veel fietsmonteurs.
Bij de eerste monteur waar ik langs ging ben ik echter “gillend” weggerend. Na een mislukte poging de boel los te draaien, wat inderdaad niet gaat zonder kettingzweep, 'een wat??', spoot hij er maar een flinke scheut motorolie in, 'dat helpt toch altijd?'. Bang dat hij mijn wiel daarna met een hamer te lijf zou gaan ben ik met mijn wiel zijn werkplaats uit gevlucht. Hij had dan wel het excuus van een laag bloedsuiker op de eerste dag van de ramadan, maar toch....

Gelukkig vond ik een fietsverhuurbedrijfje met een goede monteur in dienst, hij haalde mijn achternaaf professioneel uit elkaar en ontdekte inderdaad dat het onderdeel (voor kenners: de cassette-body) vervangen moest worden. Natuurlijk had hij deze niet maar na veel bellen bleek het onderdeeltje wel ergens te zijn. Het moest wel opgehaald worden met de auto. Kortom een kostenpost van 50 euro. Uiteindelijk kon hij het onderdeel alsnog niet vinden en improviseerde hij iets met een ander onderdeel waardoor ik toch verder kan met 24 in plaats van 27 versnellingen, maar de zwaarste versnelling gebruik ik toch niet want mijn snelheidsrecord proberen te verbreken zou maar gevaarlijk zijn. ;-)

Al met al ben ik al blij dat ik niet terug hoef naar Istanbul. Daar was ik nog wel even bang voor. Ik kreeg namelijk een mail van Kersten en Christian (Link: andere fietsers). Zij hadden ook pech met een achterwiel. Zij moesten echter terug naar Istanbul om het onderdeel op te halen. Het zou me niets verbazen als het om het zelfde onderdeeltje ging. Voor de zekerheid probeer ik nu de juiste cassette-body uit Nederland te krijgen maar ook dat is niet heel gemakkelijk. Weet iemand of Poste Restante naar Iran goed aankomt? :-)

Turkije is ook wel het land voor pech, na 5000 km Europa beginnen dingen toch wel te rammelen en natuurlijk wordt het hier pas echt lastig goede spullen en mensen te vinden, beetje de wet van Murpy dat juist waar het lastig wordt problemen ontstaan.

Ik vind Turkije zeker niet het makkelijkste land om door te fietsen, ondanks de vele hallo's, het zwaaien en de kopjes thee blijft de taalbarrière een serieus probleem voor echt contact met de bevolking. De prijzen in toeristische gebieden vind ik daarbij ook nog eens onredelijk 7,5 euro om je was te laten doen, en dan niet toestaan dat je zelf een handwas doet in een hostel, het is maar oneerlijk. Maar ach.. het zijn maar kleine irritaties van een budget reiziger.

Een ander gemis dat ik in Turkije ervaar is het ontbreken van de vrouwelijke invloed in de maatschappij. Ik spreek hier alleen mannen en jongens, vrouwen zetten soms eten op tafel maar contact is er eigenlijk nooit. Gewend aan Nederland, één van de meest feminiene culturen in de wereld en grotendeels opgegroeid in een huis met twee vrouwen, ervaar ik deze cultuur toch als minder ontspannen.

Niet gek dus dat ik in Göreme direct verliefd werd op Seon-Hee uit Zuid Korea. Nou verliefd.... na twee weken vrijwel alleen contact gehad te hebben met Turkse mannen was het wel erg fijn met de zachtaardige Koreaanse te spreken.

Seon-Hee was in het hostel met vier andere Koreanen. Ze maakten een rondreis door Turkije maar wel met tassen vol met Koreaans eten in de koffers. Natuurlijk moest ik de gedroogde vis met hete saus en vellen zeewier proeven. Best lekker, maar de Noudlesoep die ik bij het ontbijt van ze kreeg was wel erg spicy. Ik was wel direct goed wakker die ochtend.

Ik heb ze de fotoboekjes van mijn familie en van Nederland laten zien, een groot succes, vooral van de foto's met tulpen waren ze erg onder de indruk. Ook Hiddink, een grote held in Zuid-Korea, werd natuurlijk door ze geprezen. Ik zit er ondertussen serieus aan te denken om ook Zuid-Korea aan te doen op mijn reis, van daar gaan er ook goede vluchten naar Noord-Amerika en volgens mij is het er wel leuk. Zo kan ik ook wat langer door China fietsen. Eerder sprak ik namelijk met Doug & Janice uit Amerika, zij hadden al 20 maanden door de wereld gefietst en waren lyrisch over fietsen in China; grappige mensen, goed eten en mooie natuur.

Ze vertelden ook dat het enige land waar ze niet hadden kunnen fietsen India was. Het verkeer was te bizar om meer dan 30 kilometer per dag te kunnen fietsen en ze hebben de fietsen daar maar aan de kant gezet en zijn gaan backpacken. Dat zijn dan mindere verhalen. Maar alles is relatief heb ik ondertussen wel geleerd en ik ga het dus lekker zelf ontdekken. Ze waren wel een beetje droevig want over acht maanden zou hun reis voorbij zijn, in die tijd konden ze alleen nog een deel van het Midden-Oosten, Afrika en Zuid-Amerika fietsen. Tja de tijd vliegt op de fiets ;-)

Zelf heb ik een mooie route naar het oosten uitgestippeld. Erg bergachtig, warm en droog maar van andere fietsers heb ik gehoord dat de Koerden die in het oosten wonen super vriendelijk en gastvrij zijn. Dat zijn andere verhalen dan die ik van Turken onderweg hoor, die zijn voornamelijk negatief over de Koerden en vinden het maar gevaarlijk in het oosten. Ik ben ook benieuwd wat ik zal merken van de schendingen van de mensenrechten en de onderdrukking van de Koerden in het gebied.

Ik ben door mijn ervaringen hier niet echt de grootste voorstander van het toetreden van Turkije tot de EU geworden. Een land dat Youtube blokkeert omdat er een beledigend filmpje over Ataturk op staat is in mijn ogen nog niet toe aan het lidmaatschap, de onderdrukking van de Koerden nog daargelaten. Als mijn blog straks niet meer te lezen is weet je dus waar het door komt ;-)

Momenteel is het echter ramadan en zijn de Turken heel relaxed. Ze staan om half vier in de ochtend op om wat te eten en hangen en slapen de rest van de dag tot iets na half acht waarna ze weer mogen eten en drinken. De sfeer is hierdoor erg ontspannen. Ik voel me soms wel een beetje opgelaten om in het bijzijn van moslims iets te eten of drinken. Gelukkig is dat hier geen probleem maar hoe dat in Iran zal gaan moet ik nog maar zien. Ik probeer in ieder geval niet teveel van de ramadan in Iran mee te nemen. Het einde van de ramadan wel, want naar het Suikerfeest kijk ik erg uit. In Amsterdam gonst het dan al in de straten, moet je voorstellen hoe dat in de straten van Teheran moet zijn. Heerlijk die vooruitzichten.

Ik zal jullie erover op de hoogte houden. Misschien iets minder frequent want volgens mij zıjn de mogelıjkheden voor internet mınder daar in het oosten.

Liefs
Kristiaan

13 augustus, 2009

Turkije



Turkije, mijn eerste echte grens, ik fiets over een smalle weg met hoge hekken eromheen, om de paar honderd meter staan militairen met machine geweren. Met de manchetten die ze daarop gemonteerd hebben komen ze wel wat dreigend over maar ze groeten vriendelijk als ik langs fiets. Voor 15 euro mag ik 90 dagen in Turkije blijven. Eindelijk een visum en stempel in mijn paspoort, de eerste van vele hoop ik.

In Edirne, de stad vlak bij de Bulgaarse grens ga ik op zoek naar een goede kaart van Turkije. Eerst word ik doorverwezen naar de Tourist information, daar krijg ik een simpele kaart van Turkije, niet genoeg om op te fietsen dus mijn zoektocht gaat nog even door. In Edirne zijn schijnbaar geen boekwinkels want als ik iemand ernaar vraag is het altijd 100 meter verder, als ik dan duidelijk maak dat ik een kaart zoek wordt dat opeens 300 meter, een boekwinkel vind ik niet.
Ik besluit de bordjes naar Istanbul te volgen, druk en saai maar wel duidelijk.
Op een camping die avond hoor ik dat Turken rampzalig zijn met kaarten en als je al een goede kaart vindt komt die uit Duitsland of uit Nederland, how nice.


Istanbul was niet ver meer en ik besluit de volgende dag na 25 km te stoppen op een camping aan het strand. Daar hoor ik dat de bordjes niet het centrum van Istanbul aangeven, dat ligt zeker 25 km verder. Maar 30 km verderop is nog een camping vertelt de jongen, of zoals hij het brengt iets met een bordje camping maar niets zoals de camping waar ik zojuist gestopt ben. En het is er ook wat, een bar, gratis internet en snacks als Kebab Ekmek, dat is vlees met patat en saus op brood. Nieuwe combi voor mij patat op brood, maar het smaakt best goed. Ik besluit het heetst van de dag (40 graden) aan het strand af te wachten en later verder te fietsen.

De Zee van Marmara is glashelder en niet te koud, ik neem een heerlijk frisse duik en val onder een parasol in slaap. Eind van de middag fiets ik met de zon in de rug weer verder. Ik heb een doek onder mijn pet vastgemaakt waarvan ik de uiteinden in mijn hand vast houd, zo fiets ik heerlijk in de schaduw.

Na 20 km fiets ik al langs de camping waar de jongen het over had. Net nu mijn benen het prima doen, het niet te warm is en ik een prima vaartje heb. Onnozel maar waar, ik besluit door te fietsen, er komt vast wel een tankstation waar ik kan slapen denk ik nog en dat is ook veel avontuurlijker.

Helaas, 20 minuten later fiets ik een drukke voorstad van Istanbul binnen, hier is geen ruimte om te kamperen en campings zijn er ook niet, alleen dure hotels. Een aantal aardige Turken proberen me tevergeefs te helpen. Uiteindelijk zet ik mijn tent op aan de rand van een drukke boulevard tussen de eettentjes. De zonsondergang is prachtig maar echt op mijn gemak voel ik me er niet met al die mensen om mij heen.

Ik word nog wel uitgenodigd om bij een groepje jongeren te zitten die een verjaardagsfeestje vieren, jammer genoeg spreken ze bijna geen Engels en omdat ik me een beetje zorgen maak om mijn spullen iets verder in mijn tent kan ik mij niet echt goed ontspannen. De chocoladetaart smaakt me wel goed. De drukte en muziek op de boulevard gaan tot ongeveer 4 uur 's nachts door en een goede nachtrust voor mijn laatste etappe in Istanbul zit er niet in. De volgende dag fiets ik, over een weg vergelijkbaar me de A2 maar dan zonder verkeersregels of rijstroken, Istanbul binnen.

Ik neem mijn intrek in het Harmony hostel, het zit boven een tapijtenwinkel en is vrij nieuw. Het nieuwe uit zich voornamelijk in de onbeholpenheid van het personeel en de technische gebreken die elkaar opvolgen. Het kost nog eens een smak geld ook als je ruim een week wil blijven. Ik besluit twee dagen te blijven en dan iets beters te zoeken. De onrust van een reiziger op doortocht zat duidelijk nog in me. Maar de volgende dag is het maandag en dan is het Iranese consulaat open en daar moet ik mijn visum gaan aanvragen.

Speciaal voor deze gelegenheid heb ik twee maanden eerder mijn netste witte blouse ingepakt, in Bulgarije mijn haar laten knippen en heb ik mijn baard bijgeschoren. Een half uur te vroeg sta ik nerveus voor het consulaat. Het valt me op dat ik precies zo gekleed ga als de Turkse mannen die met een aktetas naar hun baan gaan, niemand probeert me die ochtend dan ook iets te verkopen. Ook mijn nieuwe pasfoto's zijn netter dan ik ze ooit gehad heb.

Als ik het consulaat binnen kom zie ik dat de communicatie door kleine openingen in het verduisterde glas boven de balie gaat. Gebukt met mijn hoofd bijna op de balie doe ik mijn verhaal lever mijn pasfoto's, kopieën van mijn paspoort en het aanvraag formulier in. Ik krijg te horen dat ik over 10 dagen terug moet komen in afwachting van een antwoord uit Iran. Dan mag ik weer naar buiten. Achter mij staat iemand in korte broek en T-shirt.

De dagen daarna bestaan uit slenteren door Istanbul, eten en mijzelf gek maken met de gedachte dat mijn visum wel eens afgekeurd zou kunnen worden. Alle alternatieven gingen door mijn hoofd van fietsen door Afrika tot een directe vlucht naar Canada nemen maar geen van de alternatieven spraken mij erg aan. Het is duidelijk ik wil gewoon Oostwaarts zonder teveel omwegen, de directe weg is al interessant genoeg.

Uit het Harmony hostel was ik vertrokken. Op zich was het wel prima met alle reizigers om mij heen maar ik had ondertussen al weer iets beters gevonden en het begon al een beetje te vervelen steeds het fietsverhaal te moeten doen. Het is erg grappig dat wanneer je vertelt dat je net 4000 km hebt gefietst de blikken altijd naar je benen afdwalen. Ik begrijp nu een beetje hoe vrouwen zich voelen wanneer ze met manen praten ;-)


In mijn zoektocht naar een ander hostel kreeg ik zomaar uit het niets een logeerkamer aangeboden. Turan die werkte in een restaurant naast een hostel bood die zomaar aan, omdat ik dan niet voor een hostel zou hoeven betalen . Ik was wat wantrouwig, wat school hier achter, wie biedt een wildvreemde nou zomaar zijn huis aan. Ik kan me zoiets in Amsterdam bijna niet voorstellen maar aangezien het Turkije is ging ik maar eens kijken. Het was een klein appartementje, rommelig, zonder keuken maar met een fijne bedbank. Na een dagje twijfelen besluit ik op het aanbod in te gaan. Turan was er vrijwel nooit omdat hij zeven dagen in de week en op onmogelijke tijden in een restaurant werkt. Het was ook een vreemde jongen waar ik weinig hoogte van kon krijgen. Duidelijk was dat onze persoonlijkheden niet helemaal matchten. Hij had een beetje een slechte periode. Zijn vriendin was namelijk bij hem weg. Heel terecht vond ik want hij had haar bijna het ziekenhuis in geslagen. Maar hij kon toch echt niet zonder vrouw, zijn huis was niet voor niets een zooitje. Ondanks dat was hij heel aardig en vroeg hij zelfs of ik niet in Istanbul wilde gaan werken, ik moest dan alleen Turks leren want met mijn Engels kon ik zo in een restaurant aan de slag :-)

Hij vroeg me ook nog een mail naar zijn ex-vriendin voor hem te schrijven waarin hij excuses maakte en haar vroeg om terug te komen. Dat vond ik wel leuk, het komt namelijk niet vaak voor dat ik zulke brieven kan schrijven. Maar natuurlijk werkte mijn mail, ondanks de pure poëzie die ik erin had gestopt, volledig averechts. Zij had ook wel door dat hij de mail niet geschreven had en in haar antwoord, 'ben je nu zelfs te lui om je eigen mails te schrijven' en nog wat gescheld, was zijn hoop wel een beetje weg.

Ondanks dat ik niets had met Turan, die ook steeds vaker dronken of stoned 's nachts thuiskwam en dan de volgende dag niet wakker werd voor zijn werk, begon ik het buurtje steeds leuker te vinden. Je kon er goedkoop en lekker eten, er waren geen toeristen en alle vrouwen en kinderen in de buurt kende me en zwaaide vrolijk als ik langs liep. Ik vond het er wel prima.

Samen met de fietsenmaker op de hoek verving ik mijn tandwielen en ketting. Hij sprak alleen Turks en had ongeveer dezelfde kennis van fietsen als ik en iets minder gereedschap maar samen kregen we alles gemonteerd, en dronken thee na. Betalen voor de reparatie mocht ik niet en hij trakteerde me die avond nog op thee en gefrituurde mosselen in het theehuis om de hoek. Een beetje ongemakkelijk was het wel want je bent vrij snel uitgepraat wanneer je elkaars taal niet spreekt. Gelukkig is er de taal van thee en die is universeel.

De dagen daarna vulde ik met door Istanbul dwalen, af en toe mediteren in een moskee en lezen in het park. Ik begon me een beetje te vervelen, mijn moeder en broer zouden pas na een paar dagen komen en tot die tijd kon ik natuurlijk de toeristische bezienswaardigheden nog niet gaan bekijken. Ik begon me ook steeds meer alleen te voelen met al die mensen om me heen. Ik kwam nog wel een leuk Duits fietsstel tegen waarmee ik ervaringen kon uitwisselen, zij durfden het niet aan om door Iran en Pakistan te fietsen en zouden na door Syrië en Jordanië gefietst te hebben terug in Istanbul het vliegtuig naar India nemen, daar zal ik ze vast nog wel tegenkomen. It's a small world.

De laatste dagen voordat mijn moeder en broer op bezoek zouden komen had ik het een beetje gehad met de drukte van de stad. Gelukkig vond ik in het park een lezing van Eckhart Tolle op mijn Ipod waardoor ik weer even ging genieten van het moment zonder me zorgen te maken over wat er mogelijk allemaal in de toekomst zou gebeuren.

De volgende dag kwamen mijn moeder en broer aan in Istanbul. Omdat ik me een uur vergiste in de tijd moest ik nog even stressen en met een taxi naar het vliegveld racen om ze op tijd op te halen. Natuurlijk stond ik nog ruim een uur te wachten maar vliegvelden en stress gaan bij mij nou eenmaal samen. Een belangrijke reden dat ik op de fiets op reis ben gegaan en niet met het vliegtuig.

Gedrieën hadden we een erg leuke tijd, even lekker op vakantie en de toerist uit hangen. We bezochten de grote Moskeen, gingen elke avond uit eten en maakte een boottocht op de Bosporus.
Het verbaasde me dat het zo gewoon aanvoelde om met mijn moeder en broer in Istanbul te zijn, ik had bijna het gevoel nauwelijks weg geweest te zijn. Het waren natuurlijk ook nog maar twee maanden en het regelmatige skype en e-mail contact maakt de wereld natuurlijk ook wel kleiner.
Vaak was ik verbaasd dat ze van die specifieke details van mijn reis wisten. Blijkbaar staan er dingen in mijn blog die ik zelf bijna vergeten ben ;-)

Mijn moeder had ook nog spulletjes voor me meegenomen. Een echt Brooks zadel, voor nog meer Zadelpret. Foto's van de familie, die doen het altijd goed bij mensen thuis. En twee nieuwe fietstassen. Ze had bij de fietswinkel laten vallen, dat ik dolgraag gesponsord zou willen worden(had ik nooit zo gezegd hoor), en nu fiets ik met twee blauwe Ortlieb fietstassen met het Vakantiefietser Logo daarop, mijn eerste sponsor! Dus bij deze: koop je nieuwe fiets bij de vakantiefietser in Amsterdam ;-) Ik moest wel even slikken want ondanks dat één van mijn achtertassen net gescheurd was viel het me zwaar mijn stoere zwarte tassen in te ruilen voor tassen met een fancy logo erop.

De tien dagen voor mijn visum waren ondertussen ook voorbij en samen met mijn moeder begaf ik mij naar het consulaat. De witte blouse had ik deze keer maar achterwege gelaten. Bij het consulaat lieten ze me nog een kwartiertje voor het loket wachten. Vervolgens vroeg de ambtenaar: occupation IT?, ik: 'Yes I work with computers' (anders wordt het zo lastig). Hij: Oke come back in one hour.

Een uur en een kopje Turkse koffie later had ik mijn visum. Een visum voor 15 dagen en niet voor 30 zoals ik gevraagd had. Toen ik ernaar vroeg antwoordde de ambtenaar: 'There was no answer from Iran but I did not want you to be unhappy so I gave you 15 days . Had mijn witte blouse misschien toch effect gehad :-) Ik kan dus naar Iran en daar kan ik mijn visum dan makkelijk verlengen heb ik begrepen.

De rest van de dagen hing ik ontspannen de toerist uit en had ik het prima naar mijn zin. De laatste avond rookte we zelfs nog een waterpijp, fantastisch toch, met je moeder en broer een waterpijp roken en Turkse thee drinken. Het voelde bijna als op de Oudeschans ;-)

Aan alles komt echter een eind en ondertussen fiets ik weer alleer langs de Zwarte zee kust. Met de ferry ben ik Istanbul ontvlucht om niet over drukke snelwegen te hoeven fietsen maar daarvoor in de plaats is het gelijk behoorlijk klimmen geblazen. Het is erg wennen voor mijn benen en geest. De benen hebben het zwaar met alle heuvels die hier steiler zijn dan ik eerder heb gehad. De geest heeft het voornamelijk zwaar met het alleen zijn en de ongelofelijke afstand die ik nog te gaan heb door dit land. Eén centimeter op de kaart is acht kilometer, dus heb ik niet echt het gevoel dat het erg opschiet. Ik weet gelukkig dat het ook nu een kwestie van wennen is, en nu ik dit schrijf voel ik me al een stuk beter over het reizen. Ik heb ook alweer 3 interessante kampeerplekjes gehad maar zal jullie hier niet teveel mee vervelen want die plekken blijven komen

De Turken zijn bijzonder vriendelijk. Op de voormalig gastarbeiders na spreken ze weinig Engels of Duits maar ik krijg wel overal thee of cola en zelfs een keer een versgebakken brood dat nog te heet was om te eten. Aan aandacht onderweg heb ik zeker geen gebrek. Auto's toeteren en stoppen soms om je naam te vragen, en waar je vandaan komt natuurlijk. Eén keer deed een man mij een erg oneerbaar voorstel. Dat wees ik, na dat ik hem eindelijk begreep, vriendelijk af, het koekje dat ik van hem had gekregen ging ook de bosjes in. Ik heb het vermoeden dat Turkse kinderen niet zoveel Engels leren op school want ze houden het erbij heel hard HELLO te schreeuwen als ik voorbij fiets. De ouderen willen daar nog eens 'my name is?' aan toe voegen. Het duurde even voordat ik doorhad dat ze mijn naam wilde weten en niet dat ze wilde dat ik hun naam zou raden. Dat gaf soms wel leuke spraakverwarring. Maar ach... ze spreken beter Engels dan dat ik Turks spreek.

Vanaf de camping waar ik vandaag een rustdag houd kijk ik uit over de Zwarte Zee, ik mijmer wat over eenzaamheid, de zin van reizen en mijn doelen in het leven. Ook heb ik mijn route een beetje in mijn kaart ingetekend, ik heb besloten van highlight naar highlight te gaan fietsen en als het fietsen me niet meer zint, zet ik die gewoon in de bus. De zee ga ik verlaten, mijn zee is toch de Noordzee en daar geniet ik het meest van in guur herfst weer. Een blauwe lucht en helder water vind ik maar saai en ook de tegenwind helpt me niet erg. Dus op naar het binnenland en richting Iran!

Voor jullie al het beste en tot horens.

P.s. Bedankt voor de leuke reacties. Ik heb de instellingen iets aangepast, reacties plaatsen zou nu makkelijker moeten gaan, ik hoop dat het nog steeds werkt want ik vind ze altijd erg leuk om te lezen.

22 juli, 2009

Hoe ik fan werd van het Roemeens vrouwenhandbal


Hakken naar beneden, schouders ontspannen, DOORGAAN! De stemmen van mijn spinningjuffen galmen door mijn hoofd als ik de Transfagaraspas beklim. Spinning duurt maar een uurtje, hoe heb ik daar ooit moe van kunnen worden. Ondertussen ben ik al 3 uur aan het klimmen en kijk nog steeds tegen een muur op. Auto's toeteren als ze langsrijden en duimen gaan de lucht in, dat motiveert mij om de volgende haarspeldbocht te nemen nog zo'n acht te gaan tel ik en dan ben ik boven. Ik dacht nog even mijn IPod aan te zetten. Bob Marley fietst heerlijk maar ik vind het nu de serene stilte van het berglandschap te veel verstoren en zet hem snel weer uit

En dan eindelijk de top, een groepje Roemeense backpackers applaudisseert en ik kan eindelijk mijn benen wat rust geven. Hierboven staat het vol met eetkraampjes waar allerlei Roemeense lekkernijen verkocht worden. Ik doe me te goed aan zoete koeken en bosbessen. Ik moet wel eerst bedanken voor de bosbessenschnaps, want die zou wel erg in de benen zakken.

Op de top hoor ik dat er twee andere fietsers ongeveer twee uur achter me zitten, ik had ze graag ontmoet maar het is te koud om twee uur stil te gaan zitten. Regenjas en reflecterend jasje aan, helm op en ik kan aan de lange afdaling beginnen. Met 50 km/h vlieg ik naar beneden, heerlijk even niet trappen

Beneden aangekomen vind ik een mooi plekje om te kamperen. Aan het stuwmeer met vlak gras, ideaal. Was het niet zo dat een gezinnetje dat iets verderop picknickte nog even vroeg of ik dan niet bang was voor beren en slechte mensen. In eerste instantie niet nee.

Met slechte mensen valt het overigens wel mee in Oost Europa, al wordt je overal gewaarschuwd voor de mensen verderop, de Hongaren waarschuwen voor de Roemenen, zij weer voor de Bulgaren en de Bulgaren waarschuwen op hun beurt voor de Turken. In oost Bulgarije waar voornamelijk Turken wonen wordt specifiek voor de Koerden gewaarschuwd. Gelukkig is iedereen bang voor beren dat geeft ze weer wat eenheid.

Voor beren was ik ook niet bang hoor, ik had een beerproof plan. Mijn eten hing ik in een boom en ik had systematisch takken rond mijn tent geplaatst waar ik dan tegenaan zou plassen. Dit zou dan mooi mijn territorium afbakenen zoals honden (en beren?) dat doen. Als er dan een beer zou komen zou deze mijn territorium wel respecteren.

Die middag lag ik lekker te zonnen luisterde ik jazz en loste ik een paar sudoku's op. Maar toch bleef die beer ergens in mijn achterhoofd rondspoken.

Natuurlijk kwam er geen beer, wel twee zwerfhonden die me met hun lawaai nog even schrik aanjoegen. Midden in de nacht begon het wel heel erg te onweren, de bliksem flitsen volgde elkaar zo snel op dat het een disco effect gaf. De echo van de donder die de bergen meegaven was indrukwekkende te noemen. Maar druk met het beerproof maken van mijn kampeerplekje had ik geen rekening gehouden met een storm. Dus ik in mijn onderbroek naar buiten om den tent beter goed vast te zetten, de bliksem daar de nodige verlichting bij en de regen gaf me een gratis douche. Mijn tas met eten heb ik ook maar naar binnen gehaald, geen beer die in zulk weer op zoek gaat naar eten, leek mij.

Er kwam nog wel even een eekhoorntje mijn voortent binnen maar die schrok zo toen ik mijn hoofd de binnentent uitstak dat hij een luchtsprong van een meter maakte en snel mijn tent verliet.

De volgende dag fietste ik door Zuid Roemenië. Hier was het een stuk armer merkte ik, zo kon ik niet overal water krijgen en waren de mensen iets afstandelijker. Voor water moet je hier bij een waterpomp of put zijn. Ook een slaapplaats vinden leek moeilijk. De eerste keer dat ik informeerde werd ik 50 km terug gewezen naar een hotel ergens langs de snelweg. Na en aantal pogingen gaf ik het op en vulde ik mijn flessen met water uit de put in het vooruitzicht van een nacht wildkamperen.

Ik deed toch nog een laatste poging bij een luxe huis waar een jonge vrouw aan het werk was. Na een kleine introductie, ze sprak een beetje Engels, informeerde ik of er een plekje in de tuin was voor mijn tent. Ik was helemaal welkom. Zij woonden in de stad en begrepen helemaal hoe moeilijk het was om iets te vinden in deze buurt. Ook vonden ze het erg leuk een Nederlandse fietser over de vloer te hebben en ik moest direct met fiets op de foto als bewijs voor vrienden en kennissen. Bleek ik toevallig de aanvoerster van het Roemeense vrouwenhandbalteam aangesproken te hebben, een echte beroemdheid in Roemenië.

Ze waren zeer hartelijk. Ik kreeg eten, wijn, mocht douchen en mijn kleren wassen. Zelf moesten ze weer naar de stad maar het huis mocht ik gebruiken. Als afscheid kreeg ik nog een gesigneerde kaart van Steluta. Als ik die in Roemenië aan iemand zou laten zien kon ik bij iedereen overnachten zei ze.

Die avond zat ik met een glas Roemeense wijn en wat chocolade voor een plasma TV Discovery te kijken. Grappig want de dag daarvoor bedacht ik me dat ik de relaxte avondjes thuis voor de buis wel eens zou kunnen gaan missen. De volgende ochtend stonden de gebakken eieren van eigen kip al op me te wachten. Eieren in kippenvet gebakken, zo krijg je ze alleen in Roemenië.

Het werd echter tijd om Roemenië te verlaten en richting Bulgarije te vertrekken. 40 kilometer voor de grens sliep ik nog in een natuurpark waar 's avonds nog wat Roemenen met paard en wagen die kruiden kwamen verzamelen mij met interesse bekeken maar al snel werd het heerlijk stil.

Bulgarije

Bulgarije begon met regen, heel veel regen. Tien kilometer voor de grens moest ik zelfs nog schuilen omdat het onweer wel heel dichtbij kwam. Ik was opeens het hoogste punt in de omgeving en op mijn rubberen banden durfde ik niet te vertrouwen een cafeetje langs de weg was dus zeer welkom.

Na anderhalf uur, wat espresso's en een banaan later wist het hele café en de naastgelegen winkel van mijn plannen en kreeg ik een heel brood, een groot blok kaas en tomaat voorgeschoteld, zo lief de Roemenen. De jongen die naast me zat deelde zijn cola met mij. En van meer dan een presentatie van mijn foto's wilde ze niet weten. Grappig dat ze de foto van mijn moeder het meest interessant vonden, en daar maak je dan een maand lang foto's voor ;-)

Toen het stopte met regenen fietste ik naar de ferry die mij naar Bulgarije zou brengen. Samen met minstens 20 vrachtwagen maakte we de overtocht. Ik mocht gratis mee al probeerde de kaartjes controleur nog even wat geld aan mij te verdienen. 20 euro of ik moest terug naar de kassa voor een kaartje. Toen hij ook inzag dat 20 euro een beetje optimistisch van hem was en ik al aanstalten maakte terug te fietsen liet hij het er maar bij zitten. Bulgarije staat bekend om zijn corruptie en dit was een mooi voorproefje

In Bulgarije heb je geen campings, daar kwam ik al snel achter. Voor een rustdag is een camping heel geschikt, ze zijn goedkoop en je kunt je eigen gang gaan. Bij mensen thuis vraag je niet snel of je nog een nachtje mag blijven en wildkamperen is ook vaak minder geschikt. Dus begon mijn lange toer door Bulgarije.

De eerste ochtend begon wederom met regen en ik moest mijn tent in de regen inpakken. De rest van de dag werd de regen er niet minder op. Al snel wordt het fietsen minder leuk als het regent en mijn eerste plan was om in het nabijgelegen Pleven een internetcafé en een klein goedkoop pensionnetje te vinden en die dag maar 20 kilometer te fietsen.

Het eerste deel van mijn plan ging prima en na wat e-mails verstuurd te hebben ging ik op zoek naar een pension. In Pleven komen helaas geen toeristen en dure zakenhotels waren helaas de enige overnachtingsmogelijkheid. Ik stapte met tegenzin weer op mijn fiets en ging op zoek naar een slaapplaats in een klein dorpje verder op de route.

Drie dorpen verder en na vele nee's kwam ik aan in Beglez een klein dorpje met als centrum het café. Ik kon echt niet meer verder en nam ik de rol van verzopen kat aan. Gelukkig werkte dat, vooral ook omdat ik mij voelde en eruitzag als een verzopen kat.

Een geblondeerde dame met slangenprint jasje en korte rok sprak wat Duits en viel als een blok voor me. ;-) Na me een hete kop thee gegeven te hebben belde ze haar contacten in het dorp. Ondertussen stond ze erop e-mail en skype adressen uit te wisselen, skype is heel populair in Bulgarije. Niet veel later na een tweede kop thee, deze met brandy, werd ik opgepikt door Petko, een gepensioneerde schilder van iconen. Hij had pas een huis in het dorp gekocht waar genoeg plaats was maar dat nog wel gerenoveerd moest worden. Hij sprak ook nog eens goed Duits.

Opgewarmd bij de kachel en na een rondleiding door het huis in aanbouw aten we chopski (salade van tomaat, ui, komkommer en witte kaas) en dronken raki, (schnaps van wijn). Ik kreeg ook nog een bord vlees want volgens Petko kan je alleen goed fietsen op vlees en chocolade, pasta vond hij maar niets. Hij liet mij ook iets proeven wat boza heet.
Boza is een licht gefermenteerd gerstedrankje wat in Bulgarije maar vooral in Turkije gedronken wordt. Het is echte fietsersbenzine, veel energie, licht verteerbaar en als je aan de smaak gewend, bent best lekker. Sindsdien probeer ik zeker een halve liter boza per dag te drinken. Samen met Bulgaarse yoghurt gegarandeerd succes.

Die avond spraken we veel over het leven in Bulgarije. Ondanks de slechte economische situatie zijn de Bulgaren beretrots op hun land, niets kan tippen aan hun tomaten, yoghurt of vlees. Ik kreeg ook veel icoonschilderijen te zien, de dochter van Petko is hiermee heel succesvol in Londen en verkoopt heel veel werk(zie link). Een vriend van Petko kwam later op de avond verse kaas en melk brengen. Hij is eigenaar van twee koeien die hij elke dag melkt. Zo dronken we met z'n drieën nog meer raki, aten verse kaas met salade en was ik de regen van die dag al snel vergeten.

De volgende ochtend was het droog en na wat kopjes koffie in het café kon ik weer verder. Beglez is een mooi dorp. Omdat niemand er werk heeft komen ze 's morgens gezellig samen in het café koffie drinken. Spijtig is wel dat er in Bulgarije net als in Roemenië 's ochtends ook al veel bier en raki geschonken wordt.

Die dag fietste ik de eerste Bulgaarse bergketen in. Ik maakte hier de fout een klooster te willen bezoeken, 6km van de weg vandaan zoals een Bulgaar mij uitlegde. Het bleek 16 km te zijn en ook nog eens 1000m omhoog. Het klooster viel ook een beetje tegen al was het uitzicht mooi en waren er wat interessante schilderingen. De afdaling was wel erg leuk 16 kilometer naar beneden. Maar moe en gefrustreerd door het extra klimmen voor een kerkje (ik houd niet zo van kerkjes) eindigde ik in een luxe hotel. Hier bleef ik omdat ze me als arme fietser 30% korting boden en vooral omdat ik te moe was een ander plekje te zoeken.

Ik genoot van de warme douche en alle andere luxe. In het restaurant kwam ik een Nederlands gezinnetje tegen die mij op wijn en ijstaart trakteerde. De volgende dag kon ik met hernieuwde energie een aanval doen op de Trojanpas. Weer uren zwoegen maar het begon al te wennen en deze keer had ik Afrikaanse muziek op mijn IPod wat zeer goed werkte als je langzaam een berg op fietst. En na elke klim komt er natuurlijk een net zo'n lange afdaling en dat is altijd weer een heerlijke beloning.

Ik sliep die nacht bij een gezin in een klein appartementje.
In een dorpje moest ik hard op de rem vanwege een die kuil die ik over het hoofd had gezien. Net op dat moment kwam er een man, Wijnmaker van beroep, naar buiten. Van het één kwam het ander en ik had weer een logeer adresje, ik moest zelfs in hun bed slapen terwijl zij op de bank sliepen, mijn protest maakte hierin geen verschil.

Ik at de meest populaire Bulgaarse maaltijd met hen, chopski salade en kebabski (Turkse worstjes), ook waren er paprika's gevuld met roomkaas en kreeg ik de huisgemaakte raki te drinken. Zevertelde dat ze per jaar ongeveer 100 liter raki maakte en dat dat niet eens zoveel was omdat sommige Bulgaren wel een liter per dag drinken. Voor de duidelijkheid raki is minstens 45%. Toen ik vertelde dat ik in Argentinië was geweest werd er gelijk een fles Argentijnse Malbec uit de kast getrokken en die moest natuurlijk leeg. Zo sliep ik die nacht met een volle buik van vlees en wijn en droomde ik dat ik nog uit Amsterdam moest vertrekken. Midden in de nacht werd ik verward wakker, ik was duidelijk niet meer in Amsterdam maar waar dan wel?? Even later drong het tot me door dat ik al enige tijd vertrokken was, het mooie effect van vlees en malbec.

De dagen daarna fietste ik weer door de bergen. Dat was goed want lagergelegen werd het 35 graden. Ik sliep er zelfs in het hoogste dorp van Bulgarije, in Manastir bij dokter Toderov, een Arts in het academisch ziekenhuis in Plovdiv. Het was de meest chaotische overnachting tot nu toe. Dr. Toderov was de achter achter kleinzoon van de oprichter van het dorp. Hij was daar zeer trots op en sleepte me van het ene oude huis vol antiek naar het andere, liet me het park zien en vertelde de hele geschiedenis van het dorp.

Manastir was ooit een rijk dorp met meer dan duizend bewoners en naast een school, café en kerk hadden ze ook hun eigen stroom uit een waterturbine. Hierdoor kreeg iedereen indertijd gratis stroom voor één gloeilamp. Ook staan in het hele gebied bronwaterbronnen ter nagedachtenis aan iemand uit het dorp. Nu wonen er nog 80 mensen in Manastir, bijna allemaal familie. De meeste huizen staan echter leeg en de toekomst van het dorp is onzeker. In het park, met bomen uit het oorspronkelijke bos, kwamen we nog een Bulgaars zanggroepje tegen. Ze stonden erop traditionele liederen voor me te zingen en waren best wel goed (zie filmpje)

Met drie vrienden van dr. Todorov hadden we die nacht een barbecue in de openhaard. Weer veel vlees, salade, en nog meer raki. Om twee uur, toen ik al twee uur zat te knikkenbollen, was het eindelijk bedtijd dr. Todorov en zijn vrienden spraken maar weinig engels of duits en dat maakt een dergelijke nacht extra vermoeiend, wel leuk hoor. Het lukte me echter niet om vroeg te vertrekken die ochtend en ik baalde dat ze geen boza verkochten in het dorp. Dit vooral om dat ik een dag van klimmen en dalen voor me had. Gelukkig had ik een playlist voor zware tijden gemaakt op mijn IPod en daarmee lukte het me de vele hellingen van die dag te bedwingen. De omgeving was daarbij ook zeer mooi en de lokale bevolking die veelal met paard en wagen rondtrekt, maakt Bulgarije hier zeer bijzonder

Eind van de middag verliet ik de bergen. Het landschap bij de Grieks /Turkse grens werd snel droger en de temperatuur ging snel omhoog. Mijn shirt was ondertussen hard geworden van het opgedroogde zout, en 6 liter water drinken was geen luxe. Gelukkig had ik van mijn broer het adres van Pepijn gekregen. Ik zou daar een aantal dagen rust kunnen houden (en mijn kleren kunnen wassen) voordat ik naar Turkije zou fietsen.

Ik logeer nu bij Pepijn in een oud Sovjetflatje. Af en toe is er geen water, het is natuurlijk een rommeltje en temperaturen liggen rond de 30 graden. Maar het is zeer aangenaam even rust te nemen.

Pepijn doet zelfstandig onderzoek naar libelles en vlinders. Hij woont in Madjarovo, een klein dorp dicht bij de Grieks en Turkse grens. Madjarvo is perfect voor libellen onderzoek want omdat het in de krater van een oude vulkaan ligt en er een rivier doorheen stroomt, is de biodiversiteit bijzonder hoog. Er zijn hier ook gieren, zwarte ooievaars, wolven en heel veel andere soorten insecten. Zelf geniet ik het meest van het zwemmen in de rivier en het bier in het gierencentrum.

Het gierencentrum is naast onderzoekscentrum ook café restaurant en hostel. Deze week is er een vrijwilligers kamp met allerlei activiteiten en gisteren hebben we samen heel veel afval rondom de rivier opgeruimd. Bulgaren maken een vreselijke rommel als ze picknicken, het is niet gebruikelijk om je rotzooi mee te nemen als je weg gaat dus de mooiste plekjes in de natuur liggen vol met bierflessen en zakken troep. Gelukkig komt er langzaam een groep jongeren die hier iets aan wil doen.

Ook heeft Pepijn mij de omgeving laten zien en van elke vogel de naam verteld, hiervan heb ik gier en zwarte ooievaar onthouden. (hij kent ongeveer 400 vogelnamen en is niet eens zo'n vogelaar zegt hij zelf). Hij heeft me veel laten zien van de omgeving. We hebben zelfs een kijkje onder de grond genomen een spannende wandeling door een verlaten mijn, niet de meest veilige wandeling want de hele boel staat op instorten, voor de zekerheid hadden we wat brood en een warme trui meegenomen dan konden we het wel even uithouden mocht het nodig zijn onszelf uit te graven. ;-)

De andere bewoners hier zijn net zo interessant, Timothy Jenkens verhuurd hier kano's en heeft een boerderij. Hij probeert inheemse paarden te fokken voor een natuurlijk begrazingsproject. Hij is vrachtwagenchauffeur geweest, heeft ongeveer overal in Europa al gewoond en heeft de mooiste verhalen over.
Kiki is zijn Bulgaarse zakenpartner en heeft vooral veel verhalen over hoe de duivel iedereen tot allerlei slechtheid aanzet, hij is overtuigd christen en ook hij heeft de mooiste verhalen over de Bulgaarse maffia en zijn plannen om naar Madagaskar te vertrekken. Mooie mensen, in een uithoek van Bulgarije.

Er wordt gezegd dat de vulkaan aan je trekt en als je eens in Madjarovo geweest je zeker nog eens terug komt.

Ik ben benieuwd, morgen vertrek in naar Istanbul om mijn Iranese visum te regelen. Ik zal mijn moeder en broer in Istanbul ontmoeten, die komen een weekje langs. Leuk na twee maanden 'on the road'.

Groetjes liefs en tot horens

Kristiaan

05 juli, 2009

Roemenië alweer

Drie landen verder en bedankt voor de leuke reacties.


Vier dagen geleden reed ik Roemenië binnen. Ik was wat gespannen want ik had zoveel verhalen gehoord. Vlak voor de grens at ik nog even een broodje om fit te zijn voor de confrontatie. Één blik in mijn paspoort en een beweging met het hoofd richting Roemenië en ik was binnen. Helemaal geen stempel, dieven, of bureaucratie.

Ik was zeer blij Hongarije uit te zijn. Het is er duur modern, en plat als een pannekoek maar ik moest toch wel even een rustdag nemen in Eger, een zeer toeristisch stadje waar ik in twee dagen evenveel uitgaf als in mijn hele tijd in Slowakije. Daar heb ik dan ook geen nacht hoeven te betalen voor een slaapplaats, zelfs toen ik op een camping ging staan koste het niets, want die bleek gesloten. Ik mocht gelukkig wel blijven staan want ik had net mijn tent opgezet en wilde net gaan koken toen de eigenares langs kwam. Ik vreesde het ergste want op het eerste gezicht lijken Slowaken niet erg gastvrij, maar ik ontdekte al snel dat zodra ze je een beetje vertrouwen ze juist heel gastvrij zijn en ik mocht blijven.

De volgende dag kwam ik al zwetend aan de top van een lange klim, Slowakije is behoorlijk bergachtig, vergeleken met het glooiende Tsjechië.

Nadat ik het zweet van mijn gezicht had geveegd zag ik een groepje mannen met een biertje in de hand mij wenken. Ze waren geïnteresseerd in mijn tocht en vroegen of ik tijd had, tja zo'n twee jaar antwoordde ik. Direct werd ik de schuur in geleid en voorzien van gebraden kip brood zoete koeken en koffie.

Het was een soort bedrijfsuitje dat de collega/vrienden drie keer per jaar doen. Nadat ik hoorde dat ik er mijn tentje mocht opzetten ging een biertje er bij mij ook wel in. De anderen hadden al een behoorlijke slok op en begeleid met harmonica werden verschillende Slowaakse drankliederen gezongen. En zoals op elk goed feest kwam de luchtbuks tevoorschijn en gingen we op pakjes sigaretten schieten. Ik was best goed, twee keer raak! En dat terwijl ik ondertussen ook de zelfgemaakte snaps had geproefd, omdat ik toch zeker wel het verschil tussen fabrieksbocht en het echte spul moest leren kennen. Het echte spul bevat 60 procent alcohol. Goed spul.

Toen de laatste van de heren door zijn vrouw was opgepikt vond Mirou dat ik maar bij hem op de bank moest komen slapen en mee ontbijten. Zijn vrouw kwam eraan en ik moest de auto maar volgen. Het was maar een afdaling van zeven kilometer dus dat zou geen probleem zijn meende hij.
Dus ik met helm en hoofdlamp in het donker met 30 km/uur de helling af achter de auto aan. Ik kan niet zeggen dat ik ooit zo geconcentreerd ben geweest. Mijn mantra was ongeveer de hele weg: Laten er geen gaten in de weg zitten, Laten er geen gaten in de weg zitten, etc.

Er zaten geen gaten in de weg en na een heerlijke douche sliep ik heerlijk op de slaapbank in de woonkamer. Die was zo kitscherig ingericht dat het leuk werd. Vooral het schilderij aan de muur was boeiend. Een beeld van een storm op zee met een aantal drenkelingen die zich vastklampen aan en stuk mast. Vraag me af waar dat vandaan komt, Slowakije ligt best ver van zee.

Bij het ontbijt kwam de vader van Mirou, een hobbyimker, een pot honing voor mij brengen en werd een vriendin (verpleegster) opgetrommeld om een teek uit mijn rug te verwijderen. Bij de eerste poging was namelijk de helft blijven steken.

Na dit alles durf ik Slowaken niet ongastvrij meer te noemen, de volgende dag kon ik ook weer in een tuin kamperen, en net nadat ik zelf een grote pasta-maaltijd had weggewerkt (hadden ze niet gezien) kwamen ze vragen of ik kwam eten, dat sla je natuurlijk niet af want dat is erg onbeleefd, dus at ik nog een groot bord rijst met kip. Met bier en koffie natuurlijk en de volgende ochtend werd ik uit mijn tent gehaald voor het ontbijt, erg lief als je bedenkt dat er absoluut geen werk is in de grensstreek van Slowakije en dat ze voor werk naar Oostenrijk moeten.

Hongaren zijn ook aardige mensen hoor maar er waren overal slechte campings aanwezig zodat het niet voorkwam dat ik bij mensen thuis sliep. Bij de laatste Camping in Hongarije zette ik per ongeluk het brandalarm in werking toen ik een ander irritant alarm uit probeerde te zetten. Ik vluchtte snel mijn tent in en deed of ik sliep en met behulp van oordopjes lukte dat ook snel.

Ook verdwaalde ik in Hongarije omdat mijn kaart niet klopte (volgens mij) De weg werd steeds slechter en op een gegeven moment was het een karrespoor geworden van hele erge plakmodder. Die ging zo om mijn banden zitten dat ze niet meer wilde draaien..

Daar stond ik midden in Hongarije in de middle of nowhere met een fiets waarvan de wielen niet draaiden. [Ik had het zo gehad met Hongarije]. De wanhoop nabij sloopte ik mijn spatbord van mijn voorwiel en kreeg de modder zo goed als mogelijk van mijn banden. Na zeker wel een uur zwoegen kwam ik weer op een weg terecht. Ik ben nog nooit zo blij geweest asfalt te zien. De rest van de dag werd niet veel beter, en eindigde op de camping waar ik het brandalarm af liet gaan.

Al met al is Roemenië een stuk leuker, ook en stuk heuvelachtiger want er zijn zelfs bergen. Het is wel even zoeken naar goede wegen want zelfs een op de kaart normale weg, bleek 20 kilometer zand en stenen te zijn en vaak zijn de asfalt wegen meer gat dan weg maar wel mooi en avontuurlijk.

Al het gestuiter over het slechte wegdek heeft wel mijn achterband versleten, daar zit nu de super sterke nieuwe om, die had ik gelukkig meegenomen. Mijn tassen kunnen het ook niet zo goed meer aan maar spanbanden zorgen er nu voor dat ze niet bij elke hobbel van mijn fiets af vliegen. Over mijn zadel twijfel ik nog want het is echt niet altijd zadelpret ;-). Wie weet laat ik een grote bestelling naar Istanbul overkomen, ik zit nog wat onder mijn budget namelijk.

Gisteren ook weer uitgenodigd bij een Roemeens gezin. Eten, slapen en alle kinderen van het dorp kwamen kijken. Ik was niet eens de eerste fietser die bij haar logeerde en even dacht ik dat ze een hostel runde en was ik dom genoeg om naar de prijs te vragen, zou een grove belediging kunnen zijn maar ze werd er niet minder hartelijk om.

Ondertussen begin ik ook wel wat moeite te krijgen met het overnachten bij de mensen thuis, ze zijn hier toch echt armer en geld geven ligt gevoelig. Het gevoel van ze te profiteren terwijl ik zoveel rijker ben voelt niet juist. Bij mijn laatste overnachting heb ik maar mijn doosje kaasjes gegeven. Vanaf nu ga ik ervoor zorgen dat ik altijd een juist bedrag op zak heb om op de slaapplaats achter te laten, dan vinden ze dat later wel.

Nu eerst een rustdag in Sighisoara. Dracula komt hier vandaan zegt het toeristenfoldertje, het kasteel wat meer op die van de films lijkt staat echter in Brasov maar dat is mij teveel om. Ik steek overmorgen door naar het zuiden, een route over een hoge bergpas en de bevolking heeft mij gewaarschuwd voor beren en sneeuw. Ik ben benieuwd want daarna komt Bulgarije en daar heeft de lokale bevolking mij ook al voor gewaarschuwd ;-)

Al het liefs en tot horens,
Kristiaan

21 juni, 2009

Tsjechisch bier en zadelpret

Hoi,

Het is nog niet zo heel lang geleden dat ik geschreven heb maar ondertussen heb ik het gevoel al tijden weg te zijn en Amsterdam voelt al zo ver weg nu.

Na mijn laatste campingovernachting in Warburg besloot ik campings zoveel mogelijk te mijden.

Campings zijn duur, leeg en deprimerend.

Met dat idee stopte ik bij een kasteeltje op de route. Mijn eerste indruk: hier moeten vast hele rijke mensen wonen, maar dat bleek anders. Duitsers wonen in het algemeen niet zo heel groot, vaak worden grote panden/kasteeltjes per verdieping aan gezinnen verhuurd zodat er in één huis wel drie gezinnen kunnen wonen. Zo ook hier, en heel toevallig woonden Esther en Antony op de begane grond. Een Nederlands stel dat daar met twee kinderen sinds oktober woonde. Zij vonden het wel mooi wat ik deed en omdat de eigenares er niet was mocht ik wel in de tuin kamperen, ik mocht zelfs douchen en mee eten. Zo werd mijn eerste nacht op de bonnefooi een hele gezellige avond met veel geklets in het Nederlands. De volgende ochtend vertrok ik zelfs met een lekker ontbijtje achter de kiezen op weg naar het Oosten.

Rustig doorpeddelend kwam ik een paar dagen later aan bij mijn eerste Couchsurfing adresje. Katrin was zo vriendelijk en gastvrij om mij een plek in haar studentenhuis aan te bieden en me aan al haar vrienden in Bayreuth voor te stellen. Zo ging ik naar feestjes, Boulderen aan de nabijgelegen rotsen en een dagje zwemmen bij een meertje in de buurt.

Bayreuth is eigenlijk een heel gezellig studentenstadje. Volgens Katrin vond ik dat alleen maar omdat ik de juiste mensen had ontmoet. Ik kreeg inderdaad ook wel vaak de vraag waarom ik toch in hemelsnaam naar Bayreuth was gekomen, Toch genoot ik van het Hofpark de natuur en de studenten hangouts.


Op weg naar de Tsjechische grens ontmoete ik Fred uit Beverwijk. Fred fietste de route naar Praag en had een redelijk strak schema om in Praag te komen maar ik kon wel een dagje mee fietsten vond ik. Vlak voor de grens werden we echter overvallen door een paar flinke regenbuien en stelde Fred voor een Bed & Breakfast te nemen. Hij zag het niet zo zitten om teveel door de regen te fietsen en zeker niet om zo te kamperen. Ik kon hem hierin wel gelijk geven. Dus sliep ik weer in een bed en was het avondeten 'Hax mit Kopfe', een aardappelmeelbol en ongeveer een heel dijbeen van een zwijn, goede Duitse fietskost moet ik zeggen. Na twee dagen gingen we weer ons eigen weg, ik mijn rustige gangetje naar het Oosten en Fred verder over de route naar Praag.

Nu ik van de route afgeweken ben lijk ik echter alleen maar meer fietsers tegen te komen, zo ook een Zuid Afrikaans stel: 'sprechen sie Deutsch?... Hey you speak English as well.... From Amsterdam!! dan kunne we ook Afrikaans praten'. Leuk stel op weg van Oostenrijk naar Zweden. Ik moest maar een goede Guroe zoeken wanneer ik in India zou aankomen, zodat ik na het fietsen even goed kon chillen. Goed plan leek mij.

Mijn eerste reparatie is ook gedaan. Op een steile helling sprong er opeens een schakeltje van mijn ketting los. Met een tangetje kreeg ik die weer ik het gareel maar toen even later het zelfde schakeltje weer los sprong was dat niet meer afdoende. Ik moest dus iets bedenken, want een nieuwe ketting op mijn fiets leggen betekende ook dat ik al mijn tandwielen moest gaan vervangen, en dat wilde ik graag nog een paar duizend kilometer uitstellen, liefst tot Istanboel. De extra snelsluiter die ik voor de nieuwe kettingen had meegenomen bood uitkomst en daarmee kon ik precies het gesprongen schakeltje vervangen. Of ik Istanboel ga halen hiermee is maar de vraag. Ik merk ook dat ik wat paranoïde op geluiden op mijn fiets begin te reageren, 'kan het kwaad dat het ratelen wat de achteras doet als je rijd zonder te trappen, harder wordt???? of hoor ik het alleen omdat ik er op ben gaan letten?' Misschien heb je voor dit soort dingen nou een fietspartner nodig. Ik ga toch maar eens een fietsenmaker opzoeken.

Ik ben wel zonder verdere problemen in Tsjechië beland. Best leuk, al versta ik de mensen niet zo goed en hebben sommige Tsjechen de neiging een beetje bot over te komen, maar zeker niet alle merkte ik al snel. Het landschap heeft overigens iets weg van Noord Frankrijk , tenminste zolang de zon schijnt want anders zie ik alleen asfalt en druppels op mijn bril.

Mijn eigen weg zoekend kwam ik uit bij een klein dorpje. Op een veldje stonden wat vrouwen te barbecueën en rende wat kinderen rond. Ik vroeg ze waar ik in de buurt kon kamperen en na lang overleg was de conclusie dat er geen camping in de buurt was en dat ik misschien wel op het barbecue veldje kon staan. Het moest wel even aan de chef gevraagd worden. Dat was wachten geblazen want de chef was er niet en in Oost Europa kan alleen de chef zo'n besluit nemen. Gelukkig kwam één van de vrouwen met een oplossing, ik mocht de overgebleven worstjes braden en opeten, met brood en mosterd nog wel. Toen ik deze met veel smaak had verorberd kwam het ja-woord van de chef en kon ik mijn tent gaan opzetten.

Terwijl ik hiermee bezig was kwam Jirske (George) naar me toe en begon uitgebreid in het Tsjechisch te vertellen en vragen te stellen, ik verstond er weinig van maar duidelijk was dat ik zodra mijn tent stond bij hem, zijn vader en zijn moeder een biertje moest komen drinken. Bleek er dus een kroegje naast het veldje te staan. Ook de eigenares kwam al aanzetten met een bord baars (kibbeling stijl) en aardappelsalade van het huis.



De rest van de avond bestond uit drinken, eten en naar Jirske luisteren. Af en toe stopte hij even en vroeg: verstehe? Waarna hij op mijn ontkenning reageerde door weer vlot door te babbelen, Het werd een avond van veel bier en eten want volgens mijn betekend ja, nee en andersom in het Tsjechisch want ook al zat ik best vol, er kon altijd wat pils, vis of koffie bij.

Binnen was het kroegje vol gehangen met schedeltjes, vlaggen van Amerika, Canada en Australië en allerlei andere western attributen als oude geweren en pikhouwelen. Het kroegje heet dan ook Montana en mogelijk komt er een kaartje uit Turkije of Thailand aan de muur bij want ik moest beloven dat ik die zou sturen, indien daar aangekomen.

Zonder veel moeite vond ik die nacht mijn tent en ondanks de paar liter bier was ik niet dronken en had ik de volgende ochtend geen kater. Ik denk dat het fietsen mijn stofwisseling zo versneld dat ook alcohol direct wordt verbrand, prima want in de landen verder op de route drinken ze wel wat zwaarder spul dan pils.

De volgende ochtend stond de vader van Jirske al klaar met een ontbijt van zoete koeken en Turkse koffie. Van betalen mocht geen spraken zijn. Aardige man, wat ik begreep van Jirske was dat hij tijdens 'een demonstratie' door de ordetroepen op zijn hoofd geslagen was en dat het nooit meer helemaal goed gekomen is.

De overnachting daarna ging iets minder gesmeerd en eindigde ik in een donker bos 200 meter van de weg. Toen het donker werd, echt heel donker, hoorde ik overal monsters en beren buiten de tent, dit tot ik me afvroeg waar mijn fietssleutel was. De angst voor monsters en beren werd op slag vervangen door de frustratie dat ik mijn sleutel weer ergens in het bos had laten vallen. Geërgerd draaide ik me om en viel in slaap, in mijn dromen vond ik mijn sleutel echter al snel terug en sliep ik met een gerust hart verder. Helaas werd ik de volgende dag door een onweersbui wakker, toen het droog werd vond ik mijn sleutel (op de plek van mijn droom?) en ging ik weer Oostwaarts in de stromende regen want die was weer begonnen.

Later schuilend in een koffietentje en na drie gebakjes en twee koffie weggewerkt te hebben besloot ik er een korte dag van te maken en in een hospita mijn blog wat bij te werken. De volgende dag zou ik mijn volgende Couchsurfing adresje met gemak kunnen halen.

Daarin had ik gelijk. In de middag kwam ik droog aan in Chytalky bij Tisnov, heerlijk rustig in het bos. Het is een goede plek om mijn benen rust te geven, al was het gisteren wel 6km lopen naar de dichtstbijzijnde kroeg, maar dat maakte het Tsjechische bier alleen maar extra smaakvol. Morgen, of overmorgen ga ik richting het grote onbekende Slowakije. Echt onbekend, want daar moet ik zelfs nog een kaart voor kopen.

Nou veel liefs en tot horens

Kristiaan

07 juni, 2009

Het begin




Eindelijk echt vertrokken. Ik wil om te beginnen iedereen bedanken voor het geduld dat jullie met mij hadden, anderhalf jaar geleden begon ik ongeveer te zeggen: nou als ik geen leukere baan vind ga ik een wereldreis maken en ik ben ik ongeveer dat tot aan mijn vertrek blijven herhalen, nou over een half jaar, een paar maanden, nog één maand, week, uur, straks, dan vertrek ik. Dus bij deze bedankt. Ook voor de bezorgdheid overigens, hoe vaak ik niet gehoord heb, is het niet gevaarlijk? pas je wel op? En wees maar gerust hoor, tot nu toe was het helemaal niet gevaarlijk. Wel een beetje koud en nat maar ik verwacht dat het snel warmer wordt.

Maar goed. Vlak voor mijn vertrek heb ik nog wel even hard gewerkt, dat moet vermeld worden. Het waren drie dagen van noeste arbeid en een dieet van formidabel veganistisch eten en biologische biertjes. En geloof me, het schuren van een plafon is nog best een klusje en vloeren leggen is een kunst op zich. De voldoening was dus groot toen ik mijn laatste avond in een zeer sjieke kamer met een biologisch biertje op een reuze HD-tv de documentaire earth aan het kijken was.
De dagen daarna fietste ik langs de Rijn, Lippe en Diemel en zag en sprak ik bijna niemand. wel fietste ik even samen met een gepensioneerde metaalarbeider/engineer maar die fietste liever wat langzamer en was er af en toe een kleine Babylonische spraakverwaring doordat ik Nederlands met een Duits accent spreek in plaats van Duits, het was wel even gezellig. Later nog een ander Nederlands stel ontmoet waarvan de man ook al heel wat afgefietst had, maar nu samen hielden ze een omgebouwd busje als uitgangsbasis om fietstochten te maken.

Het gebied langs de Rijn, Lippe en Diemel is mooi en rustig, wel een beetje saai soms. Ik zie veel vogels en konijnen. Af en toe vliegen grote roofvogels voor mijn fiets langs en fazanten merken mij zo laat op dat ik er ook van schrik als ze voor mijn wiel wegschieten.

Het weer is ronduit k!#@ de laatste fietsdag dan, de hele middag regen en kou. Dan heb je het al snel een beetje gehad, dus snel weg uit Europa want in het Zuid Oosten is het vast beter. Maar goed het schiet al sinds Amsterdam alweer bijna 500 km gefietst, waarvan wel een deel in de verkeerde richting. Nu ben ik in Warburg een middeleeuws dorp waar ik echt even uit moest rusten na 4 dagen achter elkaar fietsen. De spannende verhalen gaan nog wel komen hoor nu is het vooral wennen aan het nieuwe leven.

Ik betrap mijzelf er wel af en toe op dat ik de afgelopen dagen projecteer op de komende 726 dagen en vraag me dan af of ik dat wel leuk vind, maar ik had al bedacht dat de eerste twee weken wennen zoouden zijn dus fiets ik met volle verwachting alles wat nog komen gaat tegemoet. De vrijheid van het solo fietsen vergt ook wel wat aanpassing hoor. Overigens kan je voor vrijheid (Freiheit) ook gewoon de bus nemen dat heb ik onderweg ontdekt.

Groetjes en tot horens